Fado, het Portugese levenslied
Muziek is van alle mensen en alle tijden. Muziek is bij uitstek het medium waarin iedereen gevoelens tot uiting kan brengen. Alle aspecten van het leven lenen zich voor het maken van muziek, voor een lied. In de Portugese fado wordt het leven bezongen. De fado is het Portugese levenslied. Mooi om naar te luisteren, bijzonder om te beleven.
Levenslied
Elk land, elke cultuur heeft zo zijn eigen muziek en muziekstijl waarin de emoties van het volk doorklinken. In Nederland kennen we belangrijke vertolkers van ons levenslied, van
Johnny Jordaan, de
zangeres zonder naam en
Willy Alberti in de jaren '60 en '70 tot
Marianne Weber en
Frans Bauer nu. En daar zitten nog heel veel bekende en beroemde artiesten tussen. In het levenslied wordt het leven bezongen. Dagelijks geluk en dagelijkse ellende, voor iedereen herkenbaar.
Portugal
In Portugal heet het levenslied de
fado. Fado is meer dan het levenslied in Nederland. Fado is het leven zelf. Het woord fado is afgeleid van het Latijnse fatum, dat lot of noodlot betekent. Fado bezingt het noodlot, het verdriet, mogelijkheden en onmogelijkheden van het leven in muziek weergegeven, vol van melancholie en fatalisme. Het Portugese woord
saudade (heimwee, weemoed) geeft een belangrijke kern van de fado aan. De hedendaagse fado is onlosmakelijk met Portugal verbonden.
Fado-vertolking. Schilderij van José Malhoa /
Bron: José Malhoa, Wikimedia Commons (Publiek domein)Herkomst
Hoezeer ook vervlochten met de Portugese ziel, toch is de fado pas een kleine tweehonderd jaar geleden ontstaan. Waarschijnlijk ligt de bron van de fado rond 1830 in de arme wijken van
Lissabon en
Coimbra. Rond die tijd was de fado vooral te horen in gelegenheden aan de rand van de nette samenleving. In kroegen en bordelen werd de fado ten gehore gebracht door werklozen en landlopers die met hun zang nog in hun levensonderhoud probeerden te voorzien. Het is niet verwonderlijk dat fado een associatie had met louche zaken, kroegen en prostitutie.
Nieuwe kansen
Hoewel de fado een negatief imago had, oefende ze toch (of juist daarom) een aantrekkingskracht uit. Rond 1900 was de fado langzaam opgeschoven van louche naar respectabel. Ook studenten, intellectuelen en dichters kregen meer aandacht voor de fado. Meer en meer werd de fado in betere gelegenheden ten gehore gebracht door betere
fadista, vertolkers van de fadomuziek.
Bloeiperiode
Vanaf 1900 tot de jaren dertig maakte de fado een ontwikkeling door van kroegmuziek naar volksmuziek. Toen vanaf 1932 de burgerdictatuur van
António de Oliveira Salazar de macht overnam in Portugal zag Salazar in de fado een van de middelen om het volk te beheersen. Fado was de volksziel van Portugal op muziek weergegeven. Het volk had dan wel een dictatuur, maar het kreeg er de fado voor terug. De fadista's vonden het prima, en zagen in al deze fado-aandacht voor zichzelf uitstekende kansen. De fade maakte een bloeiperiode door.
Terugval
Toen de dictatuur door de Anjerrevolutie in 1974 eindelijk ten val kwam, wilden veel Portugezen niets meer van de fado weten. Het was de muziek van de verdrukker, de dictatuur, van een periode die achter hen lag en waar ze niet meer aan herinnerd wilden worden. Fadista's konden met de fadomuziek niet meer voor de dag komen.
Nieuwe bloeiperiode
Muziek die zo verweven is geraakt met de Portugese volksaard, die het hart van de Portugees zo diep raakt, is niet gemakkelijk weg te denken of weg te houden. De onvermijdelijke opleving begon begin jaren tachtig en zette in de jaren negentig aan tot een nieuwe bloeiperiode. Wat het voor de Portugees gemakkelijker maakte, er kwam ook een nieuwe generatie fadista's die geen associatie opriep met de dictatuur. Vanaf eind jaren negentig werd ook internationaal de fado populair.
Ontwikkelingen
De oorspronkelijke fado werd over het algemeen uitgevoerd door een fadista, begeleid door
guitarra,
viola en
bas. Een
viola is geen viool, maar een klassieke gitaar. Een
guitarra is een Portugese gitaar. Na de dictatuur werd gezocht naar alternatieven. Moderne instrumenten doen hun intrede bij het vertolken van de fado en er wordt gebruik gemaakt van versterkers, mengtafels etc. waar dat nodig is.
Unesco
De cultuurorganisatie van de VN, Unesco, plaatste de fado in 2011 op de lijst van immaterieel cultureel erfgoed. Fado staat op deze lijst in het gezelschap van tradities, kennis, festivals en cultuuruitingen die in ere gehouden moeten worden.
Fado-vertolkers
De fado is door vele fadista's vertolkt. Ze allemaal te noemen is een onmogelijkheid. Enkele bekende namen zie je hieronder staan:
- Maria Severa (1820-1846) was de eerste Fadozangeres die enige nationale bekendheid genoot.
- Een van de belangrijkste fadista was Amália Rodrigues (1920-1999).
- Mafalda Arnauth
- Cristina Branco (geb. 1972). Zij zingt o.a. in het Portugees vertaalde gedichten van de Nederlandse dichter Slauerhoff in haar fado-muziek
- Mariza (geb. 1973)
- Nynke Laverman (geb. 1980) is een Friese fadozangeres.
Fado in Nederland
Fado is in Portugal erg populair, en ook buiten de Portugese grenzen staat de fado volop in belangstelling. Het land buiten Portugal waar de fado momenteel erg populair is, is Nederland. Diverse Nederlandse fadista's vertolken fado, en dragen bij aan de bekendheid van deze muziekstijl. De in Nederland opgerichte
Stichting Fado & Guitarras bevordert de verdere ontwikkeling van de fadomuziekstijl.