Joodse muziek: de 17e tot 20ste eeuw
In deze periode hadden de Joden het niet makkelijk. De mogelijkheden van de joden om hun creativiteit te uitten in muziek waren beperkt doordat dit niet door de christenen werd getolereerd. In dit artikel beschrijf ik hoe de joden leefden, en hoe de muziek zich in deze periode ontwikkelde.
Om wat beter over deze periode te kunnen praten deel ik de periode op in 2 periodes.
De eerste periode is natuurlijk de barokperiode tot ongeveer 1700. In de barokperiode was er een strenge christelijke cultuur en er was over het algemeen weinig tolerantie ten opzichte van de Joden. De 2e periode is de periode van de romantiek. In deze periode staat de christelijke cultuur niet meer zo dominant op de voorgrond en er ontstaat meer belangstelling voor andere culturen. Gedurende deze periode settelden Joodse vluchtelingen in west europa en ontwikkelden een eigen culturele positie. Omdat het moeilijk is om precies te zeggen wat Joodse muziek nou eigenlijk is, en omdat veel Joodse muzikanten deel gingen uitmaken van de westerse cultuur, laten we ons leiden door de invloed van Joodse muziek op de westerse muzikale cultuur.
De eerste periode: de barokperiode (tot begin 1700).
In de barokperiode kenden we een strenge christelijke cultuur die erg tolerant was tegen de Joden. Maar hoe tolerant precies verschilde van land tot land. In Spanje en Portugal is het grootste deel van de Joden wiens voorvaderen in Portugal en Spanje waren geboren gevlucht voor de inquisitie in Spanje waar trouwe volgelingen van het Joodse geloof als zondebok gebruikt werden bij de rechtbank van de katholieke kerk.Joden werden vaak verbannen uit hun eigen land. Daarom lieten veel Joden zich christelijk dopen, maar dat betekende niet dat ze ook als christenen behandelt werden. Bovendien bleven veel Joden stiekem trouw aan hun eigen godsdienst en dit uitte zich in kleine Joodse gemeenschappen. Iets wat streng verboden was. Clarmont-Tonnere zei daarover het volgende:
“Wij moeten alles met betrekking tot de Joodse natie weigeren, maar alles overeenstemmen met de Joden als individuen. (…)Als zij geen burgers willen zijn, zouden zij dat moeten zeggen en wij zouden hen moeten verbannen. Het is weerzinwekkend om in de staat een vereniging van niet-burgers te hebben, of om een natie binnen de natie te hebben.”
(Clarmont-Torenne, 1789, Nationale Assemblee)
In Nederland en Duitsland waren we relatief tolerant tegenover Joden waardoor begin 1600 steeds meer Joden naar de republiek kwamen. Naar schatting kwamen er aan het eind van de 16e eeuw duizenden Joden uit Portugal en Spanje naar de republiek gevlucht. In 1635 werden er opnieuw Joden verdreven, dit keer uit polen waar tot voor kort 80% van de Joodse beschaving woonde.
De Joden kwamen als vluchteling en leefden in sobere omstandigheden. Hoewel Nederland relatief tolerant was tegenover de Joden betekende het niet dat ze volledig op werden genomen in onze cultuur. Zo waren ze bijvoorbeeld uitgesloten van gilden. De dominante christelijke cultuur had ook weinig aandacht voor nieuwe muzikale inbreng en bood weinig gelegenheid voor de Joodse muziek. Als gevolg hiervan is er eigenlijk heel weinig terug te vinden van deze typische Joodse muzikale cultuur. In de muziek van Bach en Mozart en tijdgenoten heb ik weinig sporen van Joodse muziek kunnen vinden. Er zijn in die tijd ook nauwelijks componisten met een Joodse achtergrond. Wel hielden ze hun oude muzikale rituelen in stand zoals de religieuze muziek, gezongen in de eredienst. Hoewel deze diensten in veel landen vaak verboden waren, waren wij in Nederland nog relatief tolerant. In Elburg, de geboorteplaats van mijn vader, staat een Joodse kerk uit begin 17e eeuw die een actieve Joodse gemeenschap had met een eigen synagoge.
De tweede periode: de periode van romantiek
In westelijk europa verschilt de positie van Joodse inwoners ten opzichte van niet-Joden in de tijd van romantiek op de westerse landen nogal sterk. In sommige landen zoals Nederland en Duitsland hadden Joodse families zich gesetteld en beklede soms zelfs belangrijke posities in het culturele leven. De ontwikkeling van de romantiek en de enorme veranderingen boden meer plaats voor een persoonlijke, eigen vormgeving van de muziek. De muziek word niet meer gekenmerkt door vaste structuren zoals in de tijd van Bach, maar de componisten componeerde steeds meer vanuit een eigen ingeving. Plotseling kwam er ruimte voor nieuwe Joodse muzikale inbreng vanuit de Joodse muzikale wereld. Dit was het eerste teken van Joodse muziek in de westerse muziekwereld. De Joodse gemeenschap ontwikkelde een eigen culturele positie in de westerse wereld, al of niet in aanpassing of met behoud van eigen Joodse cultuur. Hoe Joodse muzikanten en componisten omgingen met deze veranderingen was heel verschillend. Om een beeld te geven noem ik twee Joodse componisten:
Felix Mendelsohn
Felix Mendelsohn kwam uit een Joodse familie. Zijn vader, Moses Mendelsohn was een belangrijke, invloedrijke, Joodse filosoof. Maar zelf is hij christen geworden. Ook componeerde hij christelijke muziek waar weinig Joodse thema’s in terug te horen zijn. Hij was dus van oorsprong joods maar componeerde volgens de westerse muziekregels.
