Cameravoering en camerabeweging

Je zit helemaal in een film, het is reuze spannend. Je voelt je opgewekt en krijgt zweethanden. Iedereen herkent dit wel. Niet alleen de acteurs die je in beeld ziet brengen je dit gevoel, maar ook de cameramannen en -vrouwen werken zich in het zweet om een goeie film te maken. Lees hieronder meer over hoe ze dit doen op basis van cameravoering, camerabeweging en focus.

Cameravoering

In dit proces wordt betekenis toegekend aan het beeld. Dit wordt door de kijker vrijwel onbewust opgenomen. Zo zijn er allerlei technieken om een bepaald gevoel over te brengen met beeld. Dit gevoel is onder te verdelen in drie categorieën. Deze worden hieronder uitgelicht

Objectieve cameravoering

Het begrip verklapt al een klein beetje de betekenis. Een ander woord voor objectief is afstandelijk of onpartijdig. Het beeld kiest bewust geen kant van het verhaal. Deze cameravoering heeft ogenschijnlijk geen directe invloed op de kijker. Het beeld is neutraal.

Subjectieve cameravoering

Dit fenomeen is je vast bekend, je ziet het verhaal door de ogen van de (hoofdrol)speler. Jij als kijker waant je in de handeling van een bepaald personage.

Narratieve cameravoering

De camera doet dienst als verteller, de camera neemt actief deel aan de handeling. Er wordt vaak informatie onthult en verhult.

Camerabeweging

De drie bovengenoemde categorieën kunnen mede door camerabeweging gerealiseerd worden. Hieronder worden zeven invloedrijke bewegingen genoemd en uitgelegd.

Pan of pannen

Dit is beweging van links naar rechts (horizontaal). Dit geeft overzicht, over een bepaald gebied bijvoorbeeld.

Tilt of tilten (lift up/down)

Dit is de tegenovergestelde beweging van pannen. Deze beweging verloopt namelijk van boven naar beneden (verticaal). Dit verlegt de aandacht van de kijker en heeft net zoals pannen een narratieve functie.

Zoom in/out

Deze term klinkt je vast bekend in de oren. Dit betekent dat de brandpuntafstand van de camera wijzigt. Zoomen is een functie van de camera. Een camera naar voren (of achteren) bewegen is dus geen zoomen maar wordt een dolly genoemd.

Dolly in/out

Een dolly is dus camerabeweging naar voren of achteren. Dit gebeurt in de meeste gevallen op een speciaal daarvoor gemaakt camera-karretje. Een dolly kan gecombineerd worden met zoomen dit geeft een apart effect. Zoek je een voorbeeld? Klik hier.

Zip

Een zip is een snelle beweging waardoor informatie verdwijnt. Hetzelfde principe geldt wanneer je met je eigen camera een snelle beweging maakt. De bewegingsonscherpte is dan zo groot dat het beeld wazig wordt. Deze beweging wordt vaak gebruikt om de relatie tussen objecten en/of personen te leggen.

Tracking shot

Deze beweging kan een of meerdere bewegingen van hierboven bevatten. Bij dit shot volgt de camera het onderwerp. Het heeft dus een narratieve functie.

Crane shot

Dit shot kan alle bovengenoemde camerabewegingen uitvoeren en combineren. Een crane is een enorm geavanceerd middel en kan zowel objectieve, subjectieve en narratieve cameravoering uitvoeren. Benieuwd hoe dit eruit ziet? Klik dan hier.

Focus

De focus heeft ook invloed op de zeggingskracht en de betekenis van het beeld. Hieronder worden drie verschillende focussen uitgelicht.

Differential focus

De scherpte tussen elementen op de voorgrond, en elementen op de achtergrond verschilt. Zo ervaart een kijker scherptediepte. Tevens suggereert dit beeld een aandachtsgebied voor de kijker.

Deep focus

Of het element nu op de voor- of achtergrond staat, er wordt de suggestie gewekt dat elk element even scherp is. Dit geeft rust, de kijker wordt niet gedwongen zich ergens op te focussen. De kijker kan zichzelf moeilijk sturen.

Focus pull

De scherpte van het ene element gaat over in naar ander element. Bijvoorbeeld, de kijker ziet een bureau waar een potlood op ligt, op de achtergrond ligt een appel. Eerst is het potlood scherp zichtbaar, dit beeld wordt vager en de kijker ziet de appel op de achtergrond scherp na verloop van tijd.