De Swing van Count Basie
Count Basie heeft een belangrijke rol in de geschiedenis van de bigband. Nog steeds vliegen de Basie-bigband stukken je om de oren, en als de ritmesectie niet lekker loopt, roept de dirigent: 'Denk Basie!' Basie heeft met zijn bands zeker diepe indruk gemaakt op de jazzwereld, maar ook daarbuiten was hij erg populair. Een samenvatting van het leven van de man die het presteerde 50 jaar populair te blijven met dezelfde bigbandmuziek.
William Basie werd geboren in New Jersey op 21 September 1904. Van zijn moeder leerde hij de beginselen van het piano spelen en al snel bleek hij een natuurtalent te zijn. In het begin gaf hij eigenlijk de voorkeur aan het drumste, maar in dezelfde omgeving was er een drummer die meer talent had dan hij. Daardoor werd hij zo ontmoedigd dat hij maar switchte naar piano. Deze drummer, Sonny Greeder, zou later gaan spelen in het orkest van Duke Ellington.
Het begin van Basie's Carrière
Als kind deed Basie klusjes voor het management van 'The Palace Theater'. Hij werd hier dus ook al snel bekend, en hij mocht gratis naar voorstellingen. Ook in het Vaudeville circuit werd hij al snel opgemerkt. een keer was er voor een act geen pianist, en dus ging Basie achter de piano zitten.
Als hij geen gig had, hing hij rond met andere muzikanten, wachtend of er nog gigs te krijgen waren. Hij kreeg af en toe een gig in Asbury Park, in the Hongkong In, tot hij werd vervangen door een pianist die beter was.
Harlem
Rond 1924 vertrok Basie naar Harlem. Hij leerde daar veel muzikanten kennen, en hij kwam ook Sonny Greeder tegen.
Hij ontmoette ook Willie 'the lion' Smith, die hem (net zoals hij dat bij Duke Ellington had gedaan) hielp door hem pianotechniek bij te brengen en hem voor te stellen aan topmuzikanten.
Door de contacten die hij na een tijdje had opgebouwd (ook dankzij Sonny Greeder) keeg hij weer een paar gigs, en in 1925 kon hij zelfs op tour met verschillende acts. Zo kwam hij in o.a Kansas City, St. Louis, New Orleans en Chicago. Zo ontmoette hij veel muzikanten, waaronder Louis Armstrong. Ondertussen leerde hij van Fats Waller Orgel spelen, wat hij later in Kansas City in 'the Eblon Theatre' zou gebruiken.
Toen zag hij een optreden van 'The Blue Devils' van Walter Page. Hij was onder de indruk, en ging erop af.
Een paar maanden later was hij uitgenodigd om de vaste pianist van de band te worden.
Rond deze tijd begon hij zich 'Count Basie' te noemen'
Basie in Kansas City
Het jaar daarop verhuisde hij naar Kansas City en werd hij de pianist van de band van Bennie Moten.
Na een aantal veranderingen in personeel, waaronder de toevoeging van Ben Webster op tenor, stemde de band Bennie Moten eruit. Ze wilden verder met Basie als bandleider, die toch al een gedeelte van het leiderschap op zich had genomen.
De band kreeg een nieuwe titel: 'Count Basie and his Cherry Blossoms'
Dit deed hij voor een paar maanden, maar dat beviel niet goed. Hij ging weer terug naar Bennie Moten, die net een nieuwe band had opgestart.
In 1935 overleed Bennie Moten en dit had grote gevolgen voor de band. Hij werd opgevolgd door Buster Moten, maar veel muzikanten gingen weg. Dit was niet zo gek, aangezien Count Basie een eigen band aan het opzetten was. Veel van de muzikanten werden gevraagd voor zijn band. In de nieuwe basie-band zaten dus voor het grootste gedeelte oud-leden van de band van Bennie Moten. Als belangrijkste toevoeging: Lester Young op tenor.
Basie in Chicago
eind 1936 verhuisde de band 'Count Basie and his Barons or Rhythm' naar Chicago. De band viel vooral op door de mega swingende ritmesectie, en door de tenorsectie. In een normale bigband zat in die tijd maar één tenorist, Basie had er twee. Het viel nog extra op doordat de twee tenoristen (Lester en Herschel Evans) gescheiden zaten. De reden: Lester had geklaagd over het vibrato van Herschel en the Count wilde geen gedonder in zijn band.
In Chicago leerde Basie Hammond kennen. John Hammond was producer en had de band gehoord op de radio. Hij werd meteen enthousiast en wilde een opname maken. Er was echter een probleem: Count Basie had een contract met 'Deca Records'. Hammond wilde tóch een plaat maken en hij bedacht een simpele oplossing. De plaat werd verkocht onder het pseudoniem: Jones smith incorporated. Dit was de eerste opname van de band, en zoals Hammond het zei: "The only perfect, completely perfect recording session I've ever had anything to do with".
The Count Basie Orchestra
De band verhuisde naar New York, en zou daar bekend worden onder de naam
'The Count Basie Orchestra'.
