Argentijnse tango verguisd en geroemd
De tango vindt zijn oorsprong in Afrika en is van daaruit met de slaven meegekomen naar Zuid Amerika. De tango heeft zijn wortels in de candombe. De candombe is een muziekstijl die op slagwerk is gebaseerd en oorspronkelijk uit het huidige Afrikaanse Angola komt. De Argentijnse tango is een karaktervolle muzieksoort die bij velen in de smaak valt. Anderen kunnen echter minder waardering opbrengen voor de melancholieke klanken die ook heel aangrijpend kunnen werken.
Buitenwijken Buenos Aires
In de 17e en 18e eeuw werden slaven uit Afrikaanse koninkrijken als de Kongo, Nyongo, Luango verkocht door Portugese slavenhandelaren en veelal verscheept naar Zuid Amerika. Buenos Aires was jarenlang een belangrijke “overslagplaats” voor slaven. De slaven namen hun muziekstijlen mee. Later is vooral in de buitenwijken van Buenos Aires, waar de zogenaamde onderlaag van de bevolking woonde, de tango verder ontwikkeld.
Bandoneon pas na 1935
De eerste tango’s die in notenschrift zijn overgeleverd stammen uit 1880. Oorspronkelijk werd de tango alleen instrumentaal uitgevoerd, vaak gespeeld op viool, fluit en gitaar. Later kwam er dans en zang bij en werden de instrumenten ook wel vervangen door het orgeltje en de pianola.
De bandoneon deed zijn intrede pas na 1935 toen dat instrument in Duitsland door Carl Zimmermann uit Carlsfeld werd ontwikkeld uit de concertina. De bandoneon werd de ziel van de tango en geeft hem zijn melancholieke karakter.
Wereldberoemde El Choclo
De belangrijkste vertegenwoordiger van de oude garde (Guardia vieja) in het begin van de 20e eeuw was Angel Gregorio Villoldo. Hij was in de eerste plaats componist en daarnaast tekstschrijver. In 1905 componeerde hij El Choclo een van de beroemdste tango’s.
De tango was in die tijd muziek en dans van het gewone volk. De elite vond hem een minderwaardige creatie van hoeren, soeteneurs, klaplopers en messentrekkers en wilde er niets mee te maken hebben.
Banvloek van de aartsbisschop
Nadat rond 1903 de tango naar Parijs was gekomen verspreidde hij zich van daaruit als een virus naar Moskou, Londen, New York, Wenen, Helsinki, Rome en zelfs Tokio. Maar de tango was niet bij iedereen geliefd. De aartsbisschop van Parijs sprak in 1914 de banvloek uit over de tango:
“Wij veroordelen deze vreemde dans, bekend als tango, ter dood omdat haar wellustige aard tegen de moraal in gaat”. Grote dichters als Marinetti en Proust schaarden zich achter de aartsbisschop maar de tango zette haar opmars onverstoorbaar voort. En omdat de tango zulke grote successen boekte in Europa kon de bourgeoisie van Buenos Aires niet achterblijven met de verering van die muzieksoort. Zo dringt de tango rond 1920 door tot in het hart van de stad. Tot halfweg de dertiger jaren zijn er wel 1000 tango’s geschreven. Toch verliest hij langzaam populariteit en verdwijnt steeds meer. De jazz doet zijn intrede.
Astor Piazzolla
In latere jaren zou Astor Piazzolla, geboren op 11 maart 1921 in Argentinië, uitgroeien tot de grootste tango-componist van de twintigste eeuw. Op 31 jarige leeftijd won hij de eerste prijs in het Fabien Sevitzky-concours voor compositie, met de tango Sinfonia de Buenos Aires. Daardoor werd het hem mogelijk om in Parijs te gaan studeren bij Nadia Boulanger. Daarna ging hij terug naar Buenos Aires. Hij breekt met de traagheid van de tango en zijn verouderde instrumentatie. Hij paste nieuwe compositietechnieken toe als polyritmiek en dissonantie.
Vechten voor nieuwe stijl
Maar het volk stond niet open voor deze vernieuwende geest in de tango. Zij hoorde liever de traditionele tango. Het Octeto Buenos Aires onder leiding van Piazzolla bestond nauwelijks anderhalf jaar. In 1956 emigreerde hij naar New York en probeerde aan de kost te komen met het uitvoeren van zijn Jazz Tango stijl. In hetzelfde jaar als het overlijden van zijn vader componeerde hij Adios Nonino.
Dan keert Astor Piazzolla opnieuw terug naar Argentinië en duurt het nog tot 1986 totdat hij doorbreekt op het jazzfestival van Montreux. Er zijn weinig componisten in dit genre die in de schaduw kunnen staan van deze beroemde tango-componist die op 71 jarige leeftijd overleed in Buenos Aires.
De Argentijnse tango blijft
Met als grote voorbeeld Astor Piazzolla kent de Argentijnse tango wereldwijd nog steeds grote populariteit. Dankzij componisten en bandoneon spelers als Jose Mosalini en de Nederlander Carel Kraayenhof zullen nieuwe muzikanten geïnspireerd worden om te spelen en te componeren.
Lees verder