Urbanus: levensloop en biografie van zijn jeugd tot 2019
Urbanus is zowel in België als Nederland een populaire artiest. Hij heeft een lange carrière achter de rug waarin hij het ene succes aan het andere reeg. Het begon allemaal met zaalshows, lang geleden in de donkere jaren zeventig van de twintigste eeuw. De bal ging steeds meer aan het rollen, van liedjes die intussen tot het collectief erfgoed behoren tot grote bioscoophits. Om van het succes van zijn stripreeksen nog maar te zwijgen. De volksjongen uit een onbeduidend gehucht in de Brusselse rand heeft het gemaakt en werd een echte ster. Maar tijdens zijn indrukwekkende parcours bleef Urbanus vooral steeds zichzelf. De minzame Urbain kreeg nooit wat men in Nederland ‘kapsones’ of in Vlaanderen ‘een dikkenek’ noemt.
Jeugd van Urbanus
Een volks nest
Op 7 juni 1949 werd Urbain Joseph Servranckx geboren in Sint-Gertrudis-Pede, een parochie in Schepdaal, op zijn beurt een deelgemeente van Dilbeek. Hij kwam uit een volkse familie. Zijn ouderlijk huis in de schaduw van het kerkje van Pede was een tweewoonst: in het huis ernaast woonden zijn grootouders.
Een huis verderop bevond zich het café van Urbanus’ nonkel Maurice. Het was een dorpscafé met een biljart en met een gezellige sfeer waar iedereen regelmatig samenkwam om een babbeltje te slaan.
Urbanus op school
Urbanus ging naar het kleuterschooltje in Pede bij de zusters Annunciaden. Later op de lagere en middelbare school was hij vaak bij de eersten van de klas.
Toch was hij eerder een autodidact: hij heeft zijn succes op eigen kracht gemaakt. Urbanus stopte op zijn vijftiende al met school, omdat hij aardrijkskunde en andere vakken maar flauwekul vond en zich naar eigen zeggen "verveelde bij de paterkes". Veel liever wou hij zijn hoofd vrijhouden om zelf dingen te verzinnen.
Hij ondervond al op jonge leeftijd dat hij een talent voor tekenen had. Hij kon dit opmerkelijk beter dan andere kinderen. Toch had Urbanus in zijn jeugd niet veel zelfvertrouwen. Hij had weinig succes bij de meisjes, leed aan astma en werd soms uitgelachen omdat hij flaporen had.
Zijn grote droom
Tussen zijn vijftiende en vierentwintigste deed Urbanus tal van kleine jobs, onder andere in een bakkerij. Daarna werkte hij ook drie jaar als magazijnier bij Philips (nu Universal) waar hij de LP's besteld door platenzaken inpakte.
Tegelijk volgde hij in avondschool publiciteitstekenen in Sint-Lukas in Brussel. Zijn grote droom was striptekenaar worden, maar dat zat er aanvankelijk niet in. Een opleiding striptekenen bestond nog niet en de markt voor strips was in Vlaanderen klein en volledig in handen van hooguit een paar grote namen als Hergé, Marc Sleen, Willy Van der Steen en Jef Nys.
Urbanus kreeg in Sint-Lukas les van Daniël Geirnaert. Het klikte goed tussen de twee. In het derde jaar liet Urbain zich zelfs met opzet buizen om opnieuw les van Geirnaert te kunnen krijgen. Later zou Daniël zelfs de eerste hoes tekenen van 'Urbanus van Anus leevend', zijn eerste LP.
Verlies van zijn vader
Op zijn negentiende al verloor Urbanus zijn vader. Hij zakte plots in elkaar toen hij naar buiten stapte om zijn auto te wassen, vermoedelijk door de gevolgen van een bloedklonter. Urbanus probeerde hem nog met mond-op-mond beademing te reanimeren maar het mocht niet baten.
Reis naar India
Op zijn twintigste reisde Urbanus voor zes maand naar India. Deze tocht maakte een grote indruk op hem. Of zoals Urbain het zelf zei: 'In India heb ik heel erge dingen gezien'.
Begin van zijn carrière
Doorbraak van de kleinkunst
Terwijl Urbanus zich frustreerde over de moeilijkheid om het als striptekenaar te maken brak de kleinkunst in Vlaanderen door. Je hoefde niet langer een volledig orkest te hebben of notenleer te kennen om op te treden: een gitaar was voortaan genoeg.
Artiesten als Willem Vermandere, Zjef Van Uytsel en Jan De Wilde brachten liedjes met daartussen bindteksten, vaak met humoristische inslag. Urbanus zag Jan De Wilde aan het werk in Anderlecht en was meteen geïnspireerd.
