recensie
Les Hommes et des Dieux
Contemplatief en meditatief, indrukwekkend en ingetogen. Dat is de film Les Hommes et des Dieux van de Franse regisseur Xavier Beauvois. Op het filmfestival van Cannes 2010 won deze film de Grand Prix. Sinds 18 november 2010 draait de film in Nederlandse bioscopen.
Het verhaal speelt zich af in het gehucht Tibhirine middenin het desolate Atlasgebergte van Algerije. In 1936 begonnen enkele Franse trappisten daar een kloostergemeenschap. Wanneer in 1963 de islam tot staatsgodsdienst wordt uitgeroepen, mogen de monniken toch blijven.
Christian de Chergé
Onder de bezieling van prior P. Christian de Chergé groeit het klooster uit tot een gemeenschap tussen christenen en moslims. In 1996 verstoren terreur en geweld de vreedzame harmonie. De paters komen voor de keuze te staan: blijven of vertrekken. Het verzorgen van terroristen leidt tot woede bij de regering. Uiteindelijk worden de monniken afgevoerd en afgemaakt.
Monastieke leven
De bijbel, de koran, het monastieke leven, de historie van Algerije en de moord op de monniken raakten Beauvois diep in zijn ziel. Met een strofe uit psalm 82 opent hij de film: ‘Ooit heb ik gezegd: ‘’U bent goden, zonen van de Allerhoogste, allemaal. Toch zult u sterven als mensen, als aardse vorsten”. De toon is gezet. De monniken zijn wel in de wereld maar niet van de wereld. Hun dagritme bestaat uit het zeven keer per dag gezongen getijdengebed. Het haast bovenaardse gezang smelt hen samen in hun spirituele strijd. Hun kloosterregel van St Benedictus roept hen op tot gastvrijheid vooral voor armen, vreemden en lijdenden. Ongeacht hun geloof of aard helpen de monniken iedereen op hun pad. Het leger noemen ze ‘hun broeders van het dal’, de terroristen ‘hun broeders van de bergen’. Hun liefde voor de medemens is onbaatzuchtig. Ondanks zijn hoge leeftijd geeft de monnik-arts 150 consulten per dag. De moslims kunnen over van alles met hen praten, ja zelfs over liefdesproblemen. De band met de monniken is zo hecht, dat de moslims hen zelfs uitnodigen op een besnijdenisfeest.
Terreur
In 1996 verandert opeens alles. In een spiraal van toenemend terreur en geweld worden handelaren om niets de kelen doorgesneden. De spanning neemt toe. Het vermogen van de monniken om te relativeren raakt zijn essentie met de woorden: ‘Mijn hoofd hebben ze nog niet afgehakt. Ze mogen het hebben.’ Zoals Christian (Lambert Wilson) zegt: ‘Ons leven hebben we al gegeven, toen we besloten om Christus te volgen.’ Er klinken ook andere geluiden. ‘We zijn geen monnik geworden om te sterven maar om te leven. Waarom zouden we martelaar worden?’ Steeds meer komen de monniken voor de keuze te staan: blijven of weggaan? De doorslag geven de woorden van Christian: ‘De Heer heeft ons uitgekozen om in dit land hier te leven samen met dit volk. Wanneer we weggaan, dan leveren we het dorp uit aan terroristen.’ De monniken zijn als vogels op een tak: gaan we wel of gaan we niet.
Le cygne
Uiteindelijk luidt ‘le Cygne’uit ‘le Carnaval des Animaux’ van Saint-Saëns hun zwanenzang in. In een dichte mist al voortsjokkend in een dik pak sneeuw verdwijnen de monniken uit beeld. Als aardse vorsten sterven ze. De moord verdwijnt in de doofpot.
Een spiritueel bevlogen film vol onbaatzuchtige liefde.
© 2010 - 2024 Vikla, het auteursrecht van dit artikel ligt bij de infoteur. Zonder toestemming is vermenigvuldiging verboden. Per 2021 gaat InfoNu verder als archief, artikelen worden nog maar beperkt geactualiseerd.
Gerelateerde artikelen
recensieFilmrecensie: SintDick Maas staat garant voor actie en horror. Meestal met de botte bijl … soms letterlijk en dat is wat hij ook met Sint…