De kwintencirkel en toonsoorten
Als je vaak bezig bent met muziek, is waarschijnlijk al naar voren gekomen dat er toonladders bestaan met vaste voortekens: kruizen of mollen. Dit wordt ook wel een toonsoort genoemd. Hoewel dit op het eerste gezicht een lastig en ingewikkeld onderdeel binnen de muziekleer lijkt, zit er wel degelijk logica in dit systeem. Om hier in één oogopslag overzicht over te krijgen, is de kwintencirkel uitgevonden.
In het vinden van de toonladders met vaste voortekens zit een vaste regelmaat: om kruizen te vinden ga je simpelweg een reine kwint omhoog. Uitgaande van de toonladder van C-majeur, kunnen we dus stellen dat de toonladder van G één kruis heeft, die van D twee enzovoort. Ook voor de toonladders met mollen geldt een soortgelijk systeem, alleen andersom: hierbij ga je steeds een reine kwint omlaag.
De kwintencirkel – het moge inmiddels duidelijk zijn waar deze term zich aan ontleent- is een uitstekend hulpmiddel om op eenvoudige wijze overzicht te krijgen over de volgorde van de majeurladders en hun bijbehorende vaste voortekens.
De kwintenstapeling die hierboven is toegelicht kunnen we schematisch verwerken in een cirkel: hoe dat eruitziet, zie je hiernaast.
C-majeur heeft geen vaste voortekens; daarom staat deze toonladder bovenaan. Wanneer men de cirkel vanaf deze toonladder met de klok mee leest komt men de kruizen tegen, wanneer tegen de klok in wordt gelezen, komt men de mollen tegen.
Het is wellicht opvallend dat onderin de kwintencirkel, bij de zesde kwintstapeling, de mollen en kruisen elkaar als het ware tegenkomen; we zien de toonladder van Ges met zes mollen, en de toonladder van Fis met zes kruisen. Hoewel deze toonladders er totaal anders uitzien op papier, klinken zij hetzelfde: er is dus sprake van
enharmonische gelijkheid tussen deze ladders. Dit is ook meteen de reden waarom je vrijwel nooit stukken tegenkomt met meer dan zes kruisen of mollen; er is namelijk altijd een manier om deze stukken te noteren in een enharmonisch gelijke toonsoort, waardoor er minder voortekens gebruikt hoeven worden.
Mineurladders
Hoewel we nu constant bezig zijn geweest met majeurladders, is het ook mogelijk om mineurladders onder te brengen in de kwintencirkel. Er bestaan twee toonsoorten zonder kruisen en mollen: dit zijn respectievelijk C-majeur en A-mineur. Deze toonsoorten worden “
paralleltoonsoorten” genoemd omdat ze uit dezelfde noten bestaan. Toch klinken ze anders, doordat de volgorde van de toonsafstanden anders is.
Om de mineurparallel te vinden van een majeur toonsoort, kijk je naar de zesde toon van de laatstgenoemde toonsoort. A is de zesde toon van de toonsoort C, dus A-mineur is de parallel van deze toonsoort. Hieronder vind je een voorbeeld van dezelfde kwintencirkel, maar dan met de mineurtoonladders erin verwerkt.
Om de kwintencirkel te kunnen onthouden, bestaan er verschillende ezelsbruggetjes. Voor de majeurladders met kruizen kan dit bijvoorbeeld zijn:
Geef
De
Aap
Een
Bord
Fis
En mijn persoonlijke favoriet bij de majeurladders met mollen is
Finnen
Beschouwen
Estlanders
Al
s Deskundige
Geschiedschrijvers
Wanneer je deze majeurladders, al dan niet aan de hand van deze ezelsbruggetjes, moeiteloos kan opnoemen en vanuit hier de paralleltoonsoorten kan achterhalen, beheers je een van de allerbelangrijkste onderdelen binnen de algemene muziekleer.
Reacties
Ivo, 23-10-2014
Misschien een hele late reactie nog… Maar je zegt dat dat stuk in D-groot staat en 5 mollen heeft… Volgens kwintencirkel heeft D-groot 2 kruizen…
Reactie infoteur, 23-10-2014
Je hebt helemaal gelijk, ik bedoelde uiteraard Db-groot. Bedankt voor je oplettendheid!
Stefaan, 13-01-2013
Ik zit in middelbare 2 van de stedelijke academie van Sint-Niklaas en ik heb nog altijd problemen met partituren te lezen met mollen en kruisen. Toevallig kwam ik op jullie website uit en zag de kwintencirkel staan. Ik moet toegeven dat ik er niet veel van begrijp en wou jullie vragen of je dit voor mij kunt verduidelijken. Ik ben aan een meesterstuk bezig van Debussy; Clair De Lune en die heeft 5 mollen aan de voortekening. Jullie artikel is heel interessant, maar ik geraak er niet zo goed aan uit. Graag zou ik, indien dit niet te veel gevraagd is een duidelijk overzicht krijgen hoe je mollen en kruisen met een vaste voortekening kunt lezen van de partituren op piano. Ik hoop dat dit niet te veel moeite gevraagd is.
Alvast bedankt.
Maan.
Reactie infoteur, 21-01-2013
Beste Maan,
De kwintencirkel is vooral een hulpmiddel om te bepalen welke voortekens een bepaalde toonsoort heeft. Als ik het goed begrijp heeft jouw vraag niet direct betrekking op de theoretische achtergrond van de voortekens, maar meer op het praktisch toepassen ervan.
De vaste voortekens staan aan het begin van een sleutel, en staan altijd in een vaste volgorde. In het geval van de mollen is dit respectievelijk Bes, Es, As, Des, Ges, Ces, Fes. Meer dan zeven voortekens heeft weinig zin, omdat je dan eigenlijk automatisch in een toonsoort terecht komt die je eigenlijk ook met minder voortekens zou kunnen schrijven. Het stuk Claire de Lune (wat overigens inderdaad een wonderschoon stuk is!) staat in de toonsoort D-groot en heeft 5 mollen aan de voortekening: binnen dit stuk heb je dus te maken met de Bes, Es, As, Des en Ges. Dit houdt in dat je overal in het stuk waar een B genoteerd staat een Bes speelt, overal waar een E genoteerd staat een Es speelt, enzovoort. Deze verlaging geldt voor alle octaven en door heel het stuk, tenzij er ergens gebruik wordt gemaakt van een herstellingsteken.
Ik hoop je hiermee een beetje geholpen te hebben!