Muziek in tijden van oorlog rond 1800
De periode van het eind van de achttiende tot het begin van de negentiende eeuw was de tijd van de Weense Klassieken, de componisten Joseph Haydn, Wolfgang Amadeus Mozart en Ludwig van Beethoven. Ook op politiek gebied was het een roerige tijd. Het was een tijd van oorlog en revolutie. Dit had ook gevolgen voor de muziek.
Oorlog en revolutie
Aan het einde van de achttiende eeuw nam Oostenrijk deel aan onder andere de Zevenjarige oorlog en de Russisch-Turkse oorlogen. Ook was dit de tijd van de Verlichting. De rede, het verstand werd belangrijk in plaats van het gevoel en dit werd toegepast op de hele maatschappij.
In 1789 begon de Franse revolutie. De burgers in Frankrijk kwamen in opstand onder het motto ‘Vrijheid, Gelijkheid en Broederschap’. Frankrijk wilde de ideeën van de revolutie verspreiden in andere landen, maar ondervond veel tegenstand, waardoor er oorlogen volgden. Intussen kwam een generaal genaamd Napoleon Bonaparte aan de macht. Hij werd eerste consul en in 1804 kroonde hij zichzelf tot keizer. Napoleon wilde heel Europa veroveren door middel van de Napoleontische oorlogen. Nog nooit had een oorlog voor zoveel slachtoffers gezorgd. Toch bracht Napoleon ook gelijkheid en eenheid in Europa. In 1815 werd Napoleon definitief verslagen in de Slag bij Waterloo.
De muziek rond 1800
Deze periode in de geschiedenis loopt parallel met een muzikale stijlperiode: De Klassieke periode. Voor deze periode zijn geen specifieke jaartallen te noemen, maar grofweg loopt hij van ongeveer 1750 tot 1820. In deze tijd leefden drie van de beste componisten die onze westerse muziekgeschiedenis kent, namelijk Haydn, Mozart en Beethoven, die ook wel de Weense Klassieken genoemd worden. Andere belangrijke componisten zijn bijvoorbeeld Christoph Willibald Gluck, een operacomponist, en Carl Philipp Emanuel Bach, de zoon van Johann Sebastian Bach.
In deze tijd werd er veel kamermuziek gecomponeerd, maar ook het openbaar concert was in opkomst. De bestaande norm van de esthetiek, het schone in kunst, werd aangevuld met de leer van het sublieme. Muziek moest overweldigend zijn. Er werden veel opera’s gecomponeerd, vooral door Gluck en Mozart. Een tamelijk nieuw genre was de symfonie, die een hoogtepunt bereikte bij Beethoven. Andere genres die in deze tijd ontwikkeld werden zijn het instrumentaal concert en de kamermuziek zoals het strijkkwartet en strijkkwintet.
De invloed van de politieke ontwikkelingen op de muziek
De revolutie hangt samen met de emancipatie van de burgers. Door de burgerlijke cultuur is er tijdens deze periode dan ook een verschuiving van een klein adellijk publiek naar openbare concerten. Na de Franse revolutie werd er, vooral in Frankrijk, typische revolutiemuziek gecomponeerd, zoals hymnes en treurmarsen. Een voorbeeld daarvan is de Marseillaise, het Franse volkslied. Bij een tijd van oorlog en revolutie hoort een militaire instrumentatie. Instrumenten die in deze tijd veel gebruikt werden zijn de piccolo, contrafagot en slagwerk. Het zijn instrumenten die goed gebruikt kunnen worden voor muzikale expressie van politieke oproer. De opera’s in deze tijd hadden vaak politieke onderwerpen en werden wel revolutieopera of reddingsopera genoemd. In een reddingsopera worden vaak onterecht veroordeelden bevrijd. Een voorbeeld hiervan is de enige opera van Beethoven, Fidelio.
Ook zijn er soms Turkse invloeden te horen in muziek uit deze tijd, een invloed van de Russisch-Turkse oorlogen. Soms is alleen de Turkse stijl te horen, maar bijvoorbeeld in de opera ‘Die Entfürung aus dem Serail’ van Mozart staat Turkije centraal. Mozart heeft zich ook veel laten beïnvloeden door de Verlichting. Zo zijn de idealen van de Verlichting te zien en horen in de opera ‘Die Zauberflöte’. Mozart overleed te vroeg om nog veel mee te krijgen van de Franse revolutie en Napoleon. Haydn heeft zich daar echter wel door laten inspireren. Hij componeerde bijvoorbeeld een reactie op de Marseillaise en een ‘mis in tijden van oorlog’. Beethoven was een voorstander van de revolutie en de idealen ‘vrijheid, gelijkheid en broederschap’. Hij droeg zijn derde symfonie op aan Napoleon, maar toen die zichzelf tot keizer kroonde, voelde Beethoven zich verraden. Hij verscheurde het titelblad en noemde de symfonie ‘Eroïca’. Ook zijn vijfde symfonie is revolutionaire muziek. Verder schreef hij een stuk ter ere van Wellington, de hertog die Napoleon uiteindelijk versloeg, waarin de hele veldslag bij Vitoria te horen is. Dit zijn maar enkele voorbeelden van muziek waarin duidelijk de invloed van oorlog of revolutie te horen is.
Door de oorlogen was het voor de componisten soms erg moeilijk om aan betaalde opdrachten te komen. De adel was een belangrijke opdrachtgever, en die merkte zeker de gevolgen van de oorlogen. Ook particuliere opdrachten werden steeds belangrijker. Maar in tijden van oorlog was muziek een luxeartikel en werd daar al snel minder geld aan besteed. Er was een inflatie en het meeste geld moest naar defensie. Veel privéorkesten van de Oostenrijks-Hongaarse adel moesten ontbonden worden. Haydn had geluk dat hij een vaste baan had bij een van de weinige families die wel geld overhield, de familie Esterházy. De financiële situatie van Mozart was niet zo goed. Hij kwam aan geld door een klein baantje bij het keizerlijk hof waar hij weinig mee verdiende, door op te treden bij adel en met concerten, muzieklessen te geven, door opdrachten die hij kreeg, of door zijn muziek te laten uitgeven of te verkopen. Hij had wel een paar geldschieters. Beethoven had ook geen vaste baan, maar hij kon zich laten onderhouden door zijn vele adellijke vrienden en geldschieters.
Lees verder