Gitaar: de geheimen van de klein barré
De barré-akkoorden zijn voor een gitarist de weg van de hel naar de hemel. Het vergt heel veel energie en oefening om ze te leren, maar eenmaal je ze in de vingers hebt opent zich een nieuwe wereld: je kunt er theorie uit leren, je kunt ze gebruiken om snel akkoorden te vinden en je kunt ze gebruiken als basis voor solo-licks. In dit artikel komt de kleine barré aan bod.
Figuur1 /
Bron: Sluffs, Wikimedia Commons (Publiek domein)B majeur
Het meest bekende voorbeeld van een kleine barré is het B majeur akkoord. Dit komt omdat er geen open akkoord bestaat voor B majeur. Figuur 1 illustreert hoe het B majeur akkoord gespeeld wordt. Er zijn twee mogelijke vingerzettingen:
- Leg de wijsvinger plat op het 2e fret en zorg dat de vinger op de 5e snaar goed ingedrukt is. Plaats daarna respectievelijk de middenvinger op snaar 4, de ringvinger op snaar 3 en de pink op snaar 2. De wijsvinger mag eventueel ook het 2e fret van de 1e snaar spelen, al is dit niet nodig.
- De wijsvinger wordt ook plat gelegd op het 2e fret, maar in plaats van 3 vingers te gebruiken voor de overige posities leg je de ringvinger plat over de 3 snaren. Zorg hierbij dat de noten niet gedempt worden en dat de 1e snaar niet aangeraakt wordt door de ringvinger. Tip: voor rock n roll en blues is deze positie een must!
Figuur 2
Positie
In het artikel
Gitaar: de geheimen van de grote barré werd uitgelegd hoe dezelfde vingerpositie gebruikt kan worden om verschillende akkoorden te spelen. Wel, voor wat betreft de kleine barré is dit net zo. We nemen er even de B toonladder bij. Deze bestaat uit de Si (B), de verlaagde Re (Db), de verlaagde Mi (Eb), de Mi (E), de verlaagde Sol (Gb), de verlaagde La (Ab) en de verlaagde Si (Bb). Een majeur akkoord wordt gevormd door de tonen op posities 1, 3 en 5. Wanneer we die uitzetten op de gitaarhals verkrijgen we de beruchte kleine barré (zie figuur 2).
Belangrijk is hier de noot op de 5e snaar (te tellen van dun naar dik). Hier vindt men de root (1e positie) van de toonladder.
We bekijken even enkel de 5e snaar. Dit zijn de tonen tot aan fret 12:
- 1 = A# of Bb
- 2 = B (si)
- 3 = C (do)
- 4 = C# of Db
- 5 = D (re)
- 6 = D# of Eb
- 7 = E (mi)
- 8 = F (fa)
- 9 = F# of Gb
- 10 = G (sol)
- 11 = G# of Ab
- 12 = A (la)
Figuur 3
Wanneer we nu het volledig B-akkoord 1 fret naar achteren schuiven en de wijsvinger dus op het derde fret komt te staan spelen we een C majeur akkoord. Nog twee frets verder ligt het D majeur akkoord, enz. Figuur 3 illustreert dit. Kun je m.a.w. het B-akkoord perfect spelen en je kent de tonen op de 5e snaar, dan kun je elk majeur akkoord spelen. De volgende keer dat iemand je vraagt om een Db majeur akkoord te spelen dien je dus niet meer te twijfelen, neem gewoon deze positie aan op fret 4.
Figuur 4
Mineur
Net als bij de grote barré kan de kleine barré natuurlijk ook gebruikt worden voor mineur akkoorden. Een mineur akkoord is opgebouwd uit posities 1, b3 en 5 van de majeur toonladder. Het is m.a.w. identiek aan een majeur akkoord, behalve dat de 3e toon met een halfje verminderd wordt. Op de gitaarnek betekent dit dat die toon 1 fret zal verschoven worden. Voor wat betreft de B toonladder zie je op figuur 4 dat de Eb dus vervangen door een D. Hierdoor wijzigt de positie van de vingers natuurlijk. Behoud de positie van de wijsvinger en plaats vervolgens de ringvinger, pink en middenvinger op respectievelijk de 4e, 3e en 2e snaar Daarna geldt weer hetzelfde principe: schuif deze nieuwe positie over de nek, aan de hand van de noot op de 5e snaar zie je welk akkoord je speelt. Een C# mineur akkoord speel je dus met de positie zoals aangetoond in figuur 4, maar dan wel met de wijsvinger op fret 4.
Power chords
Net als bij de grote barré kan men ook met de kleine barré power chords spelen. Een power chord is dus een akkoord waarbij enkel de 1e en de 5e toon van de toonladder gebruikt worden. Vandaar ook dat het akkoord een 5 bevat (bv. F5, C5). We zagen zonet dat het enige verschil tussen majeur en mineur de 3e toon is die verlaagd wordt. Aangezien een power chord deze toon niet bevat dient hier geen onderscheid gemaakt te worden. De structuur van een power chord is simpel: neem de kleine barré structuur voor ogen, maar speel enkel de noten op de 4e en 5e snaar. Meestal worden de rest van de posities niet ingevuld en worden enkel de wijsvinger en de ringvinger gebruikt, waardoor het akkoord veel sneller gevormd kan worden. Om het akkoord iets zwaarder te laten doorklinken kun je er eventueel de herhaling van de root-noot aan toevoegen. Voor wat betreft een B5 kun je dus de B op de 4e snaar ook spelen, al is het niet vereist. Figuur 5 illustreert een D5 power chord (gespeeld met de wijsvinger op fret 5). De x in dit schema geeft aan dat deze snaren niet gespeeld worden.
Rock n roll
Eén van de meest gebruikte varianten op de power chords is het toevoegen van de 7e toon van de toonladder. Onderstaand voorbeeld illustreert een C5 waarbij de pink gebruikt wordt om alternerend de D op de 4e snaar aan te slaan. Zoals reeds aangegeven dient hier gewerkt te worden met een kleine barré, gevormd door enkel de wijs- en ringvinger. De extra noot wordt dan gespeeld met de pink.
----------------------------------------------
----------------------------------------------
----------------------------------------------
--5---5-----7---7-----5---5-----7---7-----
--3---3-----5---5-----3---3-----5---5-----
----------------------------------------------
Uitbreidingen
Vertrekkende vanuit de kleine barré positie kunnen nog heel wat andere akkoorden gevormd worden. Het principe is steeds hetzelfde: kijk naar de toonladder en weerhoud de tonen die je nodig hebt voor het akkoord. Hierbij enkele voorbeelden in C. Om het overzichtelijk te houden worden de akkoorden in tabulatievorm weergegeven. De weergegeven nummers zijn hier dus de frets en niet de vingers (die zijn identiek als bij de vorige voorbeelden).
C7 (dominant7)
Formule: 1 3 - 5 b7
Tonen: C E G - Bb
Akkoord:
--3--
--5--
--3--
--5--
--3--
-----
Cmin7 (mineur7)
Formule: 1 b3 - 5 b7
Tonen: C Eb - G - Bb
Akkoord:
--3--
--4--
--3--
--5--
--3--
-----
Ondanks het feit dat het over andere akkoorden gaat blijft het basisprincipe bewaart: zoek de root-noot op de 5e snaar en verplaats de positie.
Alles begint natuurlijk bij het correct spelen van een majeur akkoord, waarbij de noten op alle snaren perfect moeten weerklinken. Wederom oefenen geblazen dus.