Naar zee: Ferme jongens, stoere knapen!
Handel en zeevaart hebben de Republiek der Zeven Verenigde Provinciën in de zeventiende eeuw groot gemaakt. Ook in de jaren daarna bleven handel en zeevaart, al was de rol van wereldmacht uitgespeeld, voor Nederland van groot belang. Het lied ‘Naar zee’ roept de Nederlandse jeugd te kiezen voor een loopbaan op zee.
Handel
In de Zeventiende eeuw, ook wel bekend als de Gouden Eeuw, was de Republiek der Zeven Verenigde Nederlanden op het toppunt van macht. Nederlandse schepen werden overal gezien, in verre oorden over de hele wereld werden Nederlandse handelsposten gesticht. De handel bracht rijkdom in de Nederlandse gewesten.
Eeuw van verval?
Na de Gouden Eeuw kwam er een onvermijdelijke terugval. Feitelijk werd de terugval niet zozeer veroorzaakt door Nederlandse fouten of onvermogen, maar veel meer omdat ook andere landen hun aandacht op overzeese handel gingen richten. Er kwam simpelweg veel meer concurrentie. In dat concurrentiegeweld verloor de Republiek der Zeven Verenigde Nederlanden langzaam maar zeker haar positie als wereldmacht.
Zeehandel
Toch bleef de handel een uiterst belangrijke bron van inkomsten. Tijdens de Franse tijd kwam overzeese handel zo goed als stil te liggen, maar daarna moest de draad weer worden opgepakt. In het nieuwe Koninkrijk der Nederlanden, dat na de Franse tijd werd gecreëerd, zou de handel en de scheepvaart weer een belangrijke positie moeten innemen. De ligging van Nederland, waar belangrijke Europese rivieren in de Noordzee uitmonden, maakte het land voor die rol ook heel geschikt. Dan had je natuurlijk wel personeel nodig, dat de zeilschepen en later de stoomschepen, kon bemannen.
Liederen
Liederen waren bij uitstek geschikt om vaderlandse en stichtelijke waarden en normen onder de aandacht te brengen. Bijvoorbeeld in het door
Heije en
Viotta in de eerste helft van de negentiende eeuw gemaakte lied:
Naar zee. Misschien is het lied beter bekend onder aanduiding van de eerste regel:
Ferme jongens, stoere knapen. Het lied bezingt het plezierige zeemansleven, en maakt duidelijk dat een avontuurlijke, dappere jongen natuurlijk voor een zeemansbestaan kiest. Ietwat geromantiseerd, dus.
Tekst
Hieronder zie je de tekst van
Naar zee. De afbeelding laat een pagina zien met het notenschrift, genomen uit de liedbundel
Kun je nog zingen, zing dan mee (uitgave 1925).
Naar zee
Naar zee
Ferme jongens, stoere knapen
Foei! Hoe suffend sta je daar!
Zijt dij dan niet welgeschapen?
Zijt die niet van zessen klaar?
Schaam je, jongens, en ga meê,
naar de zee, naar de zee
Schaam je, jongens, en ga meê,
naar de zee, naar de zee
Dat’s een leven van pleizieren,
Dat’s een leven van stavast.
Zoo de wereld rond te zwieren
In het topje van den mast
Thuis te zijn op iedere reê
Kom ga meê naar de zee
Thuis te zijn op ied’re reê
Kom ga mee, naar de zee
Laat ze pruilen, laat ze druilen
Laat ze schuilen aan het strand
Loopt Jan Salie op zijn muilen
Jan Couragie kiest het want
Holla bootsman, alles reê
Wij gaan meê naar de zee
Holla bootsman, alles reê
Wij gaan meê naar de zee