Beatles-nummers waarop slechts één Beatle is te horen
Van The Beatles verschijnen tussen 1962 en 1970 dertien studioalbums en enige tientallen singles. Als Paul McCartney op 10 april 1970 het uiteenvallen van de groep bekendmaakt zijn officieel 212 verschillende nummers van het viertal uitgebracht. Op het grootste deel van die nummers wordt door Paul McCartney, John Lennon, George Harrison en Ringo Starr gespeeld en/of gezongen. Bij de opnames van acht nummers is slechts één Beatle betrokken. ‘Yesterday’ met enkel McCartney is hiervan het bekendste voorbeeld. Welke zijn deze acht nummers die in feite soloprojecten zijn maar onder de groepsnaam worden uitgebracht?
Beatles-nummers met slechts één Beatle
The Beatles hebben tussen 1962 en het uiteenvallen in 1970 in totaal 212 nummers uitgebracht, 187 eigen nummers en 25 covers. Op het merendeel van deze nummers wordt door Paul McCartney, John Lennon, George Harrison en Ringo Starr gespeeld en/of gezongen. Op een klein aantal van deze 212 nummers zijn drie of twee groepsleden te horen en op acht nummers slechts één.
The White Album
Vijf van deze acht nummers staan op het album
The Beatles, ook bekend als
The White Album. Het album uit 1968 met allerlei muziekstijlen is het meest afwisselende van alle albums van de groep. De vier Beatles groeien uit elkaar; niet altijd zijn alle leden tegelijkertijd in de opnamestudio aanwezig. Veel nummers zijn in feite bijna soloprojecten die onder de groepsnaam worden uitgebracht.
Welke acht nummers van The Beatles kunnen tot de categorie soloprojecten worden gerekend?
Yesterday (Paul McCartney)
Yesterday behoort tot de bekendste nummers van The Beatles. Het nummer wordt op 14 juni 1965 opgenomen in de Abbey Road Studios en is daarmee tevens de eerste opname waarbij één lid van de groep is betrokken. Het akoestische nummer dat in het begin
Scrambled Eggs als titel heeft, is in de geschiedenis van de populaire muziek één van de meest gecoverde liedjes aller tijden. Het strijkkwartet met violen en cello wordt een aantal dagen later toegevoegd. In 2000 roept magazine Rolling Stone het nummer uit tot beste popnummer sinds 1963.
Within You Without You (George Harrison)
Within You Without You is van de hand van George Harrison en staat als openingslied op kant 2 van het album
Sgt. Pepper’s Lonely Hearts Club Band. Harrison raakt halverwege de jaren zestig gefascineerd door de Indiase muziek hetgeen al in zijn compositie
Love You To in 1966 op het album
Revolver is te horen. In
Within You Without You zijn naast de door Harrison bespeelde sitar en akoestische gitaar enkel violen, cello’s en de in India en in de Hindoestaanse muziek gebruikte (snaar)instrumenten esraj, tanpura, swarmandal en tabla te horen. De Indiase instrumenten worden bespeeld door de Asian Music Circle, een in London in 1946 opgerichte organisatie die tot doel heeft de Indiase en andere Aziatische muziekstijlen te promoten in de westerse wereld. De wereldwijde impact van het
Sgt. Pepper-album draagt bij aan de groeiende populariteit van de Indiase muziek, met name de Indiase sitarspeler Ravi Shankar wordt eind jaren zestig een bekend musicus in de westerse popcultuur.
Mother Nature’s Son (Paul McCartney)
Een lezing van de Maharishi Mahesh Yogi in India vormt de inspiratie voor McCartney tot
Mother Nature’s Son, afkomstig van
The White Album. Het nummer wordt door McCartney op 9 augustus 1968 opgenomen. Op dat moment zijn de spanningen tussen de vier Beatles hoog opgelopen; Ringo laat zich twee weken niet in de studio zien. De opnamesessies hebben meer weg van soloprojecten die tegelijkertijd in de Abbey Road Studios worden opgenomen dan van een groepsproject.
Wild Honey Pie (Paul McCartney)
Op 20 augustus 1968 wordt
Wild Honey Pie opgenomen. Het nummer met een lengte van slechts 52 seconden ontstaat als McCartney in de studio experimenteert met een viersporenrecorder en een gitaar.