Urbanus, eerst met en dan zonder Anus
‘Wat De Wilde doet kan ik ook’, dacht Urbanus en hij probeerde het zelf. Hij kocht voor zevenhonderd Belgische frank (ongeveer achttien euro) zijn eerste gitaar en vanaf het begin van de jaren zeventig begon hij op te treden in parochiezaaltjes, jeugdhuizen en aftandse lokalen van verenigingen.
Hij stond aanvankelijk op het podium met zijn begeleidende band ‘Anus’, waarin een schoolvriend, een neef en nog een andere vriend van Urbanus samenspeelden. ‘Anus’ was geen succes en trad hooguit een vijftal keer op. Vrij snel besloot Urbanus solo op te treden en koos voor de artiestennaam ‘Urbanus van Anus’. Zijn debuut-LP ‘Urbanus van Anus leevend’ (inderdaad, foutief geschreven) kwam uit in 1974.
De shows van Urbanus van Anus werden al gauw een groot succes in Vlaanderen. Wat Urbain toen deed was absoluut vernieuwend. Stand-up comedy, waarbij de nadruk eerder op de teksten dan op de liedjes lag, stond nog in zijn kinderschoenen.
Er was bovendien nauwelijks concurrentie in Vlaanderen. Tot op heden noemt men Urbanus dan ook vaak 'de peetvader van de Vlaamse stand-up comedy'. Haast alle hedendaagse stand-up comedians in Vlaanderen zoals Alex Agnew, Geert Hoste en vele anderen kijken nog altijd naar hem op.
Voeg daar nog aan toe dat Urbanus' humor voor die tijd gedurfd was. Heilige huisjes werden niet gespaard en zelfs de koning en de kerk moesten eraan geloven. Urbanus had een rebels karakter en hield ervan om tegen de schenen van het establishment te schoppen, zonder zich ooit iets van de consequenties aan te trekken.
Eerste tv-optreden (1972)
Zijn geslaagde theatershows waren ook de nationale omroep BRT niet ontgaan. Men vroeg hem in 1972 om een komisch stukje te brengen in het tv-programma ‘Zorg dat je d’er bij komt’. Het
korte optreden gaf Urbanus in ijltempo nationale bekendheid.
Jaren zeventig: zaalshows en eerste hits
Optredens en liedjes
Urbanus brak al vroeg ook in Nederland door en trad er vanaf 1975 op. Ook hier smulde het publiek van de absurde fratsen van ‘de gekke Belg’ Urbanus. In deze periode bracht hij ook enkele van zijn succesvolste nummers uit zoals ‘Belastingscontroleur’ (1978) en ‘Bakske vol met stro’ (1979).
Misnoegdheid bij de kerk
Het laatste nummer leidde tot veel verontwaardiging in katholieke kringen omdat het de spot dreef met het kerstverhaal. Het gebeurde meermaals dat een plaatselijke pastoor weigerde zijn parochiezaal open te stellen voor een optreden van Urbanus.
De plaat werd echter een grote hit. Meer dan 150.000 exemplaren gingen over de toonbank. In 1980 zou Urbanus de kerk nog eens schofferen met een
parodie op het Laatste Avondmaal. Urbanus speelt Jezus en zit samen met zijn twaalf leerlingen rond de tafel voor het Laatste Avondmaal. Hij krijgt het brood niet gebroken. De apostelen besluiten dan maar frieten te gaan halen.
Verhuis naar Tollembeek
Urbanus vestigde zich in Tollembeek, een kleine gemeente in het Pajottenland. Tollembeek is een deelgemeente van Galmaarden.
Jaren tachtig: strips en 'Hector'
De eerste stripreeks
Zoveel jaar later zou Urbanus' grote droom toch nog uitkomen. In 1983 kwam de stripreeks Urbanus op de markt. Urbanus maakte ze samen met tekenaar Willy Linthout. Na het eerste album ‘Het fritkotmysterie’ volgden al gauw meer strips. Ze werden allemaal uitgegeven bij Uitgeverij Loempia.
Hector
De grootste vetpotten kwamen echter vanaf de late jaren tachtig toen Urbanus zich aan bioscoopfilms waagde. Zijn eerste film ‘Hector’ kwam uit in oktober 1987 en was meteen een schot in de roos. In de prent speelt Urbanus een weesjongen. Hij mag een tijdje gaan logeren bij zijn nonkel Achiel (Frank Aendenboom) en tante Ella (Sylvia Millecam). Zij baten een bakkerij uit. Hector's verblijf verloopt echter niet van een leien dakje.
Urbanus schreef het scenario van de film. Stijn Coninx maakte zijn debuut als regisseur. 'Hector' kaapte verschillende prijzen weg en was op dat moment de succesvolste film in de geschiedenis van de Belgische cinema tot dusver.