Ze maakten het 'Woodside Hotel' tot hun basis, zodat ze daar konden oefenen. In die tijd waren ze al vrij bekend, en werden ze geboekt voor de kerstshow in 'The Roseland Ballroom. Het management daar was behoorlijk trots dat ze hem hadden kunnen boeken. Basie : I remember a review that was something like: “We caught the great Count Basie band which is supposed to be so hot he was going to come in here and set the Roseland on fire"
De band had een mindere presentatie, en was niet zo strak als de Flecher Henderson Bigband. Met tips van John Hammond begon Basie hieraan te werken. Hij begon ook andere kleine aanpassingen te doen, waaronder: zachter spelen, meer solo's, meer standards, en een betere opbouw in de setlist.
De nummers Werden voor het grootste gedeelte uitgewerkt tijdens het spelen. Het nummer One O'clock Jump werd bijvoorbeeld gemaakt tijdens een optreden waarbij ze nog tijd te vullen hadden. Basie: “we hit it with the rhythm section and went into the riffs, and the riffs just stuck. We set the thing up front in D-flat, and then we just went on playing in F”.
Meestal werden de nummers in de repetitie gemaakt door te spelen, waarna ze niet of amper werden opgeschreven.
In 1938 werden ze gevraagd te spelen op
'The battle of the bands'. Dit werd gehouden in 'The Savoy' en zou dit keer gaan tussen Chick Webb's groep, met Ella Fitzgerald, en The Count Basie Orchestra, met Billie Holliday. Het tijdschrift 'Metronome' schreef heel gevat: "Basie's Brilliant Band Conquers Chick's"
Een verslag over de wedstrijd stond later in 'The Metronome':
“Throughout the fight, which never let down in its intensity during the whole fray, Chick took the aggressive, with the Count playing along easily and, on the whole, more musically scientifically. Undismayed by Chick’s forceful drum beating, which sent the audience into shouts of encouragement and appreciation and casual beads of perspiration to drop from Chick’s brow onto the brass cymbals, the Count maintained an attitude of poise and self-assurance. He constantly parried Chick’s thundering haymakers with tantalizing runs and arpeggios which teased more and more force from his adversary”
Door de publiciteit voor en na de wedstrijd werd The Count Basie Orchestra opeens bekender dan ooit. Ze namen platen op, toerden door het land, en hadden meer gigs dan ooit. De vaste zangeres Billie Holliday werd in die tijd vervangen door Helen Humes, die vier jaar bij het orkest zou blijven. Ook kregen ze een contract met 'the William Morris Agency'.
In 1942 verhuisden ze naar Queens en ook daar traden ze op met verschillende artiesten.
Count Basie na de oorlog
Tegen het einde van de Oorlog werd de swing-periode vervangen door de 'bebop-periode'. Basie moest zijn orkest opheffen en verder optreden met kleinere combo's. Rond '52 kon hij weer een 16-koppig orkest opzetten, maar hij moest Birdland delen met moderne beboppers zoals Charlie Parker, Miles Davis en Dizzie Gillespie.
Toch was Basie nog niet uitge-expirimenteerd. Hij voegde fluiten toe aan zijn bigband en dat werd een groot succes. Tegenwoordig wordt er van saxofonisten uit prof-bigbands verwacht dat ze ook fluit kunnen spelen.
Na deze 'bebop-dip' was hij al snel weer aan het toeren en opnemen. Het tijdschrift 'Downbeat' schreef: "Basie has managed to assemble an ensemble that can thrill both the listener who remembers 1938 and the youngster who has never before heard a big band like this”.
In 1954 maakte hij een tour door Europa.
In de jaren '50 werd jazz net heel populair in Frankrijk, Duitsland en Nederland, dus het was dé plek voor swing-jazzmuzikanten om hun carriere weer op te krikken. Ook was het een manier voor zwarte muzikanten om te vluchten voor de discriminatie in de US.
Neal Hefti begon arrangementen te maken voor de band, waaronder het bekende 'li'l Darlin' en ze toerden met 'the Birdland Stars of 1955'
Hij nam nog verschillende albums op, waaronder 'At Newport' (met daarop het bekende April in Paris), het dubbelalbum 'The Count Basie Story, 'Basie and Eckstine' en 'the Count meets the Duke', een plaat samen met Duke Ellington.
De mensen die in een Basie-band zaten zijn:
Joe Keyes, Buck Clayton, Carl Smith, George Hunt, Dan Minor, Caughey Roberts, Herchel Evans, Lester Young, Jack Washington, Claude Williams, Walter Page, Jo Jones, Ed Lewis, Buck Clayton, Shad Collins, Harry Edison, Earle Warren, Buddy Tate, Benny Morton, Dicky Wells, Freddie Green, Al Killian, Vic Dickenson,Joe Newman, Snooky Young, Eli Robinson, Robert Scott, Louis Taylor, Jimmy Powell, Rudy Rutherford, Rodney Richardson.
William 'Count' Basie overleed op 24 April 1984. Hij was 79 jaar