Ede Staal, troubadour van het Hogeland
Zijn carrière duurde ruim twee jaar, hij trad driemaal op voor een groot publiek, hij gaf twee lp's uit, waarvan één na zijn dood. Toch heeft niemand in de voorbije jaren zo'n invloed gehad op de Groninger cultuur als de zanger Ede Staal. Zijn werk wordt nog altijd volop gedraaid, maakt onverminderd indruk en heeft aan kracht niets ingeboet. Een portret van een non-conformist en liefhebber van muziek.
Ede Ulfert Staal wordt op 2 augustus 1941 in Warffum geboren als de zoon van onderwijzer Boele Staal en Tine Oortman. Het jonge gezin brengt de oorlogsjaren door in Warffum, maar Ede Staal groeit op in Leens, waar hij met zijn moeder, zus en broer inwoont bij opa Ulfert Oortman, bakker in ruste. Als kind is Ede al vroeg met muziek bezig en speelt o.a. in de fanfare waarvan zijn grootvader de dirigent is. Na zijn lagere schooltijd in Leens bezoekt hij de HBS in Warffum.
Gezin en werk
Tijdens zijn studie Engels in Groningen ontmoet Ede Staal zijn vrouw Fieke Spoel op een feestje in Assen. In 1962, na het behalen van zijn kandidaats staakt Staal zijn studie om aan het werk te gaan. Later dat jaar trouwen Ede en Fieke in Vries, in november wordt de eerste van in totaal zes zoons geboren. Na het afbreken van zijn studie moet Staal zijn dienstplicht vervullen en doet dit in Assen. In 1964 zwaait hij af en gaat aan het werk als leraar in Oude Pekela, een baan die hij na een jaar verruilt voor een betrekking aan de Technische School in Winschoten. In 1977 gaat hij aan de slag op de Openbare Scholengemeenschap in Woldendorp.
Het gezin verhuist veel en bewoont in 24 jaar niet minder dan 12 adressen in Veendam, Westerlee, Nieuw-Scheemda, Kibbelgaarn, Nieuwe Statenzijl, Nieuw Beerta en Delfzijl.
Muziek als uitlaatklep
Ede Staal is altijd met muziek bezig, veelal als hobby en tegelijk als uitlaatklep. Dat het hem met de muziek ook ernst is blijkt als hij in 1973 een single opneemt bij Phonogram in Hilversum. De nummers I'm in the blues en Hear my song worden weliswaar geen hits, maar desondanks wil de platenmaatschappij met hem verder. De non-conformist Staal zelf heeft echter geen zin in alle verplichtingen en randvoorwaarden die bij zo'n contract horen en bedankt, maar blijft zich als voorheen met muziek bezighouden. Hij schrijft nummers in het Gronings. Kenmerkend voor zijn nummers is dat Staal, die niet in het Gronings is opgevoed, zich bij het schrijven bedient van verschillende varianten van het Gronings.
Ontdekt
In 1981 krijgt Ede Staal bezoek van Engbert Gruben. Gruben werkt bij Radio Noord en heeft een bandje in handen gekregen met nummers van Staal en flarden daarvan. De regionale omroep wil het Groningse lied promoten en na lang aandringen mag Gruben langskomen op de boerderij in het noorden van Groningen. Ede Staal, die het publiek niet wil vermoeien met zijn hobby is aanvankelijk sceptisch, maar de bal komt aan het rollen en in 1983 wordt de single 'Mien toentje' opgenomen. Later dat jaar heeft Ede Staal zijn eerste grote optreden tijdens het Groninger Liedjesfestival in de Molenberg in Delfzijl. De kritieken zijn zeer lovend voor de dan nog onbekende zanger. Tien maanden later volgt het tweede optreden in het Veenlust theater in Veendam, waar hij inmiddels één van de publiekstrekkers in geworden.
Succes
Na afloop van het optreden in Veendam ontmoet Ede Staal notaris Lambeck, een bekende van zijn broer. Lambeck biedt Staal, die de mogelijkheden verkent voor het produceren van een plaat, het aanbod om de productiekosten voor te schieten. Samen met een lening van een Veendammer aardappelmeelproducent is het plaatje rond en kan met de opnames worden begonnen. Op het zesde Groninger Liedjesfestival, een jaar na zijn eerste optreden, beleeft de Groninger zanger zijn definitieve doorbraak. Ede Staal, die tot dat moment zijn algemenere teksten had gebruikt, opent zijn optreden in Hotel Parkzicht met het persoonlijke Credo - Mien bestoan en laat een onvergetelijke indruk achter. In november 1984 wordt de lp 'Mien toentje' opgenomen.
Het is in diezelfde periode dat bij Staal longkanker geconstateerd wordt. Als hij tijdens de opnames vergeleken wordt met de zes jaar eerder overleden Brel, reageert Staal met de uitspraak
'dat klopt, ik heb dezelfde ziekte'. Mien toentje wordt een groot succes. Werden er van de best lopende Groningse plaat tot dat moment 500 exemplaren verkocht, Mien toentje vliegt met duizenden tegelijk over de toonbank, een ongekend succes voor een streektaalartiest. Tegelijk met het succes van de lp ondergaat Staal een ingrijpende longoperatie, waar hij in van het voorjaar van 1985 van herstelt. De vooruitzichten lijken gunstig en Ede Staal gaat weer volop aan het werk. Hij werkt mee aan een Engelse lesmethode en krijgt een wekelijkse column op Radio Noord. Een vier weken lange vakantie in Frankrijk doet hem goed, maar in het najaar van 1985 blijkt dat zijn ziekte is teruggekeerd of misschien zelfs nooit is weg geweest.
Zo lang zijn gesteldheid het nog toelaat werkt Staal door; aan zijn nummers en zijn columns. Hij maakt nog mee dat in april 1986 zijn zesde zoon wordt geboren, maar moet op 22 juli 1986 de strijd tegen kanker definitief opgeven. Ondanks zijn korte carrière heeft Ede Staal een niet uit te wissen indruk achtergelaten en is zijn bekendheid ook tientallen jaren na zijn dood nog altijd onverminderd. De wijze waarop hij Groningen en de Groningers in zijn werk wist neer te zetten, is nog altijd ongeëvenaard.
Lees verder