Mordechai Gebirtig: de laatste Jiddische bard
Mordechai Gebirtig, een geëngageerd Joods dichter, zanger, schrijver en acteur, die zijn werk in het Jiddisch publiceerde. Geboren in Krakau is zijn werk onlosmakelijk verbonden met het Joodse leven zoals zich dat in het vooroorlogse Polen afspeelde. Het nummer Undzer Shtetl brennt, een vergeefse roep om hulp en solidariteit, heeft hem onsterfelijk gemaakt.
Mordechai Gebirtig werd op 4 april 1877 in Krakau geboren als Mordche Bertig, zoon van een arme winkelier. Het traditioneel Joodse gezin woonde in de Joodse wijk Kazimierz, waar Gebirtig - op een korte periode na - zijn hele leven zou blijven wonen. Gebirtig was timmerman van beroep en woonde met zijn vrouw Blumke en hun drie dochters aan de Berka Joseliwicza 5, vlak buiten het oude centrum van Krakau.
Naast het repareren van meubels hield Gebirtig zich al vroeg met literatuur bezig. Zo publiceerde hij in 1906 zijn eerste tekst en schreef hij theaterrecensies voor het blad
Der Sotsial-Demokrat. Ook speelde hij in de Joodse Amateur Theatergroep. Onder invloed van de schrijver Avrom Reyzn begon Gebirtig met het schrijven van zijn eerste liedteksten. Tijdens de Eerste Wereldoorlog, toen hij in het Oostenrijks-Hongaarse leger als hospitaalsoldaat diende, kwam Gebirtig voor het eerst in aanraking met Tsjechen, Hongaren, Serven en Roemenen, met wie hij volksmelodieën uitwisselde.
Dichter
In 1920 publiceerde Mordechai Gebirtig zijn eerste poëziebundel, getiteld
Folkstimlekh (Van het volk). Zijn teksten raakten meer en meer bekend en waren geliefd over de hele wereld. Een tweede uitgave volgde in 1936, getiteld
Mayne Lider (Mijn liederen). Volgens de Joodse traditie begon Gebirtig - hoewel hij geen noten kon lezen - zijn gedichten op muziek te zetten. Zijn teksten beschrijven het leven: zijn liefde voor Polen, armoede, het leven op straat, maar hij schreef ook liedjes voor kinderen. De teksten van Mordechai Gebirtig geven ons een blik in het Poolse Joodse leven zoals zich dat tussen de beide wereldoorlogen afspeelde.
Undzer Shtetl brennt
In 1938 schreef hij zijn bekendste nummer:
Undzer Shtetl brennt (Ons dorpje brandt). De tekst ontstond naar aanleiding van de pogrom die op 9 maart 1936 plaatsvond tegen de Joodse gemeenschap van het plaatsje Przytyk (regio Radom). De pogrom was een uitzonderlijk en triest voorbeeld van het Poolse antisemitisme tijdens het interbellum en schokte de hele Poolse bevolking. In het nummer verhaalt Gebirtig over de omstanders, die de pogrom voor hun ogen zien plaatsvinden, maar die - hulpverzoeken ten spijt - niet ingrijpen. Later, in februari 1940, zou Gebirtig zich nogmaals beklagen over zijn niet-Joodse medeburgers in het nummer
S’tut vey (Het doet pijn). De pijn die hij beschrijft zit niet in de haat van de vijand, maar in de hoon van 'de zonen en dochters van Polen' die alleen maar lachen wanneer Joden voor hun ogen worden mishandeld en vernederd.
Oorlogsjaren
Tijdens de oorlogsjaren woonde Gebirtig noodgedwongen met zijn gezin in Łagiewniki, een klein plaatsje ten zuiden van Krakau. Met andere Joden die Krakau hadden moeten verlaten, leefden ze daar een miserabel bestaan, zonder inkomen, goede huisvesting of medische voorzieningen. Voor vertrek had Gebirtig veel van zijn werk in bewaring gegeven bij zijn vriend, de musicus Julian Hoffmann. Ook in deze periode bleef Gebirtig schrijven. Angstig, in afwachting van het lot dat hen boven het hoofd hangt, werd de toon van zijn teksten, voorheen met doorspekt van ironie, hoop en humor, steeds pessimistischer.
Vermoord
In maart 1942 moest de familie Gebirtig haar intrek nemen in het getto van Krakau, gelegen in de wijk Podgórze. Gebirtig slaagde erin om zijn laatste teksten naar Julian Hoffmann te sturen, alvorens hij, tijdens de grote razzia van 4 juni 1942, op straat werd doodgeschoten.
Mordechai Gebirtig leeft voort in zijn muziek. Het nummer Undzer Shtetl brennt,
tijdens de oorlog het lijflied van de nazi-tegenstanders in Krakau, wordt tot op de dag van vandaag bij verschillende Holocaust-herdenkingen ten gehore gebracht. Aan zijn woning aan de Berka Joseliwicza in Krakau is een monument aangebracht ter nagedachtenis aan ‘De laatste Jiddische bard’.
Lees verder