Stomme film en explicateur, piano, orkest of Wurlitzer-orgel
In een tijd van veel techniek op allerlei gebied is het nauwelijks voor te stellen dat er ooit in bioscopen films werden gedraaid zonder geluid. Toch was dat het geval bij alle films van vóór 1927. Pas in dat jaar verscheen de eerste film met geluid. De films destijds waren zogenaamde stomme films. De term stom duidt daarbij niet op dom maar heeft de betekenis van niet in staat om te spreken. Met betrekking tot films dus zonder geluid. Dat wil zeggen bij de film zelf was geen geluid maar dikwijls wel in de bioscoopzaal. Daar zorgden explicateurs voor enige begeleiding van de film of speelde iemand op een piano of orgel om het verhaal muzikaal te ondersteunen en zelfs speelden complete orkesten.
Vooraf aan stomme film
Na de tijd van de toverlantaarn, waarbij bewegende beelden werden gesuggereerd, verschenen in 1895 de eerste echt bewegende beelden. Uiteraard was dat een geweldige sensatie. Op kermissen werden korte filmpjes vertoond met danseresjes in vlinderjurkjes en boksende mannetjes. Kort daarna werden, speciaal voor die films, verduisterde zalen ingericht. Ook werden plaatselijke muzikanten opgetrommeld om achtergrondmuziek te verzorgen waardoor de filmmuziek werd geboren.
Overdreven lichaamstaal van filmacteurs
Door het succes van die korte films werden langere films gemaakt en breidde het aantal onderwerpen zich uit. Door het gemis van geluid hing veel af van de lichaamstaal die vaak overdreven werd door de filmacteurs. Voor een betere gezichtsmimiek werden de ogen zwaar opgemaakt.
Explicateur met geluidtrucs
Omdat ondertiteling ook nog niet mogelijk was werden tussendoor tekstbeelden vertoond om de scènes te verduidelijken of dialogen in te voegen. Tevens trad in de zaal vaak een explicateur op. Een explicateur was iemand die het verhaal vertelde en daarbij ook begeleidende geluiden produceerde zoals bijvoorbeeld met een ratel te draaien om het geluid van een motor na te doen. Een goede explicateur volgde het verhaal precies en had heel veel mogelijkheden bij de hand om geluiden te imiteren. De tussenplaatjes met tekst werkten natuurlijk alleen bij de mensen die konden lezen. Lang
niet iedereen kon dat waardoor zeker ook voor hen de explicateur nodig was om het verhaal uit te leggen.
Explicateurs soms belangrijker dan de film
Een van de beroemdste explicateurs van Nederland was Louis Hartlooper die leefde van 1864 -1922. Nadat hij jaren werkzaam was bij reizende bioscopen was hij vanaf 1908 betrokken bij de filmvoorstellingen in Parktuin Tivoli in Utrecht. Hij was zo geliefd bij het publiek dat hij volgens geruchten, na regelmatig ontslagen te zijn wegens dronkenschap, met succes terug werd geëist. Explicateurs trokken soms ook meer publiek dan de film zelf en werden bedankt met veel applaus en bloemen en cadeaus.
Improviserende pianist
Ook werden films vaak begeleid door een pianist die improviserend met de spanning van het verhaal meeging. Gaandeweg kreeg die muziek een steeds belangrijkere rol. Filmstudio’s maakten zogenaamde cue-sheets met daarop suggesties wat er gespeeld moest worden. Zo ontstonden geheel verschillende muziekfragmenten voor liefdesscènes en voor achtervolgingsscènes.
Theaterorgel en orkest
Naast de piano deed het theaterorgel zijn intrede of traden orkestjes op. In grote bioscopen, zoals Tuschinski in
Amsterdam, waar films werden gedraaid van meer dan drie uur, werd de muziek verzorgd door een compleet symfonieorkest en aangevuld met allerlei geluidseffecten. Maar voor veel bioscopen paste het inhuren van een orkest niet in hun exploitatie omdat ze te duur waren.
Wurlitzer-orgel met veel geluidsmogelijkheden
Het theaterorgel zoals het Wurlitzer-orgel was een prima alternatief voor de dure orkestjes. Naast de orgelgeluiden die daar rijkelijk uit voortkwamen konden ook diverse andere geluiden worden opgeroepen. Het orgel beschikte onder meer over: autoclaxon, belletjes, buisklokken, klokkenspel, metallofoon, paardenhoeven, regengeluid, sirene, stoomfluit, talrijke slagwerkinstrumenten, vibrafoon, vogelgeluiden, wind en xylofoon. Door middel van toetsen in te drukken werden de apparaatjes en instrumenten die de geluiden voortbrachten aangestuurd. De speeltafel met toetsenborden was voor het aansturen van die geluiden voorzien van heel veel knopjes.
Einde van de explicateurs, pianisten, orkestjes en organisten
Maar producenten van films zochten naar mogelijkheden om geluid op te nemen en op de juiste wijze met de film te synchroniseren. Dat kon met 78 toerenplaten of met een ingewikkelde machine die aan de projector werd gekoppeld. In 1927 werd een manier gevonden om de filmband van een geluidsspoor te voorzien. Dat betekende het einde van duizenden filmmuzikanten en explicateurs die daardoor hun baan kwijtraakten.
Beroemde artiesten van de stomme film
In die tijd waren de beste filmacteurs zeer beroemd en werden door het publiek bijna vereerd zoals:
- Charlie Chaplin
- Buster Brown
- Buster Keaton
- Douglas Fairbanks
- Harold Lloyd
- Mary Pickford
- Oliver Hardy
- Roscoe 'Fatty' Arbuckle
- Stan Laurel
- The Keystone Cops
- W.C. Fields