Jaren negentig: nog meer films
Koko Flanel
In 1990 kwam 'Koko Flanel', de opvolger van 'Hector' in de zalen. Stijn Coninx was opnieuw de regisseur. ‘Koko Flanel’ werd een nog groter succes en bleef achttien jaar lang de grootste Belgische kaskraker uit de geschiedenis. Pas in 2009 verpulverde de film ‘Loft’ van Erik Van Looy dit record. Urbanus probeerde het nog eens in 1993 met ‘De Zevende Hemel’ van de Franse regisseur Jean-Paul Lilienfeld maar deze film flopte.
TV-programma's
In 1989 werd de eerste commerciële zender VTM in Vlaanderen gelanceerd. Eén van de wekelijkse kijkcijferkanonnen van de nieuwe zender was 'Wie ben ik?', een humoristisch spelprogramma met afleveringen van een halfuur gepresenteerd door Goedele Liekens. Twee teams van bekende Vlamingen, aangevoerd door kapiteins Urbanus en Werther Van der Sarren, moesten door vragen te stellen raden welk beroemd personage men was. Het programma haalde wekelijks anderhalf tot zelfs 1.700.000 kijkers. De succesvolle show liep tot maart 1991.
In 1992 kwam de humoristische show ‘Meer moet dat niet zijn’ op het scherm. In deze show voerde Urbanus samen met Goedele Liekens en Werther Van der Sarren tal van sketches op. Ook 'wijsheden' kwamen aan bod zoals:
Wanneer een kip een buffel baart, dan wordt haar kont een openhaard
Wie zijn haar wast met brie, steunt de zuivelindustrie
De humor was erg experimenteel en daardoor minder geschikt voor een groot publiek. De serie haalde 800.000 kijkers, een pak minder dan ‘Wie ben ik’ en werd genadeloos neergesabeld in de pers.
In 1995 bracht Urbanus ‘Genoeg gelachen, nu humor’. Deze wekelijkse komische show deed het opnieuw heel goed en was keer op keer een kijkcijferkanon.
Huwelijk met Nadine Mignon
In 1995 trad Urbanus in het huwelijk met Nadine Mignon uit Tollembeek, na enige aarzeling van de plaatselijke notoire dorpspastoor Aimé Wastiels, die eerst niet geneigd was het huwelijk van 'ketter' Urbanus in te zegenen. Zoveel jaar later had hij het 'Bakske vol met stro' duidelijk nog altijd niet verteerd. Urbanus kreeg met Nadine drie kinderen: een dochter Liesa, een zoon Lowie en tenslotte een dochter Marieke.
De geverniste vernepelingskes
In 1998 begon Urbanus samen met tekenaar Jan Bosschaert ‘De geverniste vernepelingskes’, een nieuwe stripreeks waarin veel bekende Vlamingen een rol speelden.
Sinds 2000
Bijrollen in films
Na 2000 werd het wat stiller rond Urbanus, al dook hij nog regelmatig op in de media. Zo was hij te zien in een aflevering van het programma ‘De jaren stillekes’ op Eén in november 2009. Hij speelde ook mee in de Suske en Wiske-film ‘De duistere diamant’ en de K3-film ‘K3 en het ijsprinsesje’.
Urbain
In 2005 kwam ‘Urbain’ op de buis. Urbanus speelde de hoofdrol in een fictieve reeks over zijn eigen leven. De serie werd op zondagavond uitgezonden op Eén en scoorde uitstekend. Later werd ze ook op Nederland 2 getoond.
Urbanus en De Fanfaar
Sinds 2014 treedt Urbanus regelmatig op met de band ‘De Fanfaar’. ‘Urbanus en de Fanfaar’ brengen Urbanus-liedjes in een modern jasje. Ze waren ook te zien op Pinkpop in Nederland in 2015 en kregen nadien heel wat lovende kritiek.
Trecto Pnix: de nieuwe zaalshow van Urbanus
In september 2017 kwam Urbanus met een gloednieuwe zaalshow. 'Trecto Pnix' is een leuke mix van grappige sketches en nieuwe liedjes. De show loopt ook in 2018 nog in tal van zalen. Na Vlaanderen komt later ook Nederland aan de beurt.
Urbanus 70
In januari 2019 zond de Belgische openbare omroep VRT de vijfdelige reeks 'Urbanus 70' uit. Het was een eerbetoon aan Urbanus naar aanleiding van zijn zeventigste verjaardag. In de reeks vertelden oud-collega's en vrienden van Urbanus over hun belevenissen tijdens de samenwerking met de komiek. Er werd ook tal van beeldmateriaal uit de jaren zeventig en tachtig opgedist.
Hoe rijk is Urbanus?
