Ierland The Chieftains en traditionele Ierse muziek
The Chieftains maakten Ierse traditionele muziek toegankelijk voor miljoenen mensen. De band begon eind jaren 60, in Dublin en speelt nog steeds. Ze zijn op Keltische Muziek Festivals te horen en treden op met de groten der aarde op muziekgebied. The Chieftains speelden aanvankelijk alleen traditionele Ierse folk, maar zijn zich meer en meer gaan interesseren voor andere folkmuziek en integreerden die in hun muziek. Ze onderzochten Spaanse en Franse folk, bezochten Nashville en werkten samen met Chinese musici. Ze inspireerden velen en namen platen samen met pop- en rocksterren op. In Westport, West Ierland, staat een pub van een der Chieftains.
Wereldmuziek van Paddy Moloney
The Chieftains staan aan de bron van wat we tegenwoordig
wereldmuziek noemen. In de jaren 70 wàren zij de wereldmuziek. Uillean piper Paddy Moloney verzamelde in de jaren '60 in Dublin een aantal muziekvrienden om zich heen. Violist Martin Fay, Seán Potts op
tin whistle, fluitist Micheal Tubridy en David Fallon op bodhrán namen samen met Paddy Moloney hun eerste album op in 1963.
The Chieftains uit Ierland
De naam van de groep is gebaseerd op een gedicht
Death of a Chieftain, Dood van een hoofdman. De muzikanten hadden al samen gespeeld in een folk orkest en in de jaren 50 in en rond Dublin al menig sessie met elkaar gespeeld. Het album weerspiegelt een nieuwe benadering van het spelen van
traditionele Ierse muziek. Het album met instrumentale muziek was een bijzonderheid in die tijd. The Dubliners en The Clancy Brothers brachten ook Ierse muziek, maar dan met zang.
Tweede album
Na vijf jaar bracht de groep zijn tweede album uit,
Chieftains 2. De spelers in de band wisselden. In 1966 kwam
bodhrán speler Peadar Mercier bij de groep. Hij verving David Fallon die al wat ouder was. Seán Keane kwam in er 1968 als violist bij, naast Martin Fay. Derek Bell trad begin jaren 70 toe tot de groep. Tegen de tijd dat het tweede album werd uitgebracht, was de reputatie van de groep die traditionele muziek op een vernieuwende manier speelde gevestigd. De erkenning brak echt door met hun derde album dat in 1971 verscheen:
Chieftains 3. Beroemdheden als Peter Sellers, Mick Jagger en Marianne Faithfull ontdekten de muziek, waardeerden het en lieten dat weten. The Chieftains maakten naam in Groot Brittannië en Amerika. In 1972 speelden ze voor het eerst in New York en in 1973 en 1974 maakten ze hun eerste succesvolle tournees.
Harp en film
Begin jaren 70 voegt Moloney de harp toe aan de groep en de klassiek geschoolde harpist Derek Bell treedt toe. Bodhrán speler Peadar Mercier verlaat in 1973 de groep ten tijde dat het album
Chieftains 4 wordt uitgebracht. Voordat hij full-time Chieftain werd, trad harpist Bell al een aantal keren met The Chieftains op en bleef hij lid van het BBC-orchestra. In 1975 werden alle Chieftains full-profs. Op dit vierde album staat ondermeer
MNA na hÉireann,
Women of Ireland. Een prachtig stuk, dat zo populair werd dat vele pop-stations op de Britse eilanden het draaiden. De muziek komt terug in Stanley Kubricks film
Barry Lyndon uit 1975, met Ryan O'Neal en Marisa Berenson. De soundtrack droeg bij aan het succes van The Chieftains. Ze kregen er een Oscar voor.
Zang en dans
In 1975 werd de groep uitgeroepen tot
Melody Maker's Group of the Year en versloeg daarmee de Rolling Stones en Led Zeppelin. De populariteit groeide wereldwijd en hun eerste concert als professionele artiesten deden ze in 1975 in een uitverkochte Royal Albert Hall in Londen. Tot die tijd was musiceren voor de bandleden hun nevenberoep geweest. Peadar Mercier verliet in die tijd de groep en Kevin Conneff trad in zijn plaats. Conneff, een begenadigd bodhrán speler, bracht een nieuw element in: zang. Tegelijk met de zang trad ook de dans toe tot The Chieftains act.
Grammy nominatie
The Chieftains leverden ook muziekaal een bijdrage aan de Franse-Ierse film The Purple Taxi (Un Taxi Mauve), geregisseerd door Yves Boiset. Ook is hun werk in de late jaren 1970 en vroege jaren 1980 te horen bij diverse documentaires.
