Prince: songwriter en producer van hits voor anderen

Prince Rogers Nelson (1958-2016), alias Prince, heeft tijdens zijn leven in eigen land meer dan veertig hits gehad waaronder zes nummer 1 hits als componist en/of uitvoerende. In de Verenigde Staten was ‘When doves cry’ uit 1984 de grootste hit. In de jaren tachtig bracht Prince nagenoeg elk jaar een album uit en was hij vrijwel constant op tournee. Andere artiesten, waaronder Chaka Khan, Sheila E. en The Bangles, profiteerden van zijn productiviteit en hadden succes met materiaal dat door Prince was gecomponeerd of geproduceerd. In 2019 verschijnt van Prince postuum een album met demo-versies van vijftien nummers die hij heeft weggegeven aan andere artiesten.

Prince: zanger, songwriter, producer

Prince was een veelzijdig artiest die gitaarrock, funk, R&B, soul en psychedelische rock wist te combineren in een nieuwe, eigenzinnige stijl. Terugkerende thema’s in zijn werk waren seks en religie. In de Verenigde Staten had hij zijn eerste hit in november 1978 toen Soft and wet tot een bescheiden 92e plaats in de Hot 100 kwam. In 1984 bereikte hij met de film en bijbehorende soundtrack Purple rain de status van superster. Toen hij in een juridische strijd met zijn platenlabel verwikkeld raakte veranderde hij een aantal malen van naam. Het materiaal van Prince (39 albums in 38 jaar) is onder verschillende namen uitgebracht, waaronder:

• Prince;
• Prince & The Revolution;
• Prince & The New Power Generation;
• The Artist;
• TAFKAP (The Artist Formerly Known As Prince);
• The Symbol (een onuitspreekbaar teken, soms ook ‘Love Symbol #2’genoemd).

De drie laatstgenoemde namen hadden te maken met de juridische strijd met zijn label waarin hij verwikkeld was geraakt. Warner had de rechten op de ‘artiestenaam Prince’ waarna hij voor een onuitspreekbaar symbool als naam koos. In 2000 liep zijn contract bij Warner af en nam hij de naam Prince weer aan.

Hits voor anderen onder diverse pseudoniemen

Om zijn creativiteit te kunnen uiten hield Prince er met name in de eerste helft van de jaren tachtig een aantal nevenprojecten op na. Hij richtte enkele groepen op (The Family en The Time) en componeerde en produceerde voor andere artiesten, met name zangeressen. Voor het merendeel van deze werkzaamheden naast zijn eigen carrière gebruikte hij verschillende pseudoniemen. Enkele daarvan waren:

• Jamie Starr / The Starr Company (bij o.a. Vanity 6, Apollonia 6 en The Time);
• Alexander Nevermind (bij Sheena Easton);
• Christopher (bij The Bangles).

Naast de meer dan veertig hits onder zijn eigen namen was Prince als componist en/of producer verbonden aan bijna twintig hits uitgevoerd door andere artiesten. In onderstaand overzicht gaat het om nummers waarmee Prince niet zelf een hit heeft gehad.

Vanity 6

Het Amerikaanse damestrio Vanity 6 werd door Prince in 1981 opgericht. Eén van de groepsleden was het model Denise Matthews (1959-2016) waarvoor Prince de artiestennaam Vagina zou hebben voorgesteld. Uiteindelijk werd dit Vanity en vormde Matthews samen met Susan Moonsie en Brenda Bennett het trio Vanity 6. In Nederland werd eind 1982 met Nasty girl de top 10 bereikt maar andere nummers als He’s so dull en Drive me wild deden daarna weinig.

Nadat Vanity in 1984 Prince tijdens de opnames van Purple rain had verlaten werd haar plaats ingenomen door Patty Kotero. Zij gebruikte als artiestennaam Apollonia waarna het trio in de vernieuwde samenstelling als Apollonia 6 verder ging. In 1984 scoorden ze in ons land een hit met Sex shooter. Alle nummers van de trio’s waren geproduceerd door The Starr Company.

Morris Day & The Time

De Amerikaanse funkband The Time werd opgericht in 1981 en was één van de nevenprojecten van Prince. Ex-leden van de groep waren onder meer R&B-zanger Alexander O’Neal en het duo Jimmy Jam en Terry Lewis dat in de jaren tachtig en negentig grote successen zou behalen als producers voor Janet Jackson. Het meeste materiaal op de drie albums van The Time tussen 1981 en 1984 was geschreven en geproduceerd door Prince alleen of in samenwerking met Morris Day, zanger van de groep.

Chaka Khan

Prince bracht eind 1979 zijn tweede album uit waarop I wanna be your lover stond, de hit waarmee hij doorbrak. Op dit album stond ook het nummer I feel for you dat hij oorspronkelijk had geschreven voor de Amerikaanse R&B-zangeres Patrice Rushen die het echter nooit heeft uitgebracht. The Pointer Sisters namen het in 1982 op voor hun album So excited!, maar de bekendste uitvoering is die van Chaka Khan uit 1984. De in het slop geraakte carrière van Khan kwam ermee in de lift. Op haar versie waren rapper Melle Mel, Stevie Wonder op harmonica en samples van diens eerste hit Fingertips te horen. In 1985 won I feel for you de Grammy Award voor ‘Best R&B Song’. Toen Prince en Chaka Khan in 1998 gezamenlijk op tournee waren hebben ze het nummer als duet gezongen. Naast Chaka Khan had Rebbie Jackson, een zus van Michael Jackson, op haar debuutalbum uit 1984 eveneens een versie van het nummer staan.