Wild Honey Pie bestaat voornamelijk uit het herhalen van de door McCartney gezongen titel maar dan zonder het woordje ‘wild’. Daardoor moet het dan weer niet verward worden met
Honey Pie (waarnaar het refereert) dat eveneens op
The White Album voorkomt en waarop wel alle vier leden van de groep zijn te horen. Aanvankelijk is het niet de bedoeling dat
Wild Honey Pie op het dubbelalbum komt te staan maar van Harrison’s vrouw Pattie Boyd wordt gezegd dat ze het zo leuk zou hebben gevonden dat is besloten het korte nummer toch op te nemen.
Wild Honey Pie wordt echter niet door iedereen gewaardeerd; journalist Mark Hertsgaard noemt het nummer ‘an assault to the ear’, zijn collega David Quantick heeft het over ‘genuinely inferior’ terwijl Jacob Stolworthy van The Independent blij is dat het één van de kortste nummers van The Beatles is.
Her Majesty (Paul McCartney)
Nog korter dan
Wild Honey Pie is
Her Majesty. McCartney is als enige Beatle te horen in het nummer van slechts 23 seconden dat de afsluiter vormt van het album
Abbey Road.
Her Majesty wordt niet op de oorspronkelijke hoes van het album genoemd en is pas veertien seconden na het laatste nummer The End te horen. In het cd-tijdperk is een dergelijke ‘hidden track’ een veelvoorkomend verschijnsel maar in de jaren zestig is dit een noviteit. In de televisiedocumentaire ‘The Beatles Anthology’ uit 1995 verklaart McCartney dat het helemaal niet de bedoeling was dat zijn opname op Abbey Road zou terechtkomen (‘typical Beatles, an accident’).
Her Majesty is, naast
Penny Lane en
Mean Mr. Mustard, één van de drie Beatles-nummers waarin wordt gerefereerd aan Koningin Elizabeth II. Het korte nummer met enkel McCartney dateert van 2 juli 1969 maar tijdens de Get Back-sessions in januari 1969 is een langere versie met de drie andere Beatles opgenomen.
Julia (John Lennon)
Op
Julia, de afsluiter van kant 3 van
The White Album, is enkel John Lennon te horen. De Julia die wordt bezongen in het lied is Julia Lennon, John’s moeder die in 1958 op 44-jarige leeftijd overlijdt aan de gevolgen van een auto-ongeluk. Van alle nummers van
The White Album is
Julia het laatste nummer dat is opgenomen en het enige Beatles-nummer waarop enkel John is te horen. Het lied is door John geschreven tijdens het bezoek van The Beatles aan Rishikesh in het noorden van India. Na de scheiding van zijn ouders wordt John opgevoed door zijn tante; zijn moeder begint een relatie met een andere man. ‘Ik heb haar twee keer verloren, de eerste keer toen ik als vijfjarige bij mijn tante kwam te wonen, de tweede keer toen ze stierf,’ aldus Lennon over zijn moeder. Lennon schrijft
Julia tevens voor zijn dan toekomstige vrouw Yoko Ono wiens eerste naam in het Japans ‘child of the sea’ betekent wat terug te horen is in ‘ocean child, calls me’ in de derde regel van het lied.
Blackbird (Paul McCartney)
De oplopende spanningen als gevolg van de protesten van de burgerrechtenbeweging in de jaren zestig in de Verenigde Staten tegen de rassenscheiding vormen voor McCartney de inspiratie voor
Blackbird; in overdrachtelijke zin is
Blackbird een zwarte vrouw (´bird´ is in het Engels straattaal voor ´girl´). McCartney, geïnspireerd door Johann Sebastian Bach’s
Bourrée in E minor, begeleidt zichzelf op akoestische gitaar. De merel in het op 11 juni 1968 opgenomen
Blackbird is afkomstig uit het geluidsarchief van de Abbey Road Studio.
Good Night (Ringo Starr)
Good Night is één van de elf nummers uit het repertoire van The Beatles die door Ringo Starr wordt gezongen (hij schreef er twee zelf:
Don’t Pass Me By en
Octopus’s Garden).
Good Night is geschreven door Lennon, bedoeld als slaapliedje voor zijn dan vijfjarige zoon Julian. Het orkest is gearrangeerd en gedirigeerd door vaste producer Georg Martin, de vocalen op de achtergrond zijn afkomstig van The Mike Sammes Singers die ook op
I Am The Walrus zijn te horen.
Good Night is tevens het laatste nummer van
The White Album.