Hun eerste Grammy nominatie in 1978 voor
Chieftains 7 in de categorie
Ethnic Recording beloofde meer toekomstig succes.
In het album Chieftains 7 voegt de groep een nieuwigheid in: elk bandlid brengt een stukje muziek in. De release van
Chieftains 8 is het laatste album met Seán Potts op fluit en Michael Tubridy op fluit en concertina. Beide mannen treden terug en nemen afscheid van de groep. Er treedt voor de musicerende Ieren een nieuw tijdperk aan, met een nieuwe weg en nieuwe uitdagingen.
Matt Molloy
Oude vriend van Moloney, Matt Molloy, treedt in 1979 toe. Molloy speelde voorheen bij de Bothy Band en Planxty. Het is diezelfde Molloy die in Westport een eigen muziekkroeg heeft met prachtig oud interieur. Vrijwel elke avond is er live muziek in de
Yard Bar en Molloy speelt er zelf ook regelmatig.
Chieftains 9 wordt opgenomen en ook dat album krijgt een Grammy nominatie. Aan het nummer
Boil The Breakfast Early op dat album is Molloys bijdrage af te luisteren.
Dublin en de Paus
Het succes groeit en bereikt In 1979 een van de hoogtepunten als The Chieftains in het Phoenix Park in Dublin mogen staan. Ze spelen voor een menigte van 1,35 miljoen mensen, die is samengekomen om paus Johannes Paulus II in Ierland te verwelkomen. The Chieftains waren de openings act.
De Paus bezoekt tijdens die reis ook het bedevaarstoord.
China
The Chieftains zijn in de jaren 1980 een gevestigde groep. Ze komen op radio en televisie en leveren in 1982 de muziek voor een miniserie naar Thomas Flanagans roman
Het Jaar van de Fransen. Ze maken dan ook hun acteerdebuut, want ze spelen in die serie de muzikanten.
Als ze in 1983 een bezoek aan China brengen is dat opnieuw een hoogtepunt. Van dat bezoek is een album en video gemaakt:
The Chieftains in China. De video werd wereldwijd uitgezonden. De groep speelde daar ook met Chinese musici en ze waren de eerste muziekgroep die optrad op de Chinese Muur.
Amerika
Ze maken meer filmmuziek en ontvangen van Canada de
Genie Award, een Canadese Oscar, voor hun werk aan de film
The Grey Fox. The Chieftains touren over de hele wereld en treden op veel verschillende locaties op, soms samen met orkesten. Ze werken met danstheater en ballet en doen talloze televisie-en radio-optredens op diverse continenten: successen rijgen zich aaneen.
The Chieftains waren muzikale gasten in het populaire Amerikaanse late-night tv-programma
Saturday Night Live in 1979. In 1983 was het de eerste groep die in de Verenigde Staten in het Capitool mocht spelen en een volgend belangrijke gebeurtenis in hun doorbraak in de VS was een optreden in 1986 in NBC's
The Today Show.
Step dancers
In de jaren 80, The Chieftains bestaan dan 25 jaar, voegen ze een element aan hun show toe:
Irish step dancers. Ze introduceren de Ierse dans ondermeer in Amerika nog voordat de
Riverdance er immens populair werd. Het wakkert ook in Ierland de belangstelling voor de dans aan.
Van Morrison
In 1986 werken ze samen met Van Morrison aan opnames die ze
Irish Heartbeat noemen. Ze vieren hun 25-jarig bestaan met een speciaal programma en ze komen uitgebreid aan het woord in het Ierse tv-programma
The Late, Late Show. De Ierse regering prijst ze in 1989 als Muzikale Ambassadeurs van Ierland, dat wordt ervaren als een grote eer.
Ze blijven muziek maken, touren, op televisie optreden en voor films werken. Ze werken ondermeer mee aan
Three Wishes for Jamie,
Treasure Island,
Far and Away,
Circle of Friends en
Rob Roy.
Grammys
De jaren 90 zijn succesvolle jaren. Ze krijgen meerdere Grammy nominaties en ontvangen twee Grammy Awards. Een Grammy is voor
An Irish Evening: Live at the Grand Opera House met Nanci Griffith en Roger Daltrey en de tweede is voor
Another Country, een album waarin ze spelen met de relatie tussen de Ierse traditionele muziek en Amerikaanse country.
The Bells of Dublin, een Kerstalbum uitgebracht in 1991, wordt het eerste gouden album van de groep. Het is een van de eerste albums van The Chieftains waaraan ook andere artiesten meewerken, ondermeer Jackson Browne en Marianne Faithfull. Andere albums die jubelend zijn ontvangen, zijn twee waar de Ierse fluitist James Galway meespeelt. Het best verkochte album aller tijden voor de groep is
The Long Black Veil, waarop ook het nummer met Van Morrison,
Have I Told You Lately That I Love You te horen is.
