De aantrekkingskracht van onderzoeksseries
Dit artikel is gebaseerd op enkele onderzoeksresultaten van een drietal Amerikaanse universiteiten naar de bovenmatige belangstelling voor onderzoeksseries. De ongekende kijkcijfers hebben de studenten aangezet tot het onderzoeken waarom mensen kijken naar wat ze kijken. Of het relevant is voor Nederland is de vraag, maar zal zeker deels overeenkomen.
Het onderzoek
Bij deze nieuwe onderzoeken zijn de onderzoekscijfers uit de jaren 80 gebruikt als vergelijkingsmateriaal. De vragen zijn dan ook in de lijn van deze oorspronkelijke vraagstelling. Dit om een gedegen onderzoek te kunnen waarborgen en de mogelijke verandering in gedrag ook op dit vlak hard te kunnen maken. Het betreft:
- Universiteit van South Alabama, Chr. Slaeter en M. Stevenson
- Universiteit van Californie, Dw. Demorero
- Universiteit van Massachusetts, L. Jansson en De Waltham
Reden
Behalve dat filmstudio’s in deze cijfers geïnteresseerd zijn, kan het ook een toegevoegde waarde bieden aan politie en justitie. Vandaar dat de overheid ook een opdracht bleek te hebben uitgezet en het gedrag of minimaal de interesse van de verschillende leeftijdscategorieën* in beeld wilde hebben.
* Onderverdeling leeftijdscategorieën: 16 tot 25 jr 26 tot 45 jr 46 tot 65 jr 66 jr en ouder
Opmerkelijke resultaten
De algemene resultaten over de interesse voor televisie die boeit (en de vraag is: Wat boeit dan exact?) komen neer op de volgende cijfers:
- 77% van alle geënquêteerde wil gekluisterd aan de buis zitten
- 19% van alle geënquêteerde wil informatie (bij voorkeur ongekleurd)
- 4% van alle geënquêteerde wil niet te veel diepgang, tv wordt gebruikt als “achtergrond” en staat continu aan
Met name de eerste groep is de groep waar dieper op in gegaan is met een onderverdeling van hetgeen dan daadwerkelijk aan de buis kluistert.
- 45% wil sensatie in wat voor vorm dan ook
- 28% wil mee kunnen doen in het denkproces
- 15% wil goed spel (en daarmee al het andere dan series of films uitsluitend)
- 12% informatie in goede reportages
Sensatie en denkproces
Als we de percentages over het denkproces en sensatie nemen en daar wat dieper op in gaan, blijkt dat men evenals de onderzoeksresultaten uit de jaren 80 graag meedenkt in het proces van een misdrijf versus de oplossing die een privé detective of de politie uiteindelijk biedt. Bij mannen ligt dit een fractie hoger dan bij vrouwen. Wat een groot verschil oplevert is het gegeven dat het in de jaren 80 nog meer om de persoon in kwestie ging en nu meer om hoe de onderzoekers komen tot het resultaat. Waarbij er bij mannen meer dan bij vrouwen wat te raden over moet blijven. Geen conclusies bieden of minimaal meerdere opties als het gaat over wie het misdrijf zou kunnen hebben gepleegd.
Series als die in de stijl van CSI en Law & Order, waar het niet zozeer om de hoofdrolspelers gaat, maar om hoe men komt tot …, spelen hier feilloos op in. Onderzoekers resultaten geven overigens ook aan dat een herkenbare persoon wel op prijs gesteld wordt. Als reden wordt aangegeven dan men dan niet hoeft te focussen op de persoon, want hij/zij is al bekend. Een nieuwe hoofdpersoon moet toch even “onderzocht” worden als het gaat om wie speelt hij/zij, wat voor type onderzoeker is het etc. De hoofdrolspelers van dergelijke series hebben dan ook vorstelijke salarissen, omdat ze een bekend gezicht hebben wat door de massa gekoppeld wordt aan deze serie. De man of vrouw die er uit stapt, doet dit meestal, omdat er of een beter voorstel elders wacht of omdat het creatief geen uitdaging meer oplevert.
Typsich is nog wel dat deze groep voor 75% bevolkt wordt door vrouwen (van jong tot oud) en mannen de verandering in een serie minder belangrijk vinden. Van deze grote groep vrouwen, vinden de groepen tot 45 jaar dat de verdeling tussen mannen en vrouwen evenredig is, terwijl de groepen die daarboven komen de rol van de vrouw over het algemeen ondergeschikt vindt. Meer aangever dan oplosser.
Ouderen versus jongeren
De grootste verschillen tussen jongere mensen en oudere mensen is de snelheid. Tot 45 jaar vindt de snelheid prima, maar de groepen daarboven vinden het wat snel gaan. Daar wordt overigens wel bij aangemerkt dat deze snelheid wel goed voor de hersenmassa is, want het houdt de hersenmassa in gang (redelijk veel Amerikaanse series zijn voorspelbaar en dit zegt daarmee dus ook iets over de kijkers). Dit neemt niet weg dat velen series als Columbo of de Engelse Miss Marple wel wat vaker zouden willen zien. Maar daar ging het ook nog meer om de persoon en hoe hij/zij de zaak wist op te lossen.
Tot slot
We kunnen rustig stellen dat de televisie sneller is geworden en dat men tijdens het televisiekijken “wat te doen wil hebben”. Of we bij Columbo of Miss Marple nu echt minder mee konden denken is maar de vraag, maar andere televisie is het zeker.