Muziekinstrumenten bij capoeira
Muziek is een essentieel onderdeel van het capoeira-spel. De instrumenten die hiervoor gebruikt worden, zijn niet de klassieke, welgekende instrumenten, maar wel de berimbau, de atabaque, de pandeiro, de agogo,...
Instrumenten die de moeite lonen om eens va naderbij bekeken te worden.
Bij de opbouw van het capoeira-spel begint de hooftberimbau altijd als eerste met spelen. Daarna vallen de andere berimbaus in, en pas daarna de andere instrumenten. De hoofdberimbau geeft het ritme aan dat alle andere instrumenten moeten volgen en waarop ze steeds moeten terugvallen. De ritmes zijn steeds afro-braziliaans van aard en kunnen ook van zang vergezeld worden.
Berimbau
Een berimbau is een snaarinstrument dat de vorm heeft van een grote boog waar een kalebas (cabaça) aan bevestigd wordt die dient als klankkast. Het bestaat uit een houten stok (verga) waar één metalen snaar (arame) aan bevestigd wordt. Het hout is afkomstig van de aracá, de gabrioba of biriba boom en mag volgens de overlevering enkel bij volle maan gekapt worden.
Tegen de snaar wordt met een stokje (batuta of baqueta) getikt. De toonhoogte wordt bepaald door een steen (pedro of dobrão) tegen de snaar te houden. Ook al lijkt het bespelen van een berimbau op het eerste zicht simpel, het vergt toch enige oefening om meerdere ritmes en tonen uit het instrument te kunnen toveren. Meestal wordt er met verschillende berimbaus samen gespeeld. De berimbau is één van de belangrijkste muziekinstrumenten bij capoeira en wordt symbolisch beschouwd als “beschermer”.
Er zijn drie verschillende soorten berimbaus:
- Gunga: de bas die gebruikt wordt voor basisritmes
- Medio: wordt ook gebruikt voor basistonen die af en toe afgewisseld worden met drie andere tonen die kunnen geproduceerd worden door een berimbau
- Violo: de hoge berimbau die gebruikt wordt voor de solo. Hiermee worden variaties gemaakt op het basisspel van de ‘gunga’ en de ‘medio’.
Atabaque
Een atabaque is een grote houten trom die naargelang het ritme van het spel sneller of trager bespeeld wordt. Bij capoeira regional ligt het ritme veel hoger dan bij de capoeira Angola en wordt er vier keer in plaats van twee maal geklopt per maat.
Meestal is er maar één atabaque tijdens het spel.
Pandeiro
Een pandeiro is een tamboerijn die het tromgeluid ondersteunt. De pandeiro verschilt eigenlijk niet van onze gewone tamboerijn. Vaak worden er ook verschillende tamboerijnen tijdens het spel bespeeld.
Agogo
De agogo is een instrument dat gemaakt wordt door 2 holle kokosnoten op een stok te bevestigen. Het geluid ontstaat door met een stokje tegen de kokosnoten te tikken. De agogo wordt voornamelijk gebruikt tijdens het snelle capoeira-spel maar neemt wel steeds een minder voorname plaats in dan bijvoorbeeld de berimbau.
In onze moderne tijd bestaan er ook metalen agogo’s. Dit is dan eigenlijk een soort dubbele koebel.
Reco-reco
Dit is een stevig stuk bamboe-hout van ongeveer 25 cm lang waarin inkepingen gemaakt worden om een soort rasp te verkrijgen. De klank wordt gevormd door met een stokje over de inkepingen te wrijven.