Blokfluit: de basishouding
Hoe krijg je mooie tonen uit je blokfluit? Een goede blokfluittechniek begint met een verantwoorde basishouding. Hoe sta of zit je precies als je fluit speelt? Wat is de correcte positie van je bovenlichaam, je armen, je handen en je vingers bij het blokfluiten? Waar let je allemaal op als je als echte beginner serieus blokfluit wilt leren spelen? Lees de tips.
Als je staand blokfluit speelt
Ga goed rechtop staan met je voeten recht onder je heupen. Verdeel je gewicht gelijkmatig over allebei je benen. Verplaats je gewicht van je voorvoet naar je achtervoet en weer terug totdat je het gevoel hebt dat je goed in balans staat.
Als je zittend blokfluit speelt
Ga zitten op een kruk of een stoel zonder leuningen. Sla nooit je benen over elkaar. Zet je beide voeten plat naast elkaar op de grond. Voel het contact met de grond. Zit rechtop op het puntje van je stoel. Als je wat langer bent, zit je mogelijk prettiger als je wat verder naar achteren zit. Leun nooit tegen de rugleuning, maar zit altijd goed rechtop.
Basishouding voor je bovenlichaam
Zit of sta goed rechtop (zie bovenstaande twee paragrafen). Buig dus nooit naar voren of naar achteren. Met een rechte houding beschik je over meer adem. Laat je schouders zakken. Houd je hoofd rechtop. Zorg ervoor dat je kruintje hierbij het hoogste punt vormt. Schud je handen en armen los, zodat ze goed ontspannen zijn.
Als het goed is, vormen je hoofd, nek en rug nu een rechte lijn. Pak de blokfluit vast en breng die naar je mond. Breng nooit je mond naar de blokfluit, want dit zou een ergonomisch verantwoorde houding bederven en bovendien een vrije stroom van je adem belemmeren.
Houd de blokfluit in een hoek van ongeveer 45%. Laat je ellebogen niet tegen je bovenlichaam drukken of leunen. Dat belemmert het vrije ademen. Laat je armen liever een stukje los en ontspannen van het lichaam 'zweven'. Houd je polsen zo recht mogelijk ten opzichte van je arm en je hand.
Basishouding voor je hand en vingers
Bij de blokfluit is de linkerhand bedoeld voor de bovenste drie toongaten en het duimgat. De lager liggende toongaten zijn bedoeld voor de rechterhand. Bij het spelen bevindt je linkerhand zich dus altijd boven de rechterhand. Ook als je linkshandig bent, gebruik je de linkerhand op deze manier.
Leg je vingers van je beide handen ontspannen en licht gebogen op de toongaten. Zorg ervoor dat de 'kussentjes' van je vingers licht op de toongaten rusten en deze goed afdekken. Het is niet nodig en zelfs onwenselijk om hard op de toongaten te drukken. Het eigen gewicht van de vingers is zwaar genoeg.
De vingers van je linker- en je rechterhand die je op een bepaald moment niet nodig hebt om er een toongat mee te bedekken, zweven een klein stukje boven de toongaten, zodat je de vinger alleen maar een klein stukje hoeft te laten zakken om het onderliggende toongat te bedekken.
Je linkerduim en de blokfluit
Buig het topje van je linkerduim iets naar binnen. Een veel voorkomende fout is dat een beginner op de blokfluit de duim naar buiten beweegt. Zo'n 'zwikkende' duim maakt het octaveren onnodig moeilijk. Octaveren is het een octaaf hoger spelen van een noot door het duimgat deels te bedekken en over te blazen. Vermijd ook dat je met de duim een knijpbeweging maakt.
Als je met je licht gebogen ringvinger, middelvinger en wijsvinger de bovenste drie toongaten van je blokfluit bedekt, sluit je met het topje van je duim het duimgat af. Om precies te zijn met het deel van het topje van je duim dat zich direct linksboven je nagel bevindt.
Dit duimgat heeft een functie als je later leert octaveren, maar op dit moment volstaat het om het duimgat volledig met je duim af te sluiten. Je linkerduim heeft in het geheel geen steunfunctie!
Je rechterduim en de blokfluit
Met de duim van je rechterhand houd je de blokfluit in balans. Dit laatste luistert erg nauw. Bij een ongelukkig geplaatste rechterduim zul je als je een altblokfluit of tenorblokfluit hebt, de grootste moeite hebben om de laagste noot uit je instrument te krijgen, omdat je pink dan niet makkelijk het onderste (dubbele) toongat kan bedekken (en als je kleine handen hebt is de juiste positie van de rechterduim dus extra belangrijk). Maar ook als je op de (relatief kleine) sopraanblokfluit speelt, is een juist geplaatste rechterduim van groot belang voor je speelgemak.
Sommige beginners gebruiken graag een duimsteun, een elastiekje of een kurkje om het wegglijden van de fluit te voorkomen. Ervaren spelers gebruiken zelden of nooit een duimsteun of vergelijkbare hulpmiddelen: bij een goede houding is een dergelijk steuntje overbodig. Als je als beginnend blokfluiter bang bent om je fluit te laten vallen, kan zo'n hulpmiddel je echter een veilig gevoel geven.
Houd de rechterduim qua positie tussen de wijsvinger en de middelvinger. De fluit rust dan enigszins op de zijkant van de duim. Aangezien iedere hand verschillend is, kun je het beste wat experimenteren om de juiste plaats te vinden. Plaats je de duim te hoog, dan heeft je blokfluit de neiging om voorover te kantelen. Plaats je de duim te laag, dan bestaat het risico dat je blokfluit naar achteren kantelt.
Ontspannen spelen op je blokfluit
Let erop dat je met al je vingers ongeveer evenveel (of beter: even weinig) druk uitoefent. Een ontspannen houding is niet alleen van groot belang om langere tijd achtereen comfortabel te kunnen spelen, maar ook om mooie tonen uit je muziekinstrument te kunnen halen. Het helpt natuurlijk ook als je speelt op een kwaliteitsinstrument. Dat kan ook een van de betere
kunstoffen blokfluiten zijn.
Er valt nog veel meer te vertellen over een ergonomisch en speeltechnisch verantwoorde houding, maar je hebt nu een idee van wat er komt kijken bij een verantwoorde basishouding voor de blokfluit.
Lees verder