Toneelspelen met kinderen: gebruik je lichaam en fantasie
Je speelt toneel met kinderen en wilt je spelers wat losser maken. Je had gedacht dat kinderen nog veel fantasie en verbeelding hebben, maar in de praktijk valt het je tegen. Kinderen hebben weliswaar veel fantasie, die moet wel eerst aangeboord worden wil hij aan de oppervlakte komen en bruikbaar zijn. Speltechniek kan daarbij helpen. Zie het als training voor het sporten. De kinderen leren wat kan en hoe ze iets kunnen bereiken. Dit prikkelt hun fantasie en zelfvertrouwen. Van daaruit kunnen jullie verder.
Fantasie aanboren met toneelspelen
Probeer de verbeelding van de kinderen te prikkelen door hen iets, een beeld, een situatie, een persoon voor te spiegelen. Laat hen vrij associëren en op elkaar reageren. Dure of ingewikkelde attributen zijn niet nodig. Het gaat er puur om dat kinderen hun fantasie gebruiken. Zo kun je ze denkbeeldig over een koord hoog in de lucht laten lopen, laten schrikken voor iets of iemand die ze zelf mogen bedenken of een specifieke maaltijd laten eten op een manier die verklapt of het smakelijk is of helemaal niet.
De videorecorder
Wandel in normaal tempo door de hele ruimte, alsof het een (speel)plein is. Hinder elkaar niet. De regisseur geeft aan wat de spelers moeten doen:
- Normaal vooruit, snel vooruit, snel achteruit, vertragen, heel erg vertragen, beeldstop.
- Jaag op een konijn, sprokkel hout voor een kampvuurtje, zoek paddenstoelen, pluk bessen / bosaardbeitjes, spin garen, draag een vermoeid kind op de rug.
De leeftijd
Kinderen
Je bent op het schoolplein: huppel, hinkel, spring bokje, doe tikkertje, speel verstoppertje; wees vrolijk en gelukkig. Wie ben je? Een peuter die net kan lopen? Een meisje van vijf? Een puber?
De volwassene
Loop met zekere tred door de straat, of steek het plein over. Je gaat doelbewust ergens heen: je werk, een klant, naar huis. Je hebt haast of je bent in gedachten verzonken, je komt een bekende tegen, je koopt een krant, het is pauze en je koopt een broodje bij de kiosk. Wie ben je? Een zakenvrouw? Een huisman met kinderwagen? Een rijpere heer? Een vervroegd gepensioneerde?
De bejaarde
Het is mooi weer, je maakt een wandelingetje door het park / de tuin / de stad. Je hebt last van artritis: stijve spieren, of pijnlijke botten. Af en toe blijf je staan om op adem te komen, even uit te rusten. Je loopt met een wandelstok / een hondje / een looprekje / een boodschappenwagentje. Je rookt een sigaar / pijp.
Gevoelens
Een ruzie
Arthur heeft van Elsa een boek geleend. Helaas heeft hij er per ongeluk koffie op laten vallen. Als hij het geleende boek teruggeeft, merkt Elsa het en wordt onmiddellijk boos.
Angst
Elsa en Arthur kijken naar een griezelfilm. Plotseling hoort Elsa een vreemd geluid in huis. Ze vraagt Arthur om te gaan kijken, maar Arthur heeft daar geen zin in…
Afschuw
Arthur en Elsa zitten aan tafel. Het is tijd voor de warme maaltijd. Elsa heeft spruitjes met puree gemaakt, daar is ze gek op. Maar Arthur walgt ervan…
Blijdschap
Arthur heeft van zijn baas promotie gekregen, maar moet daarvoor wel verhuizen. Hij is er erg blij mee, maar Elsa ziet het helemaal niet zitten om te verhuizen.
Tevredenheid
Elsa is heel tevreden met haar leventje. Ze heeft zo haar vaste routine met koffiekransje, kaartclubje, huishouden en boodschappen. Arthur is pas met pensioen en weet niet wat hij opeens met al die vrije tijd moet doen.
