Productieproces film
Het productieproces van een film houdt veel meer in dan aanvankelijk het idee is. Maar wat is dat precies? Wat is er nodig om de film van het jaar te maken? Wie draagt er tot de realisatie bij? In welke stappen verloopt dat proces precies?
Het productieproces verloopt in exact vijf stappen:
Ontwikkelingsfase
Een idee van de regisseur of scenarioschrijver wordt uitgewerkt tot een scenario. Maar daar gaan enkele stappen aan vooraf. Om te beginnen wordt er een synopsis van het verhaal gemaakt. Hierin worden geen details weergegeven, maar de grote lijnen van het verhaal. Enkel het thema en enkele onderliggende boodschappen worden hierin kort beschreven.
Het is pas in het Treatment dat karakters tot stand komen. De scenarioschrijver legt de uiterlijke en innerlijke kenmerken van de hoofdpersonages, nevenpersonages en figuranten vast. In deze fase wordt ook de vorm van het verhaal meer vastgelegd.
Ten slotte wordt het scenario opgesteld. De definitieve vorm van het verhaal wordt hier stevig uitgewerkt met allerhande aan informatie. De personages komen uitvoerig aan bod samen met de dialogen. Heel belangrijk aan het scenario zijn de regieaanwijzingen. De scenarioschrijver plaatst deze in het scenario, zodat iedere acteur of actrice weet hoe ze zijn/haar tekst moet overbrengen en welke acties daarmee gepaard gaan.
Wanneer het scenario opgesteld is, moet de financiële haalbaarheid van het project bekeken worden. Is de film niet te ambitieus? Hebben we genoeg kapitaal om een dergelijke productie te realiseren? Dergelijke vragen zijn zeker relevant. Als we tot de conclusie komen dat de productie te veel kapitaal zou vergen, meer als beschikbaar, dan zijn er enkele opties:
- Sponsors zoeken
- Besparen op allerlei vlakken
- Een low budget film realiseren
Pre-productiefase
Na de voorbereidingsfase kan de pre-productiefase van start gaan. In dit proces wordt van het scenario een storyboard of draaiboek gemaakt. Dit bestaat uit allemaal afzonderlijke tekeningen die de verschillende scènes voorstellen. Het toont hoe de regisseur ons de film wil laten zien, met andere woorden: uit welk standpunt wij de film zullen beleven. Daarnaast wordt een productiebedrijf opgezet, dat de cast en crew zal inhuren. Het verschil tussen cast en crew is zeer duidelijk. Met de cast bedoelen we die mensen die voor ons de rollen zullen vervullen. Zowel hoofdrollen als bijrollen of figurantenrollen. De crew bestaat uit alle medewerkers aan de film die zorgen voor de make-up, plaatsen van de setting, opname, montage...
Productiefase
Wanneer cast en crew ingehuurd zijn en het draaiboek compleet is, kunnen de effectieve opnames van start gaan. Uitzonderlijk aan het draaiboek is dat deze niet overeen komt met de volgorde van scènes in het scenario. Dit is praktischer voor de regisseur. Het maken van een film vergt vele inspanningen van vele personen. Zo zijn er de mensen die locaties gaan spotten waar gefilmd kan worden. Wanneer de regisseur samen met cast en crew op deze locatie aankomt, zal hij alle scènes die zich daar afspelen, opnemen. Het is bijvoorbeeld perfect mogelijk dat de regisseur een scène in het begin van het verhaal op de ene dag opneemt en op de andere dag een scène op het einde van het verhaal. Zo worden kosten en moeite bespaard.
Belangrijke figuren binnen deze fase zijn de cameramannen en de ‘Art Director’. De Art Director is vanzelfsprekend tewerkgesteld in de artdirection. Deze omvat alles wat de kijker ziet, het beeld. De Art Director wordt door de regisseur ingeschakeld om diverse dingen voor hem op te zoeken en te regelen. Het zoeken van filmlocaties is daar één voorbeeld van. Bepaalde mensen in de artdirection zijn constant op zoek naar filmlocaties die aan de verwachtingen van de regisseur voldoen.
Er zijn allerhande filmlocaties beschikbaar voor de regisseur. Zo zijn er de bestaande filmlocaties, binnen of in open lucht. Een tweede soort zijn de studiolocaties, een studio wordt volledig ingericht met fictieve huizen, planten, straten … Dusdanig dat de kijker gelooft dat de acteurs zich in een echt dorp, stad of landschap bevinden. Maar er bestaan ook virtuele filmlocaties. Acteurs voeren hierbij hun dialogen op voor een groot blauw scherm die later door computers een omgeving toegekend krijgt.
Voorbeeld van een Duitse regisseur:
De Duitse regisseur Werner Herzog staat erom bekend het liefst op locatie te draaien. Voor zijn films dook hij de jungle in, waar hij zijn cast en crew diverse ontberingen liet doorstaan. Zo moest in ‘Fitzcarraldo’ echt een boot een berg worden opgesleept, om het verhaal over een manische operaliefhebber met bouwplannen voor een operahuis middenin het oerwoud kracht bij te zetten.
De rekwisieten en kostuums zijn ook voorwerpen die door de artdirection geregeld moeten worden. Setting, wagens, wapens, meubels, de inrichting van een kamer in een huis … Deze behoren allemaal toe aan de rekwisieten van een filmset. Het zijn bovendien allemaal verplaatsbare voorwerpen. De Art Director moet in samenspraak met de kostuumontwerper ook de kostuums verzamelen voor de cast. Deze kostuums moeten vanzelfsprekend passen bij het karakter en de tijdsgeest van de film. Wie kan zich bijvoorbeeld nog Jack Sparrow zonder dreadlocks en piratenkostuum voorstellen? Of een Sherlock Holmes zonder zijn typisch Engelse outfit en pijp.
De cameraman beslist samen met de regisseur hoe shots opgenomen zullen worden. Onder het begrip shot verstaan we een filmopname die nog niet gemonteerd is. Met andere woorden, het is een opname van een bepaalde duur dat nog niet bewerkt is. Om een voorwerp, ruimte of personage in beeld te brengen heeft de cameraman tal van mogelijkheden. Bijvoorbeeld de kadrering, hierbij bedoelen we van hoe dicht of ver een voorwerp, ruimte of personage gefilmd wordt. De bedoeling om iets van een verre afstand te filmen, is om een algemeen idee te scheppen van de omgeving. Iets van heel dicht filmen daarentegen, een close-up, toont de kijker alle details. Dit wordt meestal gebruikt om emoties extra in de kijker te zetten.
Post-productiefase
Centraal in deze fase staat het monteren van de genomen shots. Ze worden op de juiste lengte geknipt en op de juiste volgorde geplakt. De editor – degene die monteert – en de regisseur beslissen samen welke volgorde van shots ze wensen en hoe de overgangen zullen verlopen. Zo heb je overgangen als cut, fade in, fade out, dissolve ...
Nadat de beelden gemonteerd zijn, worden ze naar de geluidsafdeling verzonden. Daar worden de dialogen, de muziek en geluidseffecten gesynchorniseerd met het beeldmateriaal.
Distributiefase
In de distributiefase komt de film naar het publiek. De film wordt voor het eerst blootgesteld aan het publiek in de bioscoop. Dit kan voorgegaan zijn door een première en een avant-première, dit is enkel voor de iets grotere films.