Dat weet alleen Urbanus zelf. Maar het is alleszins genoeg om nooit meer te hoeven werken, gaf hij ooit toe in een interview in het tijdschrift Humo. ‘Ik heb een paar miljoen euro’, stelde Urbanus in een ander interview met InterVista. Met zijn zaalshows verdiende hij goed zijn boterham, maar vooral de twee films ‘Hector’ en ‘Koko Flanel’ waren een jackpot. Aangezien hij sindsdien kan rentenieren doet Urbanus alleen nog waar hij zelf zin in heeft. Maar hij blijft wel bezig. Of zoals Urbanus het zelf zegt: ‘Gasten als Bob Dylan, The Stones of Clouseau zijn nog veel meer binnen dan ik en blijven ook optreden’.
Urbanus had nog rijker kunnen zijn, ware het niet dat hij aan zijn eerste succesjaren niet veel heeft overgehouden. Een malafide boekhouder en manager gingen toen met de meeste verdiensten aan de haal.
Urbanus in Tollembeek
Een graag geziene gast
In Tollembeek weet haast iedereen waar Urbanus woont. Een kort bezoekje bij Urbanus thuis was voor jeugdbewegingen op kamp of voor de plaatselijke vereniging Chiro Albatros trouwens jarenlang vaste koek, tot groot jolijt van de kinderen. Urbanus begeeft hij zich bovendien al jaren onder de lokale bevolking. Niemand kijkt er nog vanop wanneer ze hem op zijn fiets door het dorp zien rijden. De bevolking heeft Urbanus geaccepteerd, respecteert hem en valt hem niet meer lastig dan nodig.
Overal waar hij komt is hij bovendien een graag geziene gast. Hij had bovendien een goed contact met voormalig burgemeester Pierre Deneyer. In 2015 liet Urbanus ludieke verkeersborden ontwerpen voor de plaatselijke scholen. Hij maakte deze op eigen kosten en was uiteraard bij de onthulling aanwezig.
Hij trad ook al meermaals met 'Urbanus en de Fanfaar' op in zijn spreekwoordelijke achtertuin op de jaarlijkse 'Vijfhoekfeesten' in Tollembeek. Voor de plaatselijke bevolking is Urbanus 'enen van bij ons' en dat zal altijd zo blijven.
Op zondag 29 januari 2017 was Urbanus samen met Prins Laurent te gast op de folkloristische Pauwelfeesten. Hoog bezoek dus. De aanleiding? Het eeuwenoude Pauwelfeest werd door Vlaams Minister van Cultuur Sven Gatz toegevoegd aan de lijst Immaterieel Cultureel Erfgoed. De traditie wordt op die manier beschermd voor de toekomst en voor de volgende generaties. Urbanus schonk een ludiek cadeau aan de prins: een mat met een tekening van Urbanus en daarop de tekst 'een matteke om op geroepen te worden'. Hiermee zinspeelde de komiek op de incidenten waarbij de regering de prins 'op het matje' riep.
Cultuurprijs
Jaarlijks reikt Urbanus er ook een cultuurprijs uit: ‘De Bronzen Urbanus’. Deze onderscheiding gaat naar een inwoner van de gemeente Galmaarden die zich het voorbije jaar op cultureel vlak verdienstelijk heeft gemaakt. De uitreiking gaat gepaard met muzikale optredens en speeches. Meestal is Urbanus persoonlijk aanwezig om de winnaar het beeldje te overhandigen.
Standbeeld
In de Hernestraat bevindt zich een bronzen beeld van Urbanus. Het werd onthuld op 8 april 2000. Koenraad Tinel uit Vollezele, een beeldhouwer en vriend van Urbain, maakte het beeld naar een ontwerp van Urbanus zelf.
Naast een afbeelding van de artiest zijn ook de hond Nabuko Donosor en de bromvlieg Amedee te zien. Draait men aan een hendel komt een haan tevoorschijn, een verwijzing naar de spotnaam 'hanezoekers' van de Tollembekenaren. Ook een knipoog naar de lokale kaatssport is in het kunstwerk verwerkt door middel van een kaatshandschoen.
Ereburger
In 2004 riep de gemeente Galmaarden Urbain Servranckx uit tot ereburger. In zijn speech benadrukte voormalig burgemeester Pierre Deneyer de bekendheid en uitstraling die Urbanus Tollembeek bezorgde. Bovendien toonde de gemeente haar dankbaarheid voor Urbanus' inzet bij lokale evenementen en benefieten. Als geschenk kreeg Urbanus vier exemplaren van het kippenras Mechelse koekoek.
Urbanustochten
Elk jaar gaan in juli de 'Urbanustochten' door. Dit is een evenement voor wandelaars. Men kan kiezen uit een korte wandeling van vijf kilometer of langere afstanden. De tochten zijn populair. In 2015 trokken de 'Urbanustochten' maar liefst 2360 wandelaars aan.
Lees verder