Lichaam
Ook zonder verkleding moet je kunnen laten zien wat voor type je bent:
De dikke man
Door het gewicht van je dikke buik zijn je benen iets gebogen en staan je armen iets van het lichaam af, je handen liggen plat op je buik. Door de onderkinnen houd je je hoofd in de nek. Je wangen zijn bol.
De magere vrouw
Je trekt je buik, je schouders en wangen in en loopt een beetje krom, met een hoge rug. Je benen houd je recht en dicht bij elkaar.
De krachtpatser
Je bovenlichaam is breed en gespierd, net als je armen die je gekromd iets van het lichaam af houdt. Je vuisten zijn gebald, je benen iets gekromd. Door met je heupen en je schouders te draaien kun je er nog dreigender uitzien (als een gorilla!)
Varianten
Loop met platvoeten, met een been langer dan het andere, iets hinkend, met een sleepvoet, met X- / O-benen, heupwiegend op hoge hakken, met afgezakte schouders, met scheve schouders, overdreven veerkrachtig of juist stram als een militair.
Beroep / status
Ook moet je kunnen laten zien wat voor beroep je hebt: een visboer, een onderwijzer, een conciërge, een boerin, een advocaat of burgemeester.
De spelers lopen over het plein en krijgen te horen wie ze moeten spelen en nemen meteen de houding van die persoon aan.
Op avontuur
De spelers lopen in ganzenpas zodat ze elkaar niet hinderen. Probeer de handeling, maar ook de voor de situatie passende emotie uit te drukken:
Je baant je een pad door de jungle
De voorste speler kapt met een mes de lianen en takken weg. Dat gaat soms langzaam, soms sneller. Degene achter hem raapt de takken op en gooit ze aan de kant. Ook de volgende spelers moeten takken opzij duwen voor henzelf en degenen achter hen. Soms moeten ze samen een omgevallen boomstam opzij trekken, slepen en duwen. Intussen is het erg heet en benauwd, ze zweten veel en moeten regelmatig drinken, uit een waterzak of een bronnetje langs het pad. Ze schrikken van geritsel van slangen / ratten / een everzwijn? Of ze lopen in een spinnenweb en prikken zich aan wilde brandnetels.
Je loopt over een enorme kale vlakte
De zon brandt ongenadig op je neer. De grond is ongelijk, soms zanderig, soms met scherp gras of stenig. Je loopt op blote voeten of draagt schoenen met dunnen leren zolen: hoe dan ook: je voelt alles. Er zijn veel muggen die je steken en om je heen vliegen en zoemen. Als plotseling een zandstorm opsteekt zie je geen hand voor ogen en het zand striemt je gezicht en prikt in je ogen.
Je komt bij een snel stroompje dat je moet oversteken
De walkant is steil en glibberig. Je kunt je vasthouden aan overhangende takken of lang gras, maar er zitten stekelige planten bij en brandnetel. Het water is niet diep maar wel ijskoud en de stenen zijn glibberig van het mos.
Je bereikt een middeleeuws stadje
Het is enorm chaotisch en lawaaierig. Er lopen mannen met zware zakken vol kolen op hun rug. Gammele karren passeren met knollen die voor je neus grote dampende vlaaien op de keien laten vallen, soms heeft er een diarree, dan klettert het in je gezicht. Er zijn vingervlugge nieuwsgierige en brutale kindertjes die voor je voeten wegspringen en bedelen om geld of eten. En er zijn geiten en kippen die je moet ontwijken. Terwijl je barst van de honger kom je langs een bakker en ruikt het verse brood. Of je passeert een smid waar je je warmt aan het vuur. Agressieve bewoners jagen je weg omdat ze bang zijn dat je komt stelen of omdat je er zo vies uitziet en stinkt.
Eindelijk bereik je de bergen
Er is geen pad dus je moet zelf een weg zoeken over de scherpe en gladde keien en grote rotsen en door dicht scherp struikgewas. Je loopt soms steil omhoog, dan weer over een smalle richel omlaag. Het regent pijpenstelen, soms glijd je uit. De zon is je kompas, maar hoe doe je dat als de zon niet te zien is?