De jonge jaren van de film

De eerste film
In 1826 wist de Franse Joseph Nicephore Niepce voor het eerst door een camera obscura geprojecteerde beelden te fixeren op een plaat. Hij was daarvoor al de belangrijke ontwikkelaar van de fotografie. Twee jaar later ontwikkelde zich een nieuwe doorbraak. De uitvinder en schilder Jacques M. Daguerre. Hij verkortte de extreem lange belichtingstijd door het latente beeld in een donkere kamer in een kwikzilveroplossing te dompelen en met een zoutoplossing te fixeren. Al in 1839 introduceerde de Engelse William Talbot het negatiefprotegé en belichtte papier dat van een geprepareerd laagje was voorzien. Uiteindelijk vervaardigde de Amerikaanse Hannibal Goodwin ten slotte de eerste filmstroken die van cellulosenitraat gemaakt waren en celluloid werden genoemd.
Ontwikkelingen
BeeldMet de introductie van de film, bleef het echt niet bij een 2 seconden durend filmpje. Er werd volop technisch ontwikkeld. In 1889 kwam Eastman Kodak als eerste op de commerciële markt met de celluloid.
In 1891 ging Thomas Edison een stapje verder en ontwikkelde hij de Kinetoscoop. Met de Kinetoscoop kon hij films nog levendiger maken. Daarnaast produceerde hij een de filmrol zoals vandaag de dag nog veel gebruikt wordt. Een 35 mm brede filmrol, aan de zijkanten geperforeerd. Echter gebruikt hij de filmrol pas in 1894 voor de eerste film.
Op het moment dat het ontwikkeld was, werd het nog niet veel gebruikt, maar in 1915 werd Technicolor ontwikkeld. Technicolor was een nieuwe ontwikkeling waarbij de films in kleur opgenomen konden worden. Dit is een van de hoogtepunten van de techniek. Het is de op een na meeste gebruikte techniek om kleurenfilms op te nemen na Kinomacolor. Technicolor werd pas echt gebruikt in de jaren 1920.
Geluid
Pas in 1927 kwam het eerste geluid bij de film, hoewel het al lang mogelijk was een opnamen band naast de film te laten lopen om geluid op te nemen. Voor de geluidsfilms werd de film vertoond met begeleiding van een orkest, op piano of sinds 1911 ook op een bioscooporgel begeleid. De muziek werd meestal geïmproviseerd, hoewel er een bepaald schema ten grondslag lag.
De eerste films
De eerste officiële filmvoorstelling was in februari 1894 in de Riley Bros optical shop in New York. Jean Aime LeRoy vertoonde daar de allereerste film. Dit gebeurde enkele weken voor de Lumieres vertoning van hun film La Sortie des Usiness, waarin werkers van de Lumiere fabriek terug naar huis keerden. LeRoy kreeg een privevoorstelling van Edison’s Kinetoscoop en was daarvoor zo onder de indruk dat hij dit ging gebruiken. Hij gebruikte twee kinetoscopen en maakte de films Washing the baby en The Execution of Mary Queen of Scots en vertoonde deze in Riley Bros optical store op 5 februari aan een klein publiek van gemiddeld 25 jaar oud.Dit was een doorbraak. Men was verbijsterd over de nieuwe ontwikkelingen en ging door met het maken van films. Het publiek werd groter en de films steeds beter.
Horror en Science fiction
Zelfs regisseurs experimenteerden met film. Zo werd in 1902 de eerste science fiction film geïntroduceerd. La Voyage dans la Lune. Een ruimtereis die geregisseerd was door Georges Melies. Hij baseerde zijn film losjes op twee romans Van de aarde naar de Maan van Jules Verne en The First men in the Moon van H.G. Wells. Het verhaal gaat over mensen die met een kanon naar de maan worden geschoten en daar gevangen worden genomen door maanmensen.

Avondvullend
The Story of Kelly Gang, geregisseerd door de Australische Charles Tait, was de eerste avondvullende film met een lengte van 70 minuten. Deze waardgebeurde dramafilm verteld het verhaal over Ned Kelly, een bekende bushranger uit Australie. De film wordt gezien als de eerste langspeelfilm.
Gelijk met de première van Frankenstein, brengt Hollywood zijn eerste productie op de markt. In Old California is een korte Amerikaanse stomme film, geregisseerd door D.W. Griffith. De film is een melodrama over het Mexicaanse tijdperk in Californië.