Danse macabre (Saint-Saens): hoe vertelt muziek een verhaal?
Klassieke muziek zegt weinig als je geen flauw idee hebt welk verhaal de componist vertelt. Muziek is meer dan alleen melodie. Net als in een moderne popsong met een tekst probeert ook de schrijver van een klassiek werk een verhaal over te brengen. Danse macabre van Camille Saint-Saens illustreert dit op magistrale wijze. Je kent het stuk misschien wel van het Spookslot in De Efteling. De muziek zet een oud Frans bijgeloof om in klanken en melodieën. 's Nachts komt het kerkhof tot leven, ontwaken de doden uit hun graf en voeren ze elkaar mee in een uitbundige dodendans tot de morgendauw. Als je je ogen sluit hoor je met wat verbeelding de wind huilen, de beenderen klapperen en de haan kraaien bij het krieken van de dag.
Spookslot in De Efteling
Walkthrough
Het Spookslot van De Efteling opende in mei 1978 en is daarmee één van de oudere attracties in het park. Het eerste deel van het spookhuis is een soort walkthrough waarbij je te voet een kort traject door het slot aflegt.
Je loopt door wel heel donkere gangen en botst onderweg op tal van akelige verrassingen. Gegrom van monsters en bewegende schedels begeleiden je op je pad.
Klank- en lichtspektakel
Het tweede en belangrijkste deel van de attractie is een show van ongeveer zes minuten met bewegende poppen in een donkere zaal. De ruïnes van een oud klooster vormen het decor. Plots wordt het donker en begint een spookachtig spektakel met licht en muziek.
Een man luidt de klok en geheimzinnige monniken met kaarsen gaan op pad. Het duurt niet lang of de bloemen op het oude kerkhof van het klooster wiegen heen en weer. Grafstenen bewegen en graven gaan open. Geesten en skeletten komen tevoorschijn.
Op de tonen van de muziek, gespeeld door een zwevende viool, verandert het oude kerkhof steeds meer in een mysterieuze en akelige dodendans. De muziek is een wat ingekorte versie van het meesterwerk Danse macabre van Camille Saint-Saens, een geniale componist uit de muziekgeschiedenis.
Camille Saint-Saens /
Bron: Nadar, Wikimedia Commons (Publiek domein)Leven van Camille Saint-Saens
Kinderjaren
De Franse componist Saint-Saens werd geboren in Parijs in 1835. Hij had geen broers of zussen. Aangezien zijn vader kort na de geboorte om onbekende reden stierf voedde zijn moeder hem alleen op met hulp van een oudtante Charlotte Masson. Ze had al vroeg door dat de kleine Camille een muzikaal wonderkind was en stimuleerde hem om zijn talent te ontplooien. Nauwelijks vier jaar oud schreef hij al zijn eerste muziekstukjes. Op zijn zevende kreeg hij zijn eerste pianolessen en kon hij al Latijn lezen.
Jeugd
Al in 1846, toen amper elf jaar oud, gaf Saint-Saens zijn eerste publiek optreden in de Salle Pleyel te Parijs. Op zijn dertiende werd hij toegelaten tot het Parijse conservatorium. Zijn eerste symfonie componeerde hij al toen hij achttien jaar was.
Carrière
Saint-Saens had een grote invloed op latere componisten en speelde een sleutelrol bij de promotie van de Franse muziek. Hij componeerde tal van werken, werkte als leraar aan verschillende instellingen en had een bijzondere band met zijn leerling Gabriël Fauré, die later samen met Debussy en Ravel zou uitgroeien tot één van de belangrijkste Franse componisten van zijn tijd.
Het bekendste werk van Saint-Saens is Carnival des Animaux (Carnaval der dieren). Hij schreef het in 1886 maar weigerde het zelf op te voeren. Hij vond het te luchtig en niet passend bij zijn imago.
Huwelijk en drama
In 1875 huwde Camille Saint-Saens op zijn veertigste met de negentienjarige Marie Truffot. Hij kreeg met haar twee zonen en aanvankelijk verliep het huwelijk goed, maar toen deelde het leven een rake klap uit. Op slechts anderhalve maand tijd verloor hij beide kinderen. De ene viel uit een raam op de derde verdieping en de andere stierf aan een kinderziekte.
Hij kwam het voorval nooit te boven en dacht zelfs aan zelfmoord. Het drama maakte van de componist een verbitterd en onaangenaam man. Bovendien verweet hij zijn echtgenote de dood van de kinderen. Het huwelijk werd al gauw niet langer houdbaar en in 1881 verliet Saint-Saens zijn vrouw.
Het enige wat hem nog interesseerde waren muziek en verre reizen. Zijn favoriete bestemmingen waren Egypte en Algerije. Hij stierf op 16 december 1921 in Algiers.
Danse Macabre
Het werk
Danse Macabre Is een symfonisch gedicht van ongeveer zeven minuten. Saint-Saens schreef het oorspronkelijk in 1872 als een werk voor piano maar herwerkte het in 1874 tot een stuk voor orkest. 'Danse Macabre' ging in première in 1875 in Parijs.
