recensieAn American Beauty’ uit 1999 van Sam Mendes, analyse
De onmogelijkheid van de Amerikaanse droom. Amerika, het land van ongekende mogelijkheden. Het land waar krantenjongen miljonair kan worden. Het land waar al je dromen uit kunnen komen. Het land waar je gelukkig kan worden. Een illusie, zo blijkt. In de film American Beauty van Sam Mendes uit 1999 wordt dit duidelijk geïllustreerd. Het hoofdthema van American Beauty bestaat uit de onmogelijkheid is om gelukkig te worden in Amerika én tegelijkertijd sociaal geaccepteerd te worden.
Het verband tussen geluk en welvaart
Uit een artikel van Ruut Veenhoven uit 1983 komen we het volgende te weten over het verband tussen geluk en welvaart:
“Toen crisis en oorlog nog vers in het geheugen lagen, werd materiële welvaart als een groot goed gezien. Wederopbouw en economische groei moesten voorwaarden scheppen voor een beter bestaan en men twijfelde er niet aan dat mensen dan ook meer genoegen zouden gaan scheppen in het leven. Niemand was dan ook erg verrast toen een onderzoeker meldde dat mensen in rijke landen gelukkiger zijn dan mensen in arme landen. De onderzoeker in kwestie was de Amerikaanse socioloog / psycholoog Cantril 1). In een onderzoek, gehouden in 1960, in veertien landen vond hij een fors verband tussen economische ontwikkeling en geluk, uitgedrukt in een rang-correlatiecoëfficiënt van +0,67.
De tijden veranderden echter en economische groei kwam allengs in een minder gunstige reuk te staan. Dit bracht Easterlin 2) ertoe om de gegevens van Cantril nog eens kritisch te bekijken. Hij vond toen dat de verschillen in geluk eigenlijk maar aan de kleine kant waren en dat ze in minstens twee gevallen aan politieke crisissituaties moesten worden toegeschreven. Bovendien toonde hij aan dat de stijging van de welvaart in de VS in de na-oorlogse jaren niet was gevolgd door een evenredige stijging in de levensvoldoening. Tot 1957 nam de tevredenheid met het bestaan nog wel toe, maar daarna tekende zich een lichte daling af, terwijl het inkomen per hoofd nog gestaag toenam. Aan de andere kant vond hij wel een duidelijk verband met de relatieve inkomenspositie in de VS. Rijke Amerikanen waren anno 1970 duidelijk gelukkiger dan arme Amerikanen. Easterlin concludeerde op grond van een en ander dat geluk typisch relatief is. De voldoening met het bestaan zou afhangen van de mate waarin men materiëel beter af is dan landgenoten; vrijwel ongeacht het feitelijk bestaansniveau. Easterlin illustreerde die stelling met de analogie van "lengte". Iemand van anderhalve meter voelt zich tegenwoordig kort, ook al was dat een heel respectabele lengte in de middeleeuwen en zijn er in verre landen hele stammen die onder die maat blijven.”
De mate van geluk hangt dus samen met de mate van welvaartsgevoel ten opzichte van landgenoten, blijkt uit dit onderzoek.
Amerikanen en geluk
Volgens Eric Wilson, Engels Professor aan de Wake Forest University, kan men inmiddels het volgende beweren over geluk:
“Americans are addicted to happiness. When we’re not popping pills, we leaf through scientific studies that take for granted our quest for happiness, or read self-help books by everyone from armchair philosophers and clinical psychologists to the Dalai Lama on how to achieve a trouble-free life: Stumbling on Happiness; Authentic Happiness: Using the New Positive Psychology to Realize Your Potential for Lasting Fulfillment; The Art of Happiness: A Handbook for Living. The titles themselves draw a stark portrait of the war on melancholy.
More than any other generation, Americans of today believe in the transformative power of positive thinking. But who says we’re supposed to be happy? Where does it say that in the Bible, or in the Constitution? Mlancholia is necessary to any thriving culture, that it is the muse of great literature, painting, music, and innovation—and that it is the force underlying original insights. Francisco Goya, Emily Dickinson, Marcel Proust, and Abraham Lincoln were all confirmed melancholics. So enough Prozac-ing of our brains. Let’s embrace our depressive sides as the wellspring of creativity. What most people take for contentment, is living death, and what the majority takes for depression is a vital force. It’s time to throw off the shackles of positivity and relish the blues that make us human.”