Chief
Een grote eer valt hen te beurt in maart 1995, als ze tot erechiefs van de
Oklahoma Choctaw Nation benoemd worden, nadat Paddy Moloney hen had bedankt toen hij vernam dat de Choktaw meer dan 150 jaar geleden Ieren hadden geholpen tijdens de Grote Honger. Het is de eerste keer dat
niet native Americans deze titel krijgen.
Spanje
De muziek brengt de groep over de hele wereld en in 1996 komen ze in Spanje. Daar verkennen ze de muziek van Galicië, koppelen dit aan de Ierse en dat resulteert in het album
Santiago. Voor dat album krijgen ze in 1997 een Grammy Award, voor het beste wereldmuziek album. Ze ontvangen een Emmy Award voor hun muziek achter de documentaire
The Long Journey Home: De Ieren in Amerika. Het album laat ondermeer nieuwe composities geïnspireerd op de Ierse diaspora en haar bitterzoete erfenis met bijzondere aandacht voor de
Gorta Mor, De Grote Honger, en de daaruit voortvloeiende massale uittocht vanwege de hongersnood en de opwerking van de Ieren in de Amerikaanse samenleving horen.
Dublin
In 2000 keren The Chieftains terug naar de traditionele muziek met het album
Water From The Well, Op 17 december 2000 worden ze in Dublin geëerd met een
Lifetime Achievement Award van
The Irish Music Magazine. Een eer die een erkenning is voor hun werk voor Ierse muziek en de Ierse cultuur. De release van een compilatie-album
The Wide World Over, uitgebracht in 2001, is een dwarsdoorsnede van hun 40-jarige carrière in de muziek. Martin Fay besluit in 2001 te stoppen. De groep verliest een vriend bij de aanslagen van 11 september 2001 en in 2002 krijgt Paddy Moloney toestemming om op Ground Zero ter ere van die vriend en voor de reddingswerkers een stuk op zijn fluit te spelen. In datzelfde jaar krijgt de groep een
lifetime achievement award van de BBC2 Folk Awards.
Guinness is Good for You /
Bron: Jeanet de JongNashville
Als de groep veertig jaar bestaat gaan ze nog een keer naar Nashville om nader kennis te maken met de Amerikaanse bluegrass muziek en de relatie met de Ierse traditionele muziek. Er volgen opname sessies met artiesten als Alison Krauss, Del McCoury en vele anderen en het resulteert in de release van
Down the Old Plank Road - The Nashville Sessions. Het werd weer een prijswinnend album.
In het Ryman Auditorium in Nashville wordt een historische concert gegeven waarvan de herinnering wordt overschaduwd door het plotselinge overlijden van harpist Derek Bell. Op 17 oktober 2002 overlijdt hij plotseling in Phoenix.
Films
De Ierse president Mary McAleese eert The Chieftains in december 2002 voor hun bijdragen aan de Ierse muziek en cultuur. Dat jaar werken ze ook weer mee aan films, ondermeer Martin Scorsese film,
Gangs of New York met in de hoofdrol Leonardo DiCaprio, Daniel Day Lewis en Cameron Diaz. In totaal krijgen ze een Oscar en zes Grammy's voor hun muziek. Met hun virtuositeit hebben ze een niche in de muziek tot grote hoogte en bereikbaar voor miljoenen mensen gebracht.
The Chieftains houden van live optredens en ze doen dat nog steeds. Ze willen de muziek voor zichzelf laten spreken.
Matt Molloy's /
Bron: Jeanet de JongDe pub /
Bron: Jeanet de JongAlles hangt vol /
Bron: Jeanet de Jong
Westport
In Westport staat de pub van
Matt Molloy. Het is een
wonderschone oude pub, vol geschiedenis. De wanden zijn behangen met posters en fotos van muzikanten en Matt Molloy is daar uiteraard een van. Avond aan avond is daar een
Guinness te drinken en live muziek te beluisteren in
Yard Bar. Je moet ervoor door twee afzonderlijke barruimtes lopen, door nog een kamer en dan nog een gangetje. Dan kom je in de ruimte met een glazen dak, een houten vloer en een podiumpje. Het is het heilige der heiligen van de Ierse muziek.
De bar /
Bron: Jeanet de JongGood for You /
Bron: Jeanet de JongHeilige der heiligen /
Bron: Jeanet de Jong
Lees verder