Een universele ‘Marina’ van Stijn Coninx
Stijn Coninx werd pas internationaal bekend als regisseur met ‘Daens’, een film over de legendarische priester uit het Aalst van de negentiende eeuw. Met een nieuwe biografische film over het leven van Rocco Granata klopt hij nogmaals aan de poort van het internationaal succes.Italiaanse migranten
In België hebben twee zonen van Italiaanse migranten uit de jaren zestig het muzikale landschap op zijn kop gezet en het kleine landje internationale faam bezorgd. Eerst was er de Siciliaan Salvatore Adamo die in 1946, drie jaar na zijn geboorte, met zijn ouders naar het Waalse Ghlin bij Mons (Bergen) verhuisde. Als tienjarige voegde de uit Calabrië afkomstige Rocco Granata zich in 1948 met zijn moeder en zuster bij zijn vader in Genk waar hij werkzaam was. De vaders van beide zangers-in-spé waren mijnwerkers, respectievelijk in de Borinage en Waterschei. In 1960 won Adamo een liedjeswedstrijd, zijn eerste plaat verscheen in 1961 en in 1963 kwam zijn grote doorbrak met ‘Sans toi mamie’. Granata scoorde reeds een monsterhit met ‘Marina’ in 1959. Er zouden nog vele successen volgen.Marina
De Italianen die na de Tweede Wereldoorlog in de Belgische steenkoolmijnen werden tewerkgesteld hadden een zwaar leven: ze leefden in armoedige omstandigheden in barakken en werden als slaven behandeld. Bij de minste tegenspraak werd hun loon ingetrokken en op straat werden ze vaak uitgescholden. Het racisme vierde hoogtij. Stijn Coninx maakte een biografische film over de jonge jaren van Rocco Granata, van zijn jeugd tot aan zijn grote succes ‘Marina’. Via Granata’s biografie schetst hij een beeld van het harde leven van migranten in die periode, aldus de film een universeler karakter meegevend.Matteo Simoni
Om de figuur van Rocco Granata geloofwaardig in te vullen ging regisseur Coninx op zoek naar een jongeman met de juiste looks en uitstraling. Dat werd gevonden bij de jonge Matteo Simoni, die weliswaar Italiaanse roots heeft, maar rasechte Vlaming is en het Italiaans moest aanleren om de rol perfect te kunnen spelen aangezien gedurende de helft van de film Italiaans wordt gesproken: in de beginsequenties in Italië zelf, later in familiekring en met andere immigranten in Limburg. De vader die nooit Nederlands leert wordt gespeeld door de Italiaan Luigi La Cascio, bekend als een van de broers uit ‘La Meglio Gioventu’ (2003), terwijl de mama gestalte wordt gegeven door de Italiaanse actrice Donatella Finocchiario, die mocht meespelen in ‘To Rome with Love’ van Woody Allen (2012). In beperkte kringen had Simoni reeds een zekere naam: hij was al actief bij verschillende Vlaamse televisiezenders en had een rol in de films ‘Zot van A’, van Jan Verheyen (2010) en ‘Weekend aan Zee’ van Ilse Somers (2012) .Thematiek
De problemen van de migrant worden dik in de verf gezet in de persoon van vader Granata, die zich kapot werkt, waardoor hij zijn gezondheid ondermijnt, om zijn gezin een beter leven te kunnen bieden. Zoon Rocco ondervindt wat het betekent als vreemdeling in Vlaanderen te moeten opgroeien: hij moet opboksen tegen discriminatie en vooroordelen. Zo kan hij zijn verliefdheid voor de dochter van de kruidenier niet uitleven aangezien de kruidenier een afkeer heeft van de migranten die hij beschouwt als ruziemakers en dieven. Daarenboven kan hij geen werkvergunning als muzikant verwerven omdat zonen van mijnwerkers contractueel verplicht zijn om ook in de mijnen te gaan werken. Uit deze uitzichtloze situatie wil Rocco zich loswerken door zijn grote passie, de muziek, te beoefenen ondanks tegenkanting van zijn vader. Met zijn accordeon slaagt hij erin een liedjeswedstrijd te winnen en de opname van een singletje te versieren. Net op het ogenblik dat werk in de mijnen de enige oplossing lijkt om een uitzichtloze financiële situatie veroorzaakt door een arbeidsongeval van zijn vader weer recht te trekken, brengt zijn liedje ‘Marina‘ de verlossing.Romantische tragi-komedie
De film is geen rauw, donker drama waarin alleen kommer en kwel de hoofdtoon uitmaken, maar blijft binnen de uitzichtloosheid van het migrantenbestaan een optimistische toon behouden. De humoristische intermezzo’s, vooral in Rocco’s onbeholpen pogingen om het kruideniersdochtertje toch te kunnen ontmoeten en het hof te maken, bieden voldoende tegengewicht om de film met de glimlach en een warmebuikgevoel te blijven volgen.Net zoals enkele scènes uit vroegere Vlaamse films in het collectieve Vlaamse geheugen blijven opgeslagen - ik denk dan bijvoorbeeld aan de naakte Willeke van Ammelrooy die uit de Nete oprijst in ‘Mira’ (1971) van Fons Rademakers of Pallieter die zijn naam in de sneeuw pist in ‘Pallieter’ (1976) van Roland Verhavert - zal de scène waarin Rocco met zijn vriendinnetje in het kanaal springt en nadien in een scheepskajuit met haar de liefde bedrijft lang blijven nazinderen.