De zoektocht naar geluk in American Beauty
De zoektocht naar geluk in American Beauty bestaat als mythe, als een doel en altijd vermomd. Alle personages zijn op zoek naar geluk, verslaafd aan deze zoektocht, zoals Wilson al beweerde, maar allen hebben totaal verschillende ideeën over wat geluk nu precies is en hoe je het kan vinden. Dit is één van de kwaliteiten dat American Beauty tot een film maakt over de moderne Amerikaanse Ervaring: het recht op het zoeken naar geluk. Tegelijkertijd laat de film zien dat deze zoektocht jammerlijk mislukt en dat de moderne Amerikaan eigenlijk ontzettend ongelukkig is.
Zo zien we Lester Burnham, het hoofdpersonage, een duidelijke ontwikkeling doormaken: hij beseft in het begin van de film dat hij eigenlijk bijzonder ongelukkig is, hoewel hij alles heeft wat een gemiddelde Amerikaan bijzonder gelukkig zou maken: een goede baan, een mooie vrouw, een dochter en een mooi huis in een buitenwijk. In één van de eerste scènes zien we hem zich aftrekken onder de douche. Met behulp van voice-over komen we zijn gedachten te weten:
“Look at me, jerking off in the shower. This will be the high point of my day. It’s all down hill from here.”
Lester gaat op zoek naar zijn echte verlangens. Deze verlangens struisen regelrecht tegen de ‘regels van de respectabele gemeenschap’: hij neemt ontslag en gaat werken bij MacDonalds, hij neemt drugs en hij wordt verliefd op de 15-jarige vriendin van zijn dochter. Dankzij zijn verliefdheid leert Spacey weer hoe het is om echt te leven, ziet hij de waarheid achter zijn naargeestige bestaan en wordt hij zich bewust van de mogelijkheden om verandering aan te brengen in de omstandigheden. Aan de andere kant: het object van zijn liefde is wel het schoolvriendinnetje van zijn dochter. Dit vriendinnetje idealiseert hij in ingenieus gefilmde scènes, maar blijft natuurlijk een schoolmeisje waar hij een zeker 'teveel' aan toedicht. Zo heeft het meisje in de realiteit nog geen noemenswaardige borsten, maar in de scènes waarin Lester over haar dagdroomt, stelt hij zich haar vrijwel naakt voor, haar borsten bedekt met rode rozen. Deze rode rozen overigens bergen een antisymbolisme: rode rozen staan hier voor lust, niet voor liefde. Uiteindelijk blijkt ze niet half zo sensueel en boeiend als hij zichzelf had gefantaseerd.
Aan het einde van de film wordt Lester vermoord door de buurman, die op zijn beurt altijd zijn geluk heeft onderdrukt. In feite was hij homoseksueel, maar omdat dat zo verwerpelijk was in zijn ogen heeft hij een enorme haat ontwikkeld tegen homo’s.
De vrouw van Lester, Carolyn, vertegenwoordigt het algemene geloof dat geluk over perceptie gaat: men is gelukkig als men geliefd is, vol zelfvertrouwen en succesvol: men is dus gelukkig als anderen denken dat je gelukkig bent. In feite is ze meer bezig met het onderdrukken van haar ongelukkige gevoelens over haar mislukte huwelijk dan zich gelukkig voelen. Zij voelt zich uitstekend bij haar minnaar, die haar ook laat schieten op de schietbaan, een metafoor voor haar onderdrukte seksuele gevoelens.
De dochter van deze twee personages, Jane, verdrinkt juist in haar miserie. Als 15-jarige zwartgallige puber vindt zij uiteindelijk een liefde in Ricky, de buurjongen, waarbij zij eindeloos haar obsessie over haar ongelukkige leven kan laten voortduren, iets waardoor zij een zeker gevoel van geluk kan ervaren.
In eerste instantie lijkt het erop dat elk personage niet aan zijn of haar seksuele behoeftes kan voldoen, waardoor zij ongelukkig zijn. Er zijn een aantal metaforen voor seksuele ontladingen in de film te zien: flesje bier, een pistool. Zo zien we Lester aan Angela een flesje bier aanbieden. Ook zien we een scéne met Carolyn, zijn vrouw. Zij komt thuis en hij probeert haar te verleiden. Hij leunt over haar op de bank en zegt de volgende zin:
“Whatever happened to that girl that used to climb up to the roof of our first apartment and flash the traffic helicopters? I haven’t forgotten about her.”
