La Niña de Los Peines
De jaren 1920 tot 1950 worden de Gouden Jaren van de flamenco genoemd, "La Época Dorada del Flamenco". Begin de jaren twintig organiseerden Manuel de Falla en Federico Garcia Lorca een wedstrijd om de kunst van de flamenco te bevorderen en te redden van de ondergang. Ze vreesden dat deze bijzondere kunstvorm zou verloren gaan door de overdreven commercialisatie ervan. Pastora Pavón en Manolo Caracol waren twee van de grote figuren in die tijd. Hier is het verhaal van La Niña de los Peines.
La Niña de los Peines
Pastora Pavón Cruz, 'La Niña de los peines " genoemd, werd in 1890 geboren in een zigeunerfamilie. Haar broers Tomas en Arturo Pavón waren ook zangers. Ze begon met zingen in de bars van haar buurt. Op elfjarige leeftijd kreeg ze een contract om op te treden in Madrid in het beroemde "
Cafe del Brillante". Er wordt verteld dat ze geen gepaste jurk had en dat ze met haar communiejurk ging optreden.De eigenaar van het café hoorde dit en bezorgde haar meer aangepaste kledij. Ze kreeg haar bijnaam "Niña de los Peines" (het meisje van de kammen), omdat ze in Madrid vaak een lied zong in de tiento tangos (een tango flamenco in traag tempo)stijl met de tekst: "Péinate tú con mis peines que son mis peines de azúcar "(kam jezelf met mijn kam, want hij is gemaakt van suiker). Het publiek applaudiseerde en gaf haar voor altijd deze artiesten naam.
Veelzijdige artieste
Pastora Pavón was een veelzijdige artieste gedurende haar ganse carrière. Ze had ze persoonlijkheid, kon alle soorten flamenco stijlen zingen (die worden palos genoemd). De palo "bulerías" was haar favoriet. Ze zong ook "Peteneras", "banderas" en "lorquianas" op zo'n hoog niveau dat niemand haar in die tijd kon overtreffen.Ze was één van de eersten die platen opnam (78 toeren in schellak of bakeliet) samen met andere belangrijke figuren van die tijd, zoals Don Antonio Chacón, Juan Breva en Manuel Torres.
Reina del Cante Flamenco
Haar discografie is zeer uitgebreid. Ze nam ongeveer tachtig platen op met in totaal meer dan 350 "Cantes". De beste gitaristen van die periode zijn te horen als haar begeleider. Enkele namen:
Ramón Montoya, Luis Molina, "
Manolo de Badajoz", "
Niño Ricardo", "
Melchor de Marchena,
Antonio Moreno en vele anderen.
Voorbeeldig flamenco koppel
Ze trouwde met Pepe Pinto en samen waren ze een voorbeeldig stel niet alleen als persoonlijkheden, maar ook in de flamenco kunstvorm.Pastora Pavón werd in de pers de"
Reina del Cante Flamenco" genoemd, de koningin van de Cante Flamenco.Vele jaren doorkruiste het flamenco koppel Spanje samen met Antonio Chacón en Manuel Torres, artiesten van hetzelfde niveau. La Niña de los Peines was een intieme vriendin van van
Manuel de Falla en
Federico Garcia Lorca. Deze bekende dichter begeleide haar verschillende keren op piano.Ze was ook bevriend met de schilder Julio Romero de Torres, die haar in zijn schilderijen portretteerde.Fernando de Triana noemde haar de beste "festera" in haar cantes werd ze enkel geëvenaard do Manuel Vallejo.
Cultureel erfgoed van Andalusië
In 1968 werd voor haar een standbeeld opgericht aan de Alameda de Hercules van Sevilla. Ze leed aan een langdurige ziekte en werd mentaal verward. Ze kreeg erstige aderverkalking en overleed hieraan op 26 november 1969. Zo kwam de "Faraona" van de "Cante por fiestas" aan haar einde en het zou moeilijk worden om haar ooit te evenaren.
Opnames uit de gouden jaren
Als we de gerestaureerde opnames van de oude 78-toerenplaten uit de jaren 1920-1950 beluisteren krijgen we een beter idee van wat nu juist bedoeld wordt met "pure"flamenco. Ik kon een paar CDs in de lokale bibliotheek van Ronda vinden met geremasterde opnames van die oude platen. Het stemregister van La Niña de los Peines ligt tegen dat van een operazangeres en het is dan ook niet te verwonderen dat ze regelmatig gevraagd werd voor de zogenaamde "Opera Flamenca" van die tijd. Meteen kunnen we ook horen hoe die grote maestros op gitaar klonken. Niño Ricardo, Melchor de Marchena en Manolo Badajoz horen waren de grote voorbeelden voor Paco de Lucía, Manolo de Sanlucar,Gerardo Nuñez en vele anderen.De Junta de Andalucía (het bestuur van de Andalusische regio) heeft de discografie van La Niña de Los Peines tot cultureel erfgoed verklaard en er is een prijs met haar naam toegekend aan Fosforito en Paco de Lucia.
Lees verder