Ouderwets vermaak op het scherm met de oude filmprojector
Staat er bij jou of bij je grootouders nog een oude filmprojector op zolder? Wil je net als vroeger weer een keer gezellig met familie of vrienden een ouderwetse filmavond houden maar weet je niet hoe die werkt of waar je moet beginnen? Wees niet bevreesd er wordt hier uitvoerig ingegaan op de werking van een filmprojector en de zaken waar je rekening mee moet houden.
Artikelindeling
De werking van de projector
In principe heeft een filmprojector dezelfde werking als een diaprojector, ook de filmprojector vertoont een filmbeeldje op een groot scherm middels een lamp. Het vertonen van de filmbeeldjes wordt geregeld door de
projectielens. Een diaprojector vertoont één (stilstaand) film beeldje na keuze van de bediener, een filmprojector werkt als volgt: een snelle wisseling van beeldje op beeldje, 18 beeldjes per seconde (stomme film). De film (alle beeldjes bij elkaar) moet namelijk
getransporteerd (doorgedraaid) worden.
De onderdelen van een filmprojector en het afspeelproces
De projector bestaat uit, en bevat de volgende onderdelen
- Afwikkelspoel (met de film).
- Tandwiel aan de bovenkant voor continue transport van de film.
- Filmlus aan de bovenkant voor noodzakelijke ruimte in de filmloop, voorkomt wegtrekken van de film door de grijper.
- Beeldkanaal waarin het beeldvenster is uitgespaard.
- Filmlus aan de onderkant zie 3.
- Tandwiel aan de onderkant zie 2.
- Filmkanaal naar de opwikkelspoel.
- Opwikkelspoel.
- Projectielens.
- Knop voor het maken van kader instellingen.
- Knop voor instellen van beeldhoogte.
- Pilootlampje (gaat uit zodra de projectielamp aan gaat.
- Lampbehuizing.
- Schakelaar voor afspeelmodus. Bijvoorbeeld: stop, vooruit spelen zonder licht, vooruit spelen met licht, beeld stilzetten, achteruit spelen met licht, achteruit spelen zonder licht (terugspoelen).
Het afspeelproces werkt als volgt
De af te spelen film wordt op de
afwikkelspoel opgezet, de wat latere modellen filmprojector hebben
automatische inleg. De filmprojector wordt nu met de schakelknop ingeschakeld op
vooruit spelen zonder licht, om alvast de mechanische delen in werking te stellen en daarmee uiteindelijk een soepele filmoverdracht te garanderen wanneer de lamp wordt ingeschakeld. De film wordt nu door de bediener geleid in de sleuf. De film loopt door het
bovenste tandwiel met de
bovenste filmlus door het
beeldkanaal waarin het
beeldvenster is uitgespaard, waardoor het licht van de projectielamp schijnt. De
grijper vlak onder het beeldvenster zorgt er voor dat in de meeste gevallen voor dat de film 18 keer per seconde in de perforatie van de film wordt voorgeschakeld. Bij latere modellen met automatische inleg worden vanzelf de nodige opvang lussen gevormd. De film loopt telkens van de spoel af, maar wordt in het beeldvenster per beeldje korte tijd vertoond en moet daar stil staan, als dit niet zou gebeuren zie je ook het voorttrekken van de film op het scherm.
Zodra de perforatie van de film in de grijper komt en deze het film beeldje naar beneden trekt, moet door de
vlinder de lichtstroom even worden afgedekt, om deze zodra de film weer stilstaat opnieuw vrij te geven. De lus aan de onderkant vangt dat stilstaan tijdelijk op anders zou de film stuk getrokken worden. De continue beweging van de film wordt opgepakt door het
onderste tandwiel en loopt vanaf daar door naar het
filmkanaal die de film naar de
opwikkelspoel geleid. Bij sommige modellen kan de film ook zonder deze tussenkomst direct naar de opwikkelspoel worden geleid. Hoewel de film bij automatische filmprojectoren al meteen wordt opgepikt en meegenomen door de opwikkelspoel, kan het voor komen dat dit bij sommige modellen de bediener dit zelf zal moeten doen. Bij een modernere opwikkelspoel kan dit gemakkelijk gedaan worden door de klemgleuven in die spoel.