Carolyn lijkt in eerste instantie te vallen voor zijn woorden, maar spreekt dan de volgende legendarische en zeer symbolische woorden:
“Lester, you’re going to spill beer on the couch!”
Vooral deze laatste zin laat zien dat Carolyn een personage is dat haar identiteit laat afhangen van het verzamelen van materie. Ze heeft een perfecte maat, een dure bank en een nieuwe auto, maar ze heeft haar levendige persoonlijkheid verloren waar Lester destijds verliefd op werd. Carolyn Burnham is de vertegenwoordigster van Amerikaans consumptiegedrag en het onfortuinlijke geloof dat dingen relaties kunnen vervangen.
Als Lester haar daar mee confronteert, verdedigt ze zich, oftewel: ze beschermt haar geloof dat ze succesvol is omdat ze de belangrijke dingen in het leven bezit en dus automatisch gelukkig. Ook de baan van Lester bij MacDonalds en Janes deelname aan het cheerleader team maken de Amerikaanse cultuur een beetje belachelijk. Toch is het niet alleen seks dat kan leiden tot geluk. Ricky, de buurjongen lijkt zijn geluk te vinden in een relatie met Jane, de dochter, waarbij er alleen maar sprake is van een soort wederzijds begrip, nauwelijks seks. Ook bij de scène waarbij Lester de volgende conversatie hoort tussen Angela en zijn dochter:
“You’re dad’s actually kinda cute…if he just worked out a little, he’d be hot.”
Naar aanleiding hiervan gaat Lester als een bezetene trainen. Men denkt om Angela te versieren, maar uiteindelijk blijkt dat dit voornamelijk is om zijn jeugd weer terug te krijgen. Er is één scène waarin alle verlangens van Lester naar boven komen, en dat confronteert met het beschaafde van Carolyn. Carolyn werkt in de tuin en ruikt een bepaalde geur. Ze doet de deur open en ziet Lester trainen, terwijl hij marihuana rookt en luistert naar Bob Dylan. Zij zegt dan:
“I see you’re smoking pot now. I’m so glad. I think using illegal psychotropic substances is a very positive example to set for our daughter.”
Hij reageert met de volgende tekst:
“You’re one to talk, you bloodless, money-grubbing freak”
Op deze manier forceert American Beauty dat de kijker zich bepaalde vragen moet stellen.
Het einde is heel symbolisch. Lester is eindelijk gelukkig, want hij heeft toegegeven aan zijn verlangens. De buurman, die jarenlang zijn homoseksuele gevoelens heeft onderdrukt, heeft een serieuze poging gedaan om Lester te versieren. Het bleek een misverstand dat Lester homo was. Om deze afschuwelijke zonde en enorme schaamte (in zijn ogen) te verdoezelen, vermoordt hij hem. Lester krijgt herinneringen aan een jonge Jane, en een jongere Carolyn. De scène eindigt met het door Ricky gefilmde papieren zakje. In voice-over zegt Lester het volgende:
"I guess could be pretty pissed off about what happened to me," Lester says in voice-over. "But it's hard to stay mad, when there's so much beauty in the world. Sometimes it seems like I'm seeing it all at once and it's too much. My heart fills up like a balloon that's about to burst."
"And then I remember to relax and stop trying to hold on to it. And then it flows through me like rain, and I can't feel anything but gratitude for every single moment of my stupid little life. You have no idea what I'm talking about I'm sure. But don't worry: you will someday."
Conclusie: geluk ligt in de kleine dingen
Concluderend kunnen we stellen dat Lester pas als hij dood gaat beseft wat hij in zijn leven nooit begrepen heeft: dat geluk te vinden is in vrijheid , maar ook in de liefde die je geeft en ontvangt. Waar geluk is de gave om naar een papieren zakje te kunnen kijken dat danst in de wind en de schoonheid daarvan te kunnen zien. Oftewel: geluk kun je niet bereiken door bepaalde dingen te verlangen (geld, seks, jeugd), maar is juist te vinden in de kleine dingen om ons heen. American Beauty laat ons dus zien dat Ruud Veenhoven het niet bij het rechte eind had. Geluk is niet te vinden in welvarendheid in relatie tot onze armere landgenoten. Wilson beweert dat we verslaafd zijn aan onze zoektocht naar geluk. Dat demonstreert de film wel. En in depressie en doodsangst vindt men zijn grootste kracht en nieuw leven.