Sheila E.

Sheila Escovedo, alias Sheila E., is een percussioniste, drumster en zangeres en vooral bekend door haar samenwerking met Prince. Op haar debuutalbum dat ze samen met hem produceerde onder de naam The Starr Company stonden de hits The glamorous life en The Belle of St. Mark, beiden geschreven door Prince. Een jaar later werd nogmaals samengewerkt in A love bizarre.

Sheena Easton

Na Sheila E. volgde Sheena E., oftewel Sheena Easton. Onder de naam Alexander Nevermind schreef Prince voor haar Sugar walls. Het lied was bij uitkomst in de Verenigde Staten controversieel omdat volgens sommigen ‘walls’ in deze context zou refereren naar ‘vagina’. Ondanks de controverse, of misschien wel dankzij, werkten Prince en Sheena Easton enkele jaren later opnieuw samen en kreeg de Schotse zangeres een prominente zangrol in U got the look (hoewel ze niet in de ‘credits’ werd vermeld). In 1989 werd andermaal samen gezongen in het romantische duet The arms of Orion, afkomstig uit de film Batman waarvoor Prince de muziek had geschreven.

The Bangles

Onder het pseudoniem Christopher componeerde Prince Manic Monday. Het nummer was oorspronkelijk bedoeld voor zijn groep Apollonia 6 maar na het uiteenvallen van dit trio bood hij het aan de meidengroep The Bangles aan. De groep met zangeres Susanna Hoffs had er hun eerste hit mee te pakken. Manic Monday stond in april 1986 op nummer 2 in Amerika, het werd van de toppositie afgehouden door Kiss … van Prince.

Sinéad O’Connor

In 1984 formeerde Prince de groep The Family, een ander nevenproject, waarmee een naar de groep genoemd album werd opgenomen. Op dit album stond Nothing compares 2 U dat vijf jaar later in de uitvoering met de iconische videoclip van de Ierse zangeres Sinéad O’Connor een wereldhit werd. In de Nederlandse Top 40 stond het nummer acht weken op nummer 1.

MC Hammer

De Amerikaanse rapper MC Hammer maakte begin jaren negentig op zijn album Please Hammer don’t hurt ‘em gebruik van samples van bekende nummers. In U can’t touch this was een sample van Superfreak van Rick James te horen terwijl in Pray gebruik was gemaakt van twee bestaande nummers, namelijk van Faith No More’s We care a lot en van Prince’s When doves cry. Prince had zich niet met Pray bemoeid maar werd door de sample in de credits opgenomen als co-producer.

Tevin Campbell

Prince schreef en produceerde Round and round, de debuutsingle voor de Amerikaanse R&B-zanger Tevin Campbell. Ook speelde Campbell een rol in de Prince-film Graffiti Bridge. Op de soundtrack van de film stonden nieuwe nummers van Prince uitgevoerd door hemzelf en Campbell maar tevens door The Time, Mavis Staples, Candy Dulfer en George Clinton.

Martika

De Amerikaanse zangeres Martika, van Cubaanse komaf, brak in 1990 door met Toy soldiers. Op haar tweede Engelstalige album stonden vier nummers die door Prince waren geschreven en/of geproduceerd, waaronder de top 10 hit Love… Thy will be done. Later speelde hij dit nummer ook tijdens enkele optredens in de jaren negentig en in 2012. Een sample van Love was te horen op het album Emancipation in Prince’s uitvoering van One of us, oorspronkelijk van Joan Osborne.

Overzicht van succesvolle uitvoeringen van nummers van Prince, door anderen uitgevoerd

Loïs Lane

Toen Prince op MTV een videoclip van Loïs Lane voorbij zag komen raakte hij geïnteresseerd in deze Nederlandse groep. Hij vroeg de groep met daarin de zussen Suzanne en Monique Klemann in het voorprogramma van zijn Europese Nude Tour in 1990. Het eerstvolgende album van de groep uit 1992 werd deels door Prince geproduceerd, waaronder de hitsingle Qualified.

Candy Dulfer

Candy Dulfer is een andere Nederlandse muzikante waarmee Prince heeft samengewerkt. Zij zou aanvankelijk meespelen in de Lovesexy Tour in 1988 maar te elfder ure zegde Prince haar af. Daarna kwam het alsnog goed en was Candy als saxofoniste te zien in de videoclip bij het nummer Partyman, speelde ze mee met Prince in de Jay Leno’s Tonight Show en was ze te horen op zijn album Graffiti Bridge uit 1990 in de nummers Release it, Love machine en The latest fashion.

Originals

Van Prince verschijnt in juni 2019 het postume album Originals. Het gaat hier om een demo-album dat is uitgebracht door Warner Brothers, de platenmaatschappij waaronder de albums van Prince in de jaren tachtig zijn verschenen. Het album bevat demo-uitvoeringen van nummers die Prince aan andere artiesten heeft weggegeven; behalve Nothing compares 2 U zijn alle nummers in de versie van Prince nog niet eerder uitgebracht.