Waarop projecteren?
Het is aan te raden dit op een glad wit scherm te doen als deze nog intact is en aanwezig bij de projector. Projecteren op witte lakens of muren geven een slecht resultaat. In beide gevallen gaat namelijk veel licht verloren doordat de terugkaatsing en verspreiding van het licht minimaal is. Schermen die veel gebruikt worden zijn van mat wit plastic met een ingeperst profiel, in de meeste gevallen is dit een patroon van piramides, waardoor het licht niet alleen rechtstreeks wordt teruggekaatst naar de projector maar ook naar de zijkanten. Op een scherm projecteren heeft dus het voordeel dat vrienden en/of familie niet opgepropt vlak naast de projector hoeven te zitten, maar door de betere verspreiding van het licht zelf ook verspreid in de kamer kunnen zitten.
Naast de mat wit plastic schermen zijn er ook glasparel schermen, deze bevatten miljoenen microscopisch kleine glasparels die het licht van de projector reflecteren. Ze blijken erg handig als er geprojecteerd wordt in verlichte ruimtes en worden daardoor vandaag de dag vaak gebruikt bij presentaties in bedrijven of op beurzen. Het nadeel van glasparel schermen is dat
hotspotting merkbaar is. Door hotspotting is één gedeelte (vaak in het midden) op het scherm erg helder en zijn de zijkanten daaromheen vaag. Ook zal bij (kleine) beschadiging aan het scherm blijken dat zichtbare lelijke plekken het geprojecteerde beeld verstoren.
De juiste afstanden
Dit lijkt misschien een pas en meet werkje, maar dat valt best mee. De afstand die het beste kan worden aangehouden tussen het scherm en de projector is 6 meter. Als de kamer met rijen stoelen wordt ingedeeld dan dient de eerste rij op 3 meter afstand van het scherm te zitten en de tweede rij op 6 meter afstand.
Waarop letten tijdens het proefdraaien?
Voordat je te hard van stapel loopt en mensen uitgenodigd voor een avondje films uit de oude doos kijken, is het wel zo handig om een aantal zaken
van tevoren na te lopen, namelijk:
- De stekker, als eerste controleer je de stekker op Knikken in de kabel en of een niet geaarde stekker wel in het stopcontact past. Zorg er altijd voor dat een los aardedraad op de correcte manier wordt aangesloten!
- De bewegende delen, werken deze na behoren? Lopen ze niet vast en/of hoor je geen krakend(e) geluid(en)?
- De lamp, gaat het licht aan als de schakelaar op deze stand wordt gezet?
- De projectielens, is de lens schoon en zitten er niet te veel krassen op?
- Het geprojecteerde beeld, stel de lens van tevoren zo in dat het beeld overal goed scherp is (de randen en het midden).
- Het beeldvenster, zie je tijdens het proefdraaien haren en draadjes in het geprojecteerde beeld zitten? Maak dan het beeldvenster schoon, doe dit met een fijn borsteltje maar nooit met een mesje of andere metalen voorwerpen. Gebruik ook geen reinigingsmiddelen. Haartjes en draden zijn goed te zien als de projector speelt zonder film.
Door deze handelingen vooraf uit te voeren, kun je vervelende verassingen en teleurstelling voorkomen. Als de handleiding nog aanwezig is lees deze dan zeker door, daarin wordt er dieper ingegaan op technische feiten van de filmprojector. Ouwe rotten uit het fotografie- en filmvak zijn ook zeker bereid om bruikbare adviezen geven.
Handige tips voor bij het projecteren
- Hang het scherm hoog, mensen hoeven zo niet langs elkaars hoofden heen te kijken.
- Als er gerookt wordt naast de projector zijn de rookslierten ook op het scherm te zien dit geeft vanzelfsprekend ongewenst resultaat.
- Verduister de kamer waarin geprojecteerd wordt goed en doe alle lichten uit tijdens de projectie, ook het ganglicht.
- Het is aan te raden kostbare (familie)films te digitaliseren. Je kan dit zelf doen maar ook laten doen door een professioneel bedrijf.