Gebit en blaasinstrument
Stel dat je dwarsfluit, klarinet, saxofoon, trompet, trombone of een ander muziekinstrument wilt leren spelen of opnieuw oppakken. Hoe zit het dan met een bovenbeet of onderbeet? En met ongelijke of scheve tanden? Wat als je een orthodontische beugel draagt? Hoe zit het als enkele elementen ontbreken, wiebelen of gevoelig zijn? En met bruggen, kronen, implantaten of een (gedeeltelijke) prothese van het boven- of ondergebit? Hoe kom je erachter wat in jouw specifieke geval mogelijk is?
Mogelijkheden voor bespelen van blaasinstrumenten ongeacht je gebit
Een perfect gebit is zeldzaam. Voor het bespelen van blaasinstrumenten is het doorgaans geen enkel probleem dat je tanden en kiezen niet aan jouw ideaal voldoen.
Zelfs professionele bespelers van blaasinstrumenten hebben soms een over- of onderbeet of ongelijke of scheve tanden. Ondanks bruggen, kronen, implantaten of (gedeeltelijke) tandprothesen verdienen ze hun brood met hun muziekinstrument. Voor een aantal ongemakken van een moeilijk gebit bestaan namelijk goede oplossingen.
In de loop van je leven kan de stand van het gebit veranderen. Ook mensen die als kind een gezond en fraai uitgelijnd gebit bezaten, kunnen op volwassen leeftijd orthodontische problemen krijgen. Toch is het ondanks een 'moeilijk' gebit vaak mogelijk om een blaasinstrument te leren bespelen. Of om opnieuw je
dwarsfluit,
klarinet,
saxofoon,
blokfluit, trompet, trombone of ander muziekinstrument weer op te pakken nadat je instrument zich jarenlang in de kast heeft liggen te schamen.
Hieronder vind je meer informatie over wat een bepaalde gebitsafwijking betekent als je een blaasinstrument wilt spelen. Hierbij gaat het vooral om oplossingen voor eventuele ongemakken. Het betreft achtereenvolgens het verhelpen van eventuele problemen in de volgende gevallen:
Overbeet
Veel mensen hebben een overbeet. Bij deze afwijking staat de bovenkaak te ver naar voren ten opzichte van de onderkaak. Voor het bespelen van een blaasinstrument hoeft dat gelukkig lang niet altijd een bezwaar te zijn.
Voor het bespelen van
klarinet of
saxofoon bijvoorbeeld vormt een lichte of matige overbeet in beginsel geen probleem. Volgens sommigen zou een lichte overbeet voor die muziekinstrumenten zelfs een pluspuntje zijn.
Voor de trompet of cornet, hoorn, eufonium, bariton of fagot is een lichte overbeet geen bezwaar.
Ook voor de
dwarsfluit hoeft een matige overbeet geen belemmering te vormen voor een goede toonvorming.
Onderbeet
Bij de onderbeet staat de onderkaak te ver naar voren ten opzichte van de bovenkaak. De onderbeet wordt oneerbiedig ook wel centenbak genoemd. Voor veel blaasinstrumenten is een onderbeet nadelig voor het speelgemak en de toonvorming.
Bij het bespelen van de saxofoon, klarinet of dwarsfluit kan een onderbeet voor aanzienlijke problemen zorgen. Bij de trombone kan een sterke onderbeet het spelen belemmeren. Het spelen op een fagot is bij een onderbeet af te raden. Ook bij een trompet, cornet, hoorn, eufonium of bariton zal het moeilijk tot zeer moeilijk zijn om tot een goede toonvorming te komen.
Ook als je al volwassen bent, zijn er mogelijkheden om een onderbeet door een orthodontische behandeling te corrigeren.
Ongelijke of scheve tanden
Ongelijke of scheve snijtanden kunnen ervoor zorgen dat je muziekinstrument enigszins asymmetrisch in de mond wordt gehouden. Deze asymmetrische embouchure komt ook bij professionele musici voor en hoeft de klank in beginsel niet nadelig te beïnvloeden. Als de asymmetrie pas is ontstaan toen je al een blaasinstrument had leren bespelen, moet je er rekening mee houden dat het enige tijd kan kosten om je embouchure aan te passen.
Vind je de asymmetrie storend, bespreek dit dan eens met je tandarts. Dit geldt ook als je bij het spelen last hebt van scherpe randjes aan je tanden. Deze randjes kun je eenvoudig glad laten polijsten.
Orthodontische beugel of ontbrekende, wiebelende of gevoelige elementen
Of het in de periode dat je een
orthodontische beugel draagt in jouw geval mogelijk of niet onwenselijk is om een bepaald muziekinstrument te spelen, hangt af van de inzichten van je orthodontist. Voor zover deze geen bezwaar heeft, zou je het ongemak van de slotjes van de beugel die tegen de binnenkant van je mond drukken, met beugelwas kunnen verlichten.
Ontbrekende elementen achter in de mond vormen zelden een probleem bij het bespelen van een muziekinstrument. Houd er wel rekening mee dat de niet opgevulde ruimten tussen de elementen achterin de mond op den duur de positie van de elementen voorin je mond kunnen veranderen en daarmee gevolgen hebben voor je embouchure.
