Obscure platen die de hitparade haalden

De Top 40 en andere hitparades zijn verzamelplaatsen van vele soorten muziek. Van rock tot dance en van Nederlandstalig tot haastig en liefdeloos in elkaar geflanste eendagsvliegen. Tijdens de uitzending van de lijst komen de meest uiteenlopende genres voorbij. De hitlijsten geven al decennia lang weer hoe de smaak is van het muziekminnende volk. En die is soms heel vreemd, zo blijkt als je de archiefkast met singles uit de historie van de Top 40 omver kiepert.

Sweet People – Et Les Oiseaux Chantaient

Een kruising tussen liftmuziek, vage relaxklanken uit de sauna en een cassettebandje met 418 vogelgeluiden. Echt. Deze plaat van de Zwitserse groep rond Alain Morisod (23 juni 1949) behaalt in 1980 zelfs nog de top 10 van de Nederlandse Top 40.

Abdul Hassan Orchestra – Arabian Affair

Zwoele Arabische klanken, buikdanseressen, mannen met snorren die eruit zien als een oliesjeik. Abdul Hassan scoort in 1978 een wonderlijke instrumentale hit in Nederland. Hoe kan dat nou? De verklaring is eenvoudig: de man achter het geheimzinnige orkest is gewoon Hans van Eijck, eerder bandlid van de Tee Set en After Tea. Midden jaren zeventig zit hij wat te klungelen met oosterse muziek en een discobeat. Arabian Affair wordt opgenomen met anoniem gebleven studiomuzikanten en wordt tientallen jaren later door 3FM-disckjockey Gerard Ekdom in zijn middagprogramma Effe Ekdom als achtergronddeuntje gebruikt. In 1978 schopt de plaat het tot de vierde plaats.

Baz Luhrmann – Everybody’s Free To Wear Sunscreen

De meest gezochte plaat door luisteraars van de publieke zender 3FM. Afkomstig uit 1999, met 29 als hoogste positie in de Top 40. Everybody’s Free is een raadselachtige plaat van de Australische regisseur Baz Luhrmann. In het nummer geeft een mannenstem allerlei adviezen aan jonge mensen, zoals ‘geloof geen beautymagazines, dans, maak je geen zorgen over de toekomst, doe elke dag iets wat je bang maakt, herinner je de complimenten die je kreeg en gooi je oude bankafschriften weg’. De tekst is geschreven door columniste Mary Schmich van de Chicago Tribune, Baz Luhrmann krijgt toestemming voor het gebruiken van de tekst en acteur Lee Perry spreekt die in. In Engeland land het nummer op plek 1, de eerste gesproken plaat die de Britse charts aanvoert.

Soeur Sourire – Dominique

Jeanine Deckers is de naam van de zingende non (Soeur Sourire) uit België die in 1963 een enorme hit scoort met de single Dominique. In het klooster zingt ze geregeld haar liedjes en al snel komt men op het idee om een plaat op te nemen om die mee te kunnen geven aan bezoekers van het klooster. Platenmaatschappij Philips ziet wel brood in het nummer Dominique en vraagt of het op single uitgebracht mag worden. Het liedje wordt een internationale hit en voert zelfs de Billboard Hot 100 van de Verenigde Staten aan. Deckers stapt in 1967 uit het nonnenklooster om een loopbaan in de muziek te beginnen, maar die flopt grandioos. De platenkopers hebben geen interesse in de zingende (ex-)non, de belastingdienst daarentegen wel. Die bestookt haar met aanslagen over de opbrengst van Dominique, die destijds geheel naar het klooster ging. Berooid pleegt ze in 1985 samen met haar vriendin zelfmoord door een overdosis slaappillen in te nemen.

Space Art – Onyx

Zo obscuur dat de redactie van het Top 40 Hitdossier het in elke nieuwe versie verkeerd vermeldt. De groepsnaam Space Art wordt als titel genoemd en Onyx als groepsnaam, terwijl het toch echt andersom is. Space Art komt in de slipstream van de Franse synthesizergoochelaar Jean Michel Jarre in de hitparade terecht, ook in Nederland. Jarre baant in 1976 de weg met Oxygene, Space Art scoort in de zomer van 1977 een hitje om daarna voorgoed in het heelal der vergeten hits te verdwijnen. De single Onyx komt van een album met veel vage ruimteklanken.

One Day Fly – One Day Fly

Experiment uit 2001 van het televisieprogramma Kopsijkers van Jack Spijkerman. Spijkerman en de mensen uit zijn cabaret willen aantonen dat je met veel televisiepromotie zo’n hype kunt creëren dat een onbetekenend nummer de hitparade kan halen. Het is een aanklacht tegen de televisiezangtalentenjacht Starmaker dat steevast uitmondt in het uitbrengen van een gehypte single van deelnemers. Het lukt Spijkerman en consorten zo goed, dat het binnen een week Damn (I Think I Love You) van het Starmaker-groepje K-otic van de eerste plaats stoot. Van One Day Fly worden 60.000 exemplaren verkocht, de opbrengst is voor Unicef.

Panjabi MC - Mundian To Bach Ke

Horen we daar de tune van de oude tv-serie Nightrider, in combinatie met Indiase banghamuziek en hip-hop? Rajinder Singh Rai, want zo heet hij volgens de burgerlijke stand, is geboren in het Britse Coventry en haalt in 2003 met zijn verrassende mix de 13de plek in de Top 40.

The Flying Lizards – Money

In de punktijd aan het einde van de jaren zeventig zien wel meer rare singles het daglicht, maar die komen nooit in de hitlijst. In de post-punkperiode lukt het de Flying Lizards wel. Money klinkt alsof er iemand met een bierafschuimer op het rooster van de tap slaat, de zang is vals en ietwat uit het ritme. Drie weken Top 40 in 1980: pure cult.

Bob Dylan – Wigwam

Precies James Last die het thema van een softpornofilm speelt. Bob schijnt zelf wel 'lalalla' gezongen te hebben, maar dat hoor je amper terug in de productie. Het wordt wereldwijd een kneiter van een hit: nr. 3 in Nederland.

Noodweer – In De Disco

Protesteren tegen voortdurend babbelende DJ’s en inhoudsloze muziek en dan zelf de hitparade halen. Dat overkomt de Nederlandse band Noodweer met In De Disco (‘Odorex of Odol, Rolo in de disco’). De lange versie van de single bevat een prachtige parodie op een maar raak pratende discjockey (‘Er zit een enorme poliep boven in mijn neus, daar moet ik wel wat aan doen’).