Oud-Hollands lied: Wilt heden nu treden
Onder de oud-Hollandse liederen vallen zeker ook de liederen die ontstaan zijn tijdens de Tachtigjarige Oorlog, verzameld in Valerius Gedenkklank: Nederlandtsche Gedenck-klanck. Geuzenliederen en liederen die de overwinningen op de Spanjaarden bezongen en de saamhorigheid onder de bevolking bevorderden. Het lied ‘Wilt heden nu treden’ is er een van. Dit lied wordt nog steeds gezongen en staat in diverse kerken nog regelmatig op het programma.
Tachtigjarige oorlog
Van 1568 tot 1648 woedde in de Nederlanden de Tachtigjarige Oorlog. Onder leiding van de stadhouder, de prins van Oranje, bestreden de protestante Noordelijke Nederlanden het katholieke, Spaanse gezag.
Zelfbeschikking en godsdienstvrijheid
Aanvankelijk ging de strijd vooral om meer zelfbeschikking en godsdienstvrijheid. Tijdens de regeerperiode van Karel V was binnen de kerk verzet gekomen van vernieuwers als Luther en Calvijn, die vonden dat de leiding van de kerk ver van de basis en de juiste leefwijze was afgeraakt. Verzet tegen het gezag was echter niet vanzelfsprekend. De vorst beschouwde een aanval op het geloof, op de kerk, als een aanval op zichzelf. Keizer Karel V bestreed daarom aanhangers van Luther en Calvijn met alle middelen. Vooral in de Nederlanden waren veel aanhangers, en dat leidde tot vele vervolgingen. Dat werd onder de opvolger van Karel V, Filips-II alleen maar erger. De edelen in de Nederlanden hadden er weinig behoefte aan door het Spaanse gezag op de vingers gekeken te worden, zeker nu koning Filips-II zo ver weg in Spanje zetelde.
Prins Willem van Oranje
Als belangrijkste edelman in de Nederlanden, was prins Willem de aangewezen persoon om in de functie als stadhouder het volk de wil van de Spaanse koning op te leggen. Dat strookte echter niet met het geweten van Willem, die het vroegste deel van zijn leven een protestantse opvoeding had gehad. Hij probeerde de koning op andere gedachten te krijgen, maar dat mislukte.
De oorlog
De koning kon niet meer terug. Als bewaarder en beschermer van het katholieke geloof zou hij nooit kunnen toestaan dat er meer en meer protestantse gelovigen binnen zijn landsgrenzen leefden. Meer en meer groeide het verlangen in de Nederlanden om alle Spaanse troepen het land uit te krijgen. Dat hoefde aanvankelijk niet eens te betekenen, dat het uiteindelijke gezag van de Spaanse koning niet meer erkend zou worden. Maar de standpunten verhardden en er braken gewapende opstanden uit. Prins Willem begon met het verzamelen van een leger. Vanaf 1568 is er sprake van een oorlog tegen het Spaanse gezag, een oorlog die pas in 1648, na tachtig jaar, zou eindigen.
Valerius Gedenck-klanck en het oud-Hollandse lied
Na de moord op Willem van Oranje, in 1584, werd de jonge Maurits als opvolger van zijn vader benoemd als stadhouder. De oorlogshandelingen gingen door. Maurits behaalde verschillende overwinningen op de Spaanse troepen. Elke overwinning was een lied waard, dergelijke liederen stookten het verzetsvuurtje verder op en vergrootte de saamhorigheid in de Nederlanden. In
Valerius Nederlandtsche Gedenck-klanck werden veen van deze liederen verzameld. In veel gevallen werden bekende melodieën gebruikt voor een nieuwe tekst. In
Valerius Nederlandtsche Gedenck-klanck staat het lied
Wilt heden nu treden, een danklied naar aanleiding van de vele overwinningen die Prins Maurits op de Spaanse troepen behaalde.
Tekst Wilt heden nu treden
Hieronder zie je de tekst van Wilt heden nu treden. In de afbeelding is het notenbeeld te zien, zoals dat werd afgedrukt in
Kun je nog zingen, zing dan mee (uitgave 1925). Het lied wordt nog steeds veel gezongen in protestante, maar ook in katholieke erediensten. Het is ook vertaald naar het Duits en Engels.
Het Oud-Hollandse lied: Wilt heden nu treden
Wilt heden nu treden
Wilt heden nu treden voor God den Heere
Hem bovenal loven van harten seer
End’maken groot sijns lieven naemens eere
Die daer nu onsen vijant slaet ter neer
Ter eeren ons Heeren wilt al u dagen
Dit wonder bijsonder gedencken toch
Maeckt u o mensch! Voor God steeds wel te dragen
Doet ijder recht en wacht u voor bedrog
Bid, waket end’ maket dat g’in bekoring
End’ ’t quade met schade toch niet en valt
U vroomheid brengt de vijand tot verstoring
Al waer sijn rijck noch eens soo sterck bewalt