The Police, voor even "De grootste band ter wereld"
The Police bracht slechts vijf albums uit. Toch werd de band legendarisch. Met een aanstekelijke mix van rock en reggae en instant meezingbare melodieën kreeg The Police de wereld aan hun voeten. Niet alleen het publiek, maar ook de critici waren enthousiast over het trio. Met name over de manier waarop deze drie-eenheid functioneerde. Ruimte speelde een belangrijke rol in hun geluid. In plaats van alle gaten dicht te timmeren, wat bij een trio gebruikelijk is, paste de band de kunst van het weglaten toe. Hierdoor werd op ingenieuze wijze een eigen geluid gecreëerd waar de wereld maar niet over uitgepraat raakte.
De eerste bezetting
The Police werd opgericht in 1977 door de in Engeland woonachtige Amerikaanse drummer Stewart Copeland. Het waren de hoogtijdagen van de punk en Copeland wilde hierop inhaken. Als bassist/zanger wilde hij Gordon Sumner, bijgenaamd Sting. Die was echter niet direct enthousiast. Pas nadat Sting naar Londen was verhuisd raakte hij overtuigd van de mogelijkheden die de stroming bood. Als gitarist werd Henry Padovani ingelijfd. Hoewel deze over voldoende capaciteiten beschikte om zichzelf in een Punkband staande te houden, raakte Sting al snel gefrustreerd door zijn technische beperkingen.
Tijdens een project waar zowel Sting als Copeland voor ingehuurd werden, ontmoetten ze Andy Summers. Deze begeleidingsband was in feite het embryo van The Police zoals de wereld de groep kent. Summers was tien jaar ouder en was al actief sinds de jaren zestig, onder andere met Eric Burdon and the Animals en Kevin Coyne. Hij zag wel wat in een trio met Sting en Copeland. Uit loyaliteit naar Pandovani toe deed de band een aantal optredens als kwartet. Summers, toch al niet blij met deze situatie, eiste dat hij de enige gitarist zou zijn en Padovani werd verzocht de band te verlaten. Hij zou terecht komen bij Wayne County and the Electric Chairs, een band die op dat moment veel bekender was dan The Police.
Veteraan Summers voorzag de muziek van een breder harmonisch reliëf dat uitstekend paste bij de nummers die Sting schreef. Zijn subtiele akkoordenspel zou een van de pijlers van het Police geluid worden. Het publiek in Engeland vond het Punklabel dat de band zichzelf had opgeplakt ongeloofwaardig en trapte er niet in. Voor de Engels tieners behoorden de bandleden gewoon tot de oude garde. Wat de band voor had op 90% van de Punkbands was dat ze echt konden spelen en professionals waren. Afzeggen was er niet bij, ook al waren er maar drie mensen als publiek aanwezig.
Debuutalbum “Outlandos d’Amour”
Miles Copeland, een oudere broer van Stewart, nam de taak van manager op zich en financierde het eerste album van de groep, hoewel de band nog geen platencontract op zak had. Nadat hij het nummer ”Roxanne” had gehoord, raakte hij zo enthousiast dat hij direct een overeenkomst met A&M Records regelde. Nog voor het album gereed was, werd het nummer als single uitgebracht. “Roxanne” deed in eerste instantie niets. Pas later, nadat de single in Amerika wel de hitparade wist te halen, ging Engeland overstag. Ook “Can’t stand losing you”, aanvankelijk een bescheiden hitje in Engeland, werd opnieuw uitgebracht en bereikte nu de tweede plaats. Het album “Outlandos d’Amour” was in november 1978 uitgebracht en kreeg gemengde kritieken. De punkinvloeden waren nog duidelijk hoorbaar, maar er was ook Pop, Jazz en vooral Reggae. Om het album te promoten ondernam de band een low budget tournee door de Verenigde Staten. Geheel in de punktraditie van “Do it yourself” reisde de band in een busje door het land. In Amerika was het publiek minder vooringenomen dan de Punkers in Engeland. De muziek van de band paste goed bij de daar opkomende ‘New Wave’ stroming, waarbij meer aandacht was voor sterke nummers en melodie.
Wereldtournee
Terug in Engeland bleek de groep behoorlijk aan populariteit gewonnen te hebben. Het was inmiddels 1979 en Punk was alweer op zijn retour. Het tweede album “Regatta de Blanc” schoot naar de top van de hitlijsten en leverde twee nummer 1 hits op in het thuisland “Message in a Bottle” en “Walking on the Moon”. In 1980 begon de band aan een uitgebreide wereldtournee.
Wisseloord
Onder druk van de platenmaatschappij werd haastig een nieuw album opgenomen. De opname vond plaats in de Wisseloord Studio’s in Hilversum. Afgevaardigden van de platenmaatschappij liepen in en uit, terwijl de band probeerde alles tot een goed einde te brengen. Een ander probleem was dat er feitelijk niet genoeg sterk songmateriaal ter beschikking was. Ondanks dat het album “Zenyatta Mondatta” wat tegenviel, nam de populariteit van de groep alleen maar toe. De singles “Don’t Stand So Close to Me” en “De Do Do, De Da Da Da” werden dikke hits. Ook in de V.S. werd de top 10 gehaald. Direct na het uitkomen van het album werd de band weer op tournee gestuurd.
Donkere wolken achter de tropische zon
Voor het volgende album koos de band Montserrat als opnamelocatie. Ver van de bewoonde wereld en de platenmaatschappij. De omstandigheden waren ideaal. Maar er diende zich een nieuw probleem aan. Sting, die alle hits voor de groep had geschreven, was steeds minder gediend van de creatieve bijdragen van zijn medebandleden. De nummers die hij nu inbracht waren merendeels al compleet gearrangeerd. Dat ging vooral ten koste van het spel van Andy Summers. In plaats van de gitaar domineerden keyboards en blazers de productie.
De eerste single, het vrolijke “Every Little Thing She Does Is Magic”, was niet representatief voor het album “Ghost In The Machine” dat donkerder en serieuzer van toon was dan men van de groep gewend was. Er volgde weer een tournee die eindigde in 1982. Na alle hectiek rond de band en de spanningen binnen de groep werd besloten een rustpauze in te lassen. De bandleden hielden zich ondertussen met solo projecten bezig. Sting werd een megaster, doordat hij zich als acteur ook steeds meer ging manifesteren (Dune). Stewart Copeland was succesvol als componist van de soundtrack voor de film “Rumblefish” van Francis Ford Coppola. Andy Summers maakte een album met Robert Fripp.
“De grootste band ter wereld”
Ondertussen werd de band gerekend tot de allergrootsten uit de geschiedenis. In 1983 verscheen “Synchronicity”. De spanning bleek nog steeds te snijden, vooral tussen Sting en Stewart Copeland. De rustige nummers van Sting stonden op een plaatkant en werden allemaal hits. “Every Breath You Take” was een van de grootste hits uit de carrière van de groep. The Police was nu daadwerkelijk de grootste band ter wereld. In augustus speelde de band voor 70.000 mensen in Shea Stadium. De top was bereikt. Wat nu? Nadat de “Synchronicity” tournee was beëindigd in 1984, stortten de bandleden zich wederom op solo projecten.
Uitgedoofd
In 1986 werden er nog wat halfslachtige pogingen gedaan om het oude vuur te doen oplaaien en een album op te nemen. Stewart Copeland was door een gebroken sleutelbeen echter niet in staat om te drummen en Sting was duidelijk niet geïnteresseerd meer in de band nu hij een eigen carrière had. Het betekende het einde van The Police