Weinig bijval
Het publiek kon de eerste opvoering niet smaken. Men vond het te ongewoon. De compositie bevatte bewust vals klinkende passages om zo een apart effect te creëren. Saint-Saens werd bedolven onder zware kritiek, aangewakkerd door zijn onaangename persoonlijkheid ontwikkeld na alle tegenslagen in zijn privé-leven.
Verhaal achter het stuk
Henri Cazalis
Het verhaal van Danse Macabre is geïnspireerd op een gedicht van de Franse dichter Henri Cazalis. Hij leefde van 1840 tot 1909. Op zijn beurt liet Cazalis zich bij het schrijven leiden door een oud Frans bijgeloof.
Legende
Volgens de legende en een oud Frans bijgeloof gebeuren er s nachts vreemde dingen op het kerkhof. Wanneer het middernacht wordt en de klok twaalf keer slaat tikt de dood met zijn hiel tegen de graven en speelt een dansbare melodie op zijn viool. De tombes schuiven open, de doden staan op en dansen met elkaar tot de haan kraait en de zon opkomt.
Zig et zig et zag, la mort cri cadence
Frappant une tombe avec son talon,
La mort à minuit joue un air de danse,
Zig et zig et zag, sur son violon.
Le vent d'hiver souffle, et la nuit est sombre,
Des gémissements sortent des tilleuls;
Les squelettes blancs vont à travers l'ombre
Courant et sautant sous leurs grands linceuls,
Zig et zig et zag, chacun se trémousse,
On entend claquer les os des danseurs,
Un couple lascif s'asseoit sur la mousse
Comme pour goûter d'anciennes douceurs.
Zig et zig et zag, la mort continue
De racler sans fin son aigre instrument.
Un voile est tombé! La danseuse est nue!
Son danseur la serre amoureusement.
La dame est, dit-on, marquise ou baronne.
Et le vert galant un pauvre charron -
Horreur! Et voilà qu'elle s'abandonne
Comme si le rustre était un baron!
Zig et zig et zig, quelle sarabande!
Quels cercles de morts se donnant la main!
Zig et zig et zag, on voit dans la bande
Le roi gambader auprès du vilain!
Mais psit! tout à coup on quitte la ronde,
On se pousse, on fuit, le coq a chanté
Oh! La belle nuit pour le pauvre monde!
Et vive la mort et l'égalité!
Hoe muziek het verhaal tot leven brengt
Je kan het stuk
beluisteren terwijl je in de tabel volgt hoe de componist door het gebruik en samenspel van verschillende instrumenten een huiveringwekkend verhaal overbrengt.
Minuut | Instrument | Verhaal |
004 | Harp | Het stuk opent met twaalf klokslagen: het is middernacht |
0 21 | Cellos en contrabassen | De dood begeeft zich met langzame passen naar het kerkhof |
026 | Viool | De viool symboliseert de dood die de dans inzet met een wat vals klinkende melodie in verminderde kwint (het 'duivelsinterval') |
033 | Dwarsfluiten | De eerste doden staan op uit hun graf en zetten de dodendans langzaam in |
047 | Viool | De dood neemt over met een melancholische melodie vol heimwee |
114 | Viool | Steeds meer doden komen uit de graven en de dans gaat crescendo |
132 | Alle | Alle doden nemen nu de nostalgische en melancholische melodie van de dood over |
150 | Xylofoon | We horen voor het eerst het klapperen van de beenderen |
200 | Viool en alle | De dood drijft de dans verder op en moedigt aan tot nog meer dansen waarna gestorvenen zich in toenemende mate bij de dans voegen tot deze een nieuw hoogtepunt bereikt |
244 | Dwarsfluiten | De doden drijven de cadans verder op |
304 | Viool | De dans maakt weer even plaats voor een rustiger moment. Gevoelens van melancholie en nostalgie naar het leven komen naar boven |
334 | Orkest | De wind trekt aan en begint angstaanjagend te huilen |
401 | Xylofoon | Opnieuw hoort men het klapperen van de beenderen van de skeletten |
425 | Orkest | De dans gaat stilaan naar zijn hoogtepunt en gaat in drie keer crescendo, alleen onderbroken tussenin door het vallen van de wind |
453 | Viool | Voor de dans zijn hoogtepunt bereikt laat de dood nog even de melancholie en heimwee naar het leven weerklinken |
505 | Orkest | De wind trekt nu akelig aan, waait en giert steeds harder. Hij jaagt de skeletten op want voor zonsopkomst moeten ze terugkeren in hun graven |
530 | Orkest | De dodendans bereikt zijn hoogtepunt. Alle gestorvenen dansen nu uitbundig met elkaar zonder verschil tussen arm of rijk |
542 | Pauken | Donderslagen galmen over het kerkhof |
557 | Violen | De huilende wind op het kerkhof is nu fel en lijkt bij momenten wel te lachen |
633 | Hobo | Het kraaien van de haan weerklinkt en kondigt de zonsopkomst aan |
638 | Orkest | Alle doden verdwijnen vliegensvlug terug in de graven |
650 | Viool | De dood blijft alleen achter op het kerkhof en speelt treurend op zijn viool een afscheidsmelodie |
718 | Orkest | De dag breekt aan en de dood is verdwenen |
Lees verder