Opbouw toonladders in majeur en mineur
Ons westerse toonstelsel bestaat uit twaalf tonen. Vanuit dit toonstelsel kunnen twaalf majeur toonladders en twaalf mineur toonladders worden gemaakt. Een toonladder is een opeenstapeling van hele of halve tonen. Met eenvoudige kennis van toonladders en het toonstelsel kan elke musicus zelf toonladders gaan maken en wordt nooit meer een verkeerde noot gespeeld!
Ons toonstelsel
De meest gangbare toonladders in onze westerse muziek zijn de majeur en de mineur toonladder. Alle toonladders bevatten tonen uit de twaalf tonen van ons westerse toonstelsel. Deze tonen zijn:
- C
- C# of Db (ook wel Cis of Des genoemd)
- D
- D# of Eb (oftewel Dis of Es)
- E
- F
- F# of Gb (oftewel Fis of Ges)
- G
- G# of Ab (oftewel Gis of As)
- A
- A# of Bb (oftewel Ais of Bes)
- B
Deze twaalf tonen hebben allen een onderlinge afstand van een halve toon, ook wel een kleine secunde genoemd. Ons toonstelsel is dus een opeenstapeling van halve toonafstanden. Op de piano is dat heel mooi te zien; elke volgende toets is een halve toonafstand verder. Maar ook op de gitaar is goed te zien dat elke opeenvolgende “fret” een halve toonafstand omhoog is.
Toonladders in majeur
Vanaf elk van de twaalf tonen uit het toonstelsel kan een toonladder gemaakt worden. Een majeur toonladder bestaat uit een opeenvolging van hele of halve toonafstanden, ook grote of kleine secundes genoemd. De volgorde in de de majeur toonladder van de toonafstanden is: heel, heel, half, heel, heel, heel, half. Dus 2x heel, 1x half, 3x heel, 1x half. Er kan zo een
overzicht worden samengesteld van 12 majeur toonladders.
Als voorbeeld volgt uitleg over de opbouw van de bekende toonladder in C majeur. De toonsoort majeur wordt ook vaak “grote terts” of “groot” genoemd:
- Van C volgt een hele toonafstand naar D
- Van D volgt een hele toonafstand naar E
- Van E volgt een halve toonafstand naar F
- Van F volgt een hele toonafstand of grote secunde naar G
- Van G volgt een hele toonafstand naar A
- Van A volgt een hele toonafstand naar B
- Van B volgt een halve toonafstand of kleine secunde naar C
Totaal ziet de toonladder er zo uit: C—D—E-F—G—A—B-C. Op deze wijze kan van alle twaalf tonen uit ons westerse toonstelsel een toonladder worden gemaakt en ontstaan twaalf majeur toonladders. Merk op dat de grote secundes met een lang streepje zijn weergegeven en de kleine secundes met een kort streepje.
Oefening toonladders in majeur
Maak zelf de toonladder in A majeur.
Als het goed is ontstaat de volgende ladder: A—B—Cis-D—E—Fis—Gis-A.
Maak zelf de toonladder in Fis majeur.
Als het goed is ontstaat de volgende ladder: Fis—Gis—Ais-B—Cis—Dis—Eis-Fis.
Toonladders in mineur
In de mineur toonladders is de plaatsing van de hele en halve toonafstanden anders dan in de majeur toonladders. De afstanden van de tonen zijn hier: heel, half, heel, heel, half, heel, heel. Dus 1x heel, 1x half, 2x heel, 1x half, 2x heel.
Als voorbeeld volgt uitleg over de opbouw van de toonladder in B mineur. De toonsoort mineur wordt ook vaak “kleine terts” of “klein” genoemd:
- Van B volgt een hele toonafstand naar Cis
- Van Cis volgt een halve toonafstand naar D
- Van D volgt een hele toonafstand naar E
- Van E volgt een hele toonafstand of grote secunde naar Fis
- Van Fis volgt een halve toonafstand of kleine secunde naar G
- Van G volgt een hele toonafstand naar A
- Van A volgt een hele toonafstand naar B
Totaal ziet de toonladder er zo uit: b—cis-d—e—fis-g—a—b. Bij hantering van bovenstaande toonafstanden kan van alle twaalf tonen uit ons westerse toonstelsel een toonladder in mineur worden gemaakt en ontstaan twaalf mineur toonladders.
Oefening toonladders in mineur
Maak zelf de toonladder in A mineur.
Als het goed is ontstaat de volgende ladder: a—b-c—d—e-f—g—a.
Maak zelf de toonladder in Bes mineur.
Als het goed is ontstaat de volgende ladder: bes—c-des—es—f-ges—as—bes.
Toonladder majeur versus mineur
Een toonladder in mineur is niets anders dan wanneer een toonladder in majeur vanaf de zesde toon (ook wel zesde trap genoemd) zou worden gestart. Bijvoorbeeld, de toonladder in E majeur is E—Fis—Gis-A—B—Cis—Dis-E. De bijbehorende toonladder in mineur wordt gestart vanaf de zesde toon, dit is dus een Cis. De mineurtoonladder in Cis is dan cis—dis-e—fis—gis-a—b—cis. Deze bestaat uit exact dezelfde tonen als de toonladder in E majeur.
Nog een voorbeeld. De toonladder in C groot is C—D—E-F—G—A—B-C. De bijbehorende toonladder in mineur wordt dan A klein en ziet er als volgt uit: a—b-c—d—e-f—g—a.