Violen bouwen uit passie
Nederland telt rond vijfentwintig vioolbouwers. De meeste bouwers verdienen hun geld vooral met reparaties en hebben daarnaast een winkel. Het bouwen van een viool gebeurt dan meer uit passie. De winkel levert makkelijker geld op. Maar de passie om te bouwen is meestal zo groot dat er veel tijd aan wordt besteed. Het is ook met veel trots dat een bouwer een nieuw instrument introduceert ook al is het geen Stradivarius. Bouwers blijven overigens zoeken naar een betere klank voor elke nieuwe viool.
Passie als uitgangspunt voor violen bouwen
De basis van de passie van vioolbouwers wordt in een citaat van uitspraken van een bouwer weergegeven: "Mijn vader speelde viool, daarom speelde ik vanaf mijn zevende ook viool.
Op een zeker moment heb ik de keuze moeten maken tussen het conservatorium of zelf instrumenten maken. Op mijn negentiende ben ik toen naar Cremona gegaan, voor de vakopleiding vioolbouwer. Ik koos ervoor omdat het zo mooi is iets van het begin tot het eind te maken. Ik hou van de techniek van het maken, met de klank bezig zijn en het ambachtelijke.
Kritiek leidt tot betere klank
Om een viool te kunnen bouwen is veel vakmanschap noodzakelijk. Daarnaast is ook kennis van scheikunde nodig om zelf de lak te kunnen maken en een bouwer moet verstand hebben van natuurkunde, akoestiek en kunstgeschiedenis. Een voordeel is ook om een muzikale ontwikkeling te hebben doorgemaakt en zelf viool te kunnen spelen.
Vaak worden oude instrumenten als uitgangspunt genomen en zijn de nieuw te bouwen violen daar zekere kopieën van. Interessant is om na de bouw de oude en nieuwe viool met elkaar te vergelijken. Als de opdrachtgever dan positief is geeft dat een kick voor de bouwer. Kritiek kan weer zorgen voor nog meer studie, om de klank van het oorspronkelijke model nog beter te kunnen benaderen. Het is overigens zeker niet zo dat oude instrumenten altijd beter zijn dan nieuwe.
Eén viool tegelijk
Vioolbouwers werken meestal geheel zelfstandig. Gewoonlijk wordt slechts aan één instrument tegelijk gebouwd. Bij het bouwen is van belang om te waken voor overbelasting door een goede werkhouding van vooral rug en schouders. Ogen en vingers moeten ook honderd procent goed blijven. Fysiek vergt het bewerken van bepaalde onderdelen veel van een bouwer. Vioolbouw vereist ook discipline, vijf dagen per week van negen tot vijf.
Voorloper de lira da braccio
Voorlopers van de viool stammen al uit de middeleeuwen zoals de vedel en rebec en ook de lira da braccio. De elegante lira da braccio kan als directe voorloper worden beschouwd en had al de vorm van de huidige viool.
De eerste violen werden, naar algemeen wordt aangenomen, in Italie gebouwd in de vioolbouwcentra Brescia en Cremona rond 1550. In Brescia vestigde zich Caspar de Salo (1540-1611) die uit een familie van musici stamde. Drie broers, zijn vader en een oom waren violisten. Van het bouwen van vooral altviolen is hij rijk geworden in tegenstelling tot veel andere bouwers.
Bouwers uit Cremona met grootmeester Antonio Stradivarius
De vioolbouw maakt in Cremona zijn belangrijkste ontwikkeling door. De bouwers van Cremona stamden minder af van muzikantenfamilies maar waren voornamelijk kunstenaars uit families van rijke kooplieden en notabelen.
De grondlegger van de vioolbouwtraditie in Cremona was Andrea Amati. In de rechte lijn van opvolging werd zijn kleinzoon Nicolo Amati (1596-1684) beschouwd als belangrijkste bouwer in de eerste helft van de 17e eeuw. Maar nog groter werd de roem van een leerling van Amati, namelijk Antonio Stradivarius, vanaf het begin van de 18e eeuw. Van de ongeveer 1000 violen die Stradivarius bouwde zijn er nog enkele honderden over. De prijs van een Stradivarius kan tot enkele miljoenen oplopen. Die kostbare exemplaren zijn meestal in het bezit van vermogende derden en worden uitgeleend aan alleen de beroemdste violisten. Tot het eind van de 19e eeuw werden Stradivarius violen op grote schaal gekopieerd en vaak van valse etiketten voorzien in de grote vioolbouwcentra van Mirecourt en Markneukirchen.
Details zeer belangrijk
Een viool is het resultaat van heel veel overwegingen, handelingen en keuzes van de maker. Dat geldt van houtsoortkeuze tot snaarkeuze. Elk onderdeel van de bouw is van belang. Uiteraard de totale vorm maar ook details als de dikte van het hout en de houtstructuur.
Een viool kan ook aanvankelijk goed klinken en na verloop van tijd futloos worden omdat de spanning van bepaalde welvingen onder druk van de snaren verzwakt.
Voordat de speler en de viool goed op elkaar zijn afgestemd kan een tijd duren. Maar dat geldt niet alleen voor een nieuwe viool maar zelfs ook voor een oud topinstrument.
Lees verder