Kerkorgel in Doopsgezinde kerk in Hollum op Ameland
De Doopsgezinde kerk in Hollum op Ameland, sinds de Doopsgezind-Gereformeerde federatie Herenwegkerk genoemd, heeft een antiek orgel onder haar dak. In 2006 (toen was het orgel al meer dan eeuw oud) werd het muziekinstrument grondig gerestaureerd. Organist en orgelboekenschrijver Jan Jongepier liet daarna het opgepoetste orgel klinken als nooit tevoren. Het instrument kan weer honderd jaar mee.
Orgel van de Herenwegkerk op Ameland
Kerkorgel Doopsgezinde kerk in Hollum
Een kerkorgel is een blaasinstrument. Het geluid wordt in een pijporgel voortgebracht doordat er geperste lucht door pijpen wordt geblazen. Voor iedere toonhoogte wordt een pijp met een andere lengte aangeblazen. Het antieke orgel van de Herenwegkerk in Hollum was aan een grondige opknapbeurt toe. In 1903 bouwde Bakker en Timmenga, Orgel- en pianofabrikant te Leeuwarden, het instrument dat meer dan 400 pijpen bevat.
Luchtlekkage in het pijporgel
Deskundigen constateerden dat het orgel last had van luchtlekkage waartegen maar één remedie is en dat is demonteren en restaureren. Van februari tot eind juni 2006 waren orgelrestaurateurs van Mense Ruiter Orgelmakers uit Zuidwolde bezig met de restauratie van het instrument in de kerk aan de Herenweg in Hollum.
Demontage en vervoer van Ameland naar Zuidwolde
Orgel in de Doopsgezinde kerk /
Bron: Persbureau AmelandDolf Tamminga, adjunct directeur van Mense Ruiter, nam het binnenwerk van het Hollumer orgel mee naar Zuidwolde. De windlade werd gedemonteerd en in delen vervoerd naar de restauratiewerkplaats. Het hart uit de muziekkast van Hollum lag open en bloot op de werkbank. In de windlade zit het mechaniek dat tussen balg en pijpen het centrale deel van het instrument vormt. Het is de verdeelbak van wind en het is gemaakt van eikenhout, leer, vilt en metaaldraad. Het hout was hier en daar gescheurd en eens verlijmde delen waren losgesprongen. Leer en vilt waren sterk verouderd en versleten en het draad van de mechanieken behoefde vervanging.
Hart en longen van het instrument
“Hout krimpt en dan ontstaan er naadjes en scheuren. Dat geeft luchtlekkage. Scheuren zijn dichtgemaakt met latjes en losse delen zijn opnieuw gelijmd”, vertelt Tamminga. Hij noemt de balg de longen van het instrument. Dat onderdeel kwam eveneens op de operatietafel te liggen. De balg werd deels van nieuw schapenleer voorzien, zodat ook daar de lucht niet anders kan ontsnappen dan via de windlade richting pijpen. De balg wordt elektrisch aangedreven, maar in tijden van stroomstoring is handmatige bediening mogelijk.
Initialen
Aan de zijde van de orgelkast, waar met de hand gebalgd wordt, staan tientallen initialen in het hout gegraveerd. Doopsgezinde jongetjes en meisjes hebben tijdens het pompen schielijk hun letters in de kast gekrast.
Intoneren van de pijpen
Als laatste worden de pijpen onder handen genomen. Orgelpijpen zijn gemaakt van een legering van lood en tin. Dit is flexibel materiaal dat de klank ten goede komt. Het is ook zacht materiaal en in de loop van de tijd zijn er tientallen deukjes verschenen die de klank vervormen. Mense Ruiter deukte de pijpen uit en soldeerde de aanwezige scheurtjes en breuken.
klank
Daarna komt het geluid grondig aan bod. Intonateur Ingrid Noack stelt de klank. Zij is geen stemmer die zich met de toonhoogte bezighoudt. Het gaat haar om de klank. De intonateur zorgt dat de toon goed wordt aangesproken en dat er een mooie klank uit de pijpen rolt. Ze gebruikt daarvoor hamertjes in diverse soorten en maten waarmee ze op de pijpen -
“Zeg geen buizen, ik ben daar heel gevoelig voor!” - tikt en klopt en de klankgaten bijwerkt. Uiterst secuur krijgt elke aanslag een mooie klank.
Singelkerk in Amsterdam
Meindert Hellinga /
Bron: Persbureau AmelandNoack wordt bijgestaan door Meindert Hellinga, leerling orgelbouwer. Hellinga werkt op alle afdelingen van het bedrijf mee om alle facetten van het orgelbouwen, -restaureren, -stemmen en -intoneren te leren kennen. Hellinga en Noack ontdekten dat een aantal pijpen veel later dan 1903 zijn aangebracht. Bij nadere bestudering bleek het om lage registerpijpen te gaan die uit de Doopsgezinde Singelkerk in Amsterdam komen.
“Het kan zijn dat men begin vorige eeuw die pijpen niet meteen heeft geplaatst omdat het te duur werd”, zegt Ingrid Noack. Zeker weten doet ze dat niet.
Organist Jan Jongepier
De bekende organist Jan Jongepier begeleidde de restauratie. Hij was het die de kerk adviseerde dit orgel te laten restaureren in plaats van het te laten vervangen door een ander.
“Dit orgel past in deze kerk”, zegt Jongepier enthousiast. Hem valt de eer te beurt het instrument opnieuw in te wijden tijdens een feestelijke kerkdienst. De vaste organist van de kerk kan daarna met een gerust hart weer plaatsnemen op het orgelkrukje om de reguliere diensten muzikaal te begeleiden. De restauratie kostte € 62.000,--. Een derde deel daarvan werd betaald uit aangeboorde fondsen. Gemeente Ameland werd om een bijdrage gevraagd voor dit cultureel erfgoed en de rest betaalden ze zelf.
Verkopingen
Jaarlijks organiseren de doopsgezinden enkele verkopingen ten bate van de kerk. Het gerestaureerde orgel klinkt als nooit tevoren.
“Hij kan weer honderd jaar mee”, stelt Ingrid Noack de Doopsgezinde gemeente gerust.
Organist en orgeldeskundige Jan Jongepier overleed vijf jaar later op 31 juli 2011. Hij werd zeventig jaar.
Lees verder