Voor het bespelen van bijvoorbeeld de
klarinet of de
saxofoon is het van belang dat de snijtanden in boven- en onderkaak gezond zijn. Dit bevordert het speelcomfort en maakt realiseren van een goede toonvorming eenvoudiger. Bij een goede speltechniek rusten de boventanden direct op het mondstuk en geven de ondertanden steun aan de onderlip. Dan hoeft er niet veel druk op de elementen te zijn, maar veel beginnende saxofonisten of klarinettisten hebben moeite om te spelen zonder op hun mondstuk te bijten, ook al weten ze dat 'bijten' nadelig is voor de toonvorming.
Aangezien bij het bespelen van de
dwarsfluit geen sprake is van enige druk op het gebit, is de kans op klachten in geval van een wiebelend of gevoelig gebit kleiner dan bij enkele andere blaasinstrumenten.
Sommige mensen met enigszins wiebelige snijtanden kunnen dankzij een
gebitsbeschermer toch bijvoorbeeld klarinet, saxofoon of een koperinstrument blijven spelen.
Ook voor mensen met gevoelige elementen kunnen gebitsbeschermers een uitkomst vormen. Voor bespelers van klarinet of saxofoon zijn
mondstukplakkers een goedkope en vaak effectieve manier om plezierig te spelen, omdat de tanden contact hebben met de zachte plakker in plaats van met het harde mondstuk.
Bruggen, kronen en implantaten
Bij bruggen of kronen is de situatie voor het bespelen van een muziekinstrument in beginsel dezelfde als bij geheel natuurlijke tanden en kiezen. Sommige mensen krijgen nadat bij hen kronen zijn geplaatst last van een resonantie bij het spelen. Vaak vormen
bitjes en of
mondstukplakkers dan een uitkomst.
Prothese van het boven- of ondergebit
Over het algemeen hoeft een stabiele gehele of gedeeltelijke prothese voor een serieuze amateur geen ernstige problemen bij het spelen op te leveren. Houd er wel rekening mee dat als je een kunstgebit draagt de binnenkant van je mond een andere vorm krijgt en dat je embouchure tijd nodig zal hebben om daaraan te wennen.
Bij een goede techniek op de
saxofoon of
klarinet rusten je boventanden op je mondstuk. Als het goed is, bijten je ondertanden, daarbij niet op het riet, maar geven deze slechts steun aan de onderlip.
Sommige dwarsfluitisten met een ondergebit rapporteren problemen bij het spelen op de dwarsfluit. Andere dwarsfluitamateurs stellen dat ze zelfs met een compleet onder- en bovengebit na een zekere gewenningstijd weer normaal fluit konden spelen. Bij het aanblazen van de dwarsfluit slaat de tong tegen het verhemelte. Fluitisten zijn daarom het meest gebaat als de prothese van hun bovengebit hun verhemelte vrij laat, zoals het geval kan zijn bij een frame. Lees meer in het artikel
Kun je ondanks jouw gebit leren dwarsfluiten? Voor het spelen op de
blokfluit is een compleet kunstgebit geen enkel probleem: er hoort bij het spelen geen druk op de tanden te zijn.
Verschil tussen plaatprothese en frame
Bij een gedeeltelijke prothese is sprake van een plaatprothese of een frame.
De plaatprothese is van kunststof (met daarin de ontbrekende elementen) met een metalen beugeltje aan het uiteinde. Bij het bijten (of kauwen) draagt het tandvlees dan alle druk.
Een frame is een metalen constructie met op de plaats van de ontbrekende elementen een kunststoffen gedeelte met daarin de ontbrekende tanden en kiezen. Bij deze metalen constructie passen een aantal ankers om de overgebleven elementen. Bij het bijten (of kauwen) vangen de overgebleven elementen dan alle druk op. In tegenstelling tot de situatie bij de plaatprothese drukt het frame het tandvlees niet in. Daarom draagt een frame veel comfortabeler dan een plaatprothese.
Ook bij volledige prothesen zijn er constructies denkbaar die het verhemelte vrij laten. Denk bijvoorbeeld aan een implantaatgedragen prothese. Daarbij kan soms al met twee tot vier implantaten worden volstaan.
Hulpmiddelen om het speelcomfort te verhogen
Handige hulpmiddelen om comfortabel op je blaasinstrument te kunnen spelen, zijn onder andere:
Gebitsbeschermers ('bitjes')
Gebitsbeschermers (sportbitjes of knarsbitjes) verdelen de krachten die op het gebit werken. Ze worden vervaardigd van zachte kunststof. Sommige bespelers van blaasinstrumenten zoals de saxofoon of klarinet gebruiken ze met succes bij last van gevoelige of wiebelende elementen.
In de winkel en online zijn verschillende sportbitjes te koop, o.a. voor hockey, rugby, waterpolo of boksen (in de varianten zacht of hard, dun of wat dikker). De dunnere bitjes werken bij blaasinstrumenten het prettigst. Sommige van die sportbitjes kun je zelf door ze even in heet water te leggen, aan het eigen gebit aanpassen. Deze gebitsbeschermers zijn heel voordelig.