Max Bruch
Soms gingen de Joodse invloeden in deze romantische periode zo ver dat niet-Joodse componisten muziekstukken componeerden vanuit een niet-Joodse cultuur zoals
Max Bruch. Hij was van niet-Joodse afkomst maar orkestreerde
een joods gebed voor cello en orkest. Het stuk heette Kol Nie Drei. Doordat niet-Joden soms delen van de Joodse muziek overnamen raakte de Joodse muziek verstrengeld met de westerse muziek. Gelijktijdig met de komst van de romantiek kwam er dus niet alleen ruimte voor Joodse klassieke muziek, geschreven als kunstvorm, maar ook voor de traditionele Joodse religieuze muziek. Je zou kunnen zeggen dat hiermee de religie zelf ook meer geaccepteerd werd. Oorspronkelijk was deze kerkelijke religieuze muziek gezongen muziek, het waren liederen van de eredienst, maar geleidelijk was er ook meer ruimte voor instrumentale muziek.
Oost-europa
In oost-Europa ontwikkelde de Joodse muziek zich heel anders. Oost-Europese landen zoals Polen en Rusland woonden de Joden in de tijd van romantiek in gesloten gemeenschappen, Sjtetls. Van klassieke muziek was geen sprake. Ook was de religieuze muziek streng verboden. In Rusland probeerden ze keer op keer de Joden te verdrijven maar omdat dat niet lukte hebben ze in 1791 een vestigingsgebied ontworpen. In dit gebied waren alle Joden vrij om zich te vestigen. Dit gebied lag in delen van west Rusland, waar tegenwoordig polen, Oekraïne, Moldavië en Roemenië liggen. Doordat de Joden in dit gebied hun eigen cultuur mochten beoefenen ontstond er in grote mate een Joodse cultuur. Op bruiloften werden klezmorim ingehuurd.
Deze klezmorim verzorgde grapjes en entertainment in de vorm van muziek. Er werden Jiddische Liederen gespeeld, begeleid met twee of meer instrumenten: de bratch (altviool), klarinet en contrabas speelden een belangrijke rol. Hoewel het voornamelijk volksmuziek was werden de liederen vaak gebaseerd op de Joodse religie. Klezmermuzikanten konden niet leven van hun baan, ze waren vaak arm en konden geen noten lezen. Klezmer werd een scheldnaam voor muzikanten die op bruiloften speelden. Hoewel deze Joden in Sjtetls woonden, werden ze wel uitgenodigd om bij niet-Joden te komen spelen en omdat niet Joden ook binnen de grenzen van de sjtetls kwamen vermengden deze typische Klezmer zich met andere muziekstromingen waaronder jazz tango, polonaise en de polka. Aanvankelijk was deze Klezmermuziek nog niet zo bekend. Pas in de jaren zeventig van de 20ste eeuw werd deze muziekstroming wereldwijd bekend.
De kenmerken van Joodse muziek
Een belangrijk kenmerk van Joodse muziek heeft te maken met de toonafstand van verschillende tonen in de toonladder. Een Joodse toonladder gaat iets anders. Het gevolg is dat er geen duidelijke verdeling meer is tussen majeur en mineur. In zo’n toonladder zit een majeur en mineur element. Al zijn de melodieën nog zo vrolijk, in onze ogen is de muziek altijd een beetje droevig. Dit uit zich heel mooi in de Klezmermuziek. Je hoort de vrolijke deuntjes maar toch voel je dat het een beetje droevig is.
Er waren grofweg drie stromingen binnen de Joodse muziek.
- Volksmuziek (vaak wel gebaseerd op religieuze liederen.)
- Religieuze muziek
- Serieuze (klassieke) muziek: muziek als kunstproject.
Later volgt de ontwikkeling van compleet nieuwe stromingen in de muziek en kunstwereld zoals Schönberg en andere vormen van avant-gardistische kunst. Joodse muzikanten speelden hierin een belangrijke rol. Hun rol was zo belangrijk dat tijdens de vervolging van de Joden in de 2e wereldoorlog niet alleen de muziek van Joodse componisten werd verboden, maar complete muziekstromingen waarbij de Joden betrokken waren.
Beknopte samenvatting
In de periode van 1600 tot 1800 krijgt de invloed van de Joodse cultuur op de westerse muziek steeds meer vorm. Dat geld niet alleen voor de muziek zelf, maar ook voor de uitvoerende musici, en daarin krijgt ook de religieuze achtergrond van de muziek steeds meer erkenning. Belangrijke nieuwe stromingen in de muzikale wereld worden gedragen door componisten met een Joodse achtergrond. Hieraan komt een abrupt eind wanneer in Duitsland de Nazi’s hun invloed op de cultuur beginnen uit te oefenen.