Bij sommige online tandtechnische laboratoria kun je een bitje precies op maat laten maken. Met behulp van een afdruksetje maak je dan eerst zelf een afdruk van je gebit en dat stuur je op naar het tandtechnisch laboratorium. De prijzen van dergelijke maatbitjes variëren. Denk aan een bedrag van tussen de vijftig en zeventig euro.
Daarnaast kun je een bitje via de tandarts laten aanmeten. De prijzen van dergelijke bits bedragen een paar honderd euro. De gebitsbeschermer is dan optimaal op je gebit afgestemd.
Bovengenoemde bitjes bevestig je gemakkelijk en snel voor het spelen aan je bovengebit.
Sommige instrumentalisten gebruiken dergelijke bitjes (ook) voor over het ondergebit. Zo voorkomen ze het ontstaan van een tandafdruk in de onderlip bij bijvoorbeeld het spelen op saxofoon of klarinet.
Ook beginnende instrumentalisten die nog de neiging hebben om in hun mondstuk te bijten, kunnen baat hebben bij een bitje. Overigens, zoals hierboven al is aangegeven, is bijten op het mondstuk een kwestie van een slechte speeltechniek.
Bovengenoemde (zachte) bitjes voelen prettiger aan dan de bekende over de ondertanden gevouwen natte sigarettenvloeitjes die sommige saxofonisten of klarinettisten gebruiken om hun onderlip te beschermen tegen scherpe randjes van hun ondergebit.
In een sommige gevallen kun je in plaats van een zacht bitje beter een hardere (met metaal versterkte) kunstoffen splint gebruiken. Dergelijke splints worden door de tandarts aangemeten.
Mondstukplakkers
Veel saxofonisten en klarinettisten beschermen hun gebit en hun mondstuk met zogenaamde mondstukplakkers. Deze plakkertjes zijn zwart of kleurloos transparant. De maten ervan verschillen en de diktes variëren van 0,3 mm tot 0,9 mm. Je koopt ze met 4- 6 tegelijk. Omgerekend kosten ze slechts enkele euro's per stuk. Ze gaan lang (soms wel een paar jaar) mee en zijn eenvoudig aan te brengen en te vervangen. Bekende merken op dit terrein zijn onder meer BG, Vandoren en Yamaha.
Een mondstukplakkertje fungeert als een soort kussentje waarop je voortanden comfortabel rusten. Je boventanden hebben dan geen direct contact meer met het harde hout, bakeliet of metaal van het mondstuk en bovendien hebben je tanden dan een beter houvast. Deze plakkers voorkomen onder meer slijtage van het gebit en last van resonerende tanden of kiezen tijdens het spelen (dit ongemak komt soms voor bij mensen met kronen). Een dikke mondstukplakker of twee boven elkaar geplakte dunne mondstukplakkers kunnen eventuele resonantie effectief dempen. Daarnaast voorkomt een mondstukplakker dat er tandafdrukken op je mondstuk ontstaan. Volgens sommige mensen verbetert zelfs de kwaliteit van je toon, omdat je mond door de dikte van de plakker een haartje verder open komt te staan waardoor de klankkast van de holte van je mond groter wordt.
Ergonomisch draagkoord of tuigje
Een andere manier om de druk op het gebit te verminderen, is het gebruik van een ergonomisch draagkoord of een tuigje (ook wel draagharnas genoemd). Dat draagkoord of tuigje ontlast dan zowel je duim als je gebit voor het op de plaats houden van je instrument. Denk bijvoorbeeld aan merken als Neotech of BG.
Voor sommige zwaardere instrumenten, zoals de tenorsaxofoon is een speelstandaard te koop. Dan wordt het grootste deel van
het gewicht van het instrument door de speelstandaard gedragen.
Als je overweegt een blaasinstrument te gaan spelen of weer op te pakken
Wil je erachter komen of je gebitsafwijking een bezwaar vormt voor het bespelen van een bepaald muziekinstrument? Neem dan bijvoorbeeld contact op met een docent die lesgeeft op het instrument van jouw voorkeur. Deze muziekdocent kan jou op dit punt deskundig adviseren.
Aarzel je dan nog, of houd je of twijfels over dit punt of over andere aspecten rond de vraag of een bepaald muziekinstrument voor jou geschikt is? Je zou je dan kunnen inschrijven voor een serie van vijf tot tien kennismakingslessen (het aantal kennismakingslessen is per muziekschool verschillend). Een dergelijke serie kennismakingslessen is doorgaans buitengewoon voordelig. Bovendien heb je in die periode dan thuis de beschikking over het muziekinstrument dat je wilt leren bespelen of weer oppakken. Op die manier kun je in alle rust en zonder je direct voor langere tijd te hoeven vastleggen, nagaan of je verder wilt gaan met dat muziekinstrument of dat je een eventueel alternatief wilt overwegen.
Lees verder