mijn kijk opMusicals in Nederland
De musicals in Nederland vieren hoogtij, Joop vd Ende en Albert Verlinden brengen de ene na de andere musical in het theater en is de productie te groot dan werken we vanuit een theater. Immers de mensen komen toch wel.
De musicals
De mensen komen inderdaad naar Joe waar een vliegtuig op het toneel verschijnt, de Phantom die zich op het toneel in een bootje voortbeweegt, Tarzan en Jane slingeren door de zaal en ze krijgen met veel plezier de schrik om het hart, zodra er een kanon wordt afgeschoten. Bij Les Miserable voert de mooie muziek wat meer de boventoon, maar ook hier draaien de verschillende prachtige decors af en aan. We laten het ons allemaal welgevallen.
Iedere musical lijkt wel spectaculairder te moeten worden voor het grote publiek. En het grote publiek heb je nu eenmaal nodig om dergelijke producties te kunnen betalen. Grease rijdt een auto in de orkestbak, maar dat was niet helemaal de bedoeling en de Sound of Music laat de nonnen door de zaal dansen en vertederende kinderen als nachtegaaltjes zingen.
De stemmen van de sterren worden op de proef gesteld en dat is soms duidelijk merkbaar. Maar dagelijks zitten de zalen gewoon vol en doet iedereen zijn best om te doen waar ze goed in zijn: entertainen.
Fascinatie
Waar komt die fascinatie toch vandaan? Is het een hype? In dat geval duurt de hype wel erg lang, want eind jaren tachtig liep Carré al vol voor Cats. Wellicht de weekentjes London, waar altijd verschillende mooie voorstellingen draaien of New York waar je dagelijks kunt kiezen uit tientallen musicals en toneelstukken.
Mogelijk is het de fantasiewereld waar we ons even in willen verbergen, opgaan in het geheel en mooie livemuziek en dans op ons af laten komen. Want immers, bij de film willen we ons ook anderhalf uur wanen in een andere wereld.
Vanuit de comfortabele stoel een beetje mijmeren en wegdromen in de wereld van James Bond, Batman of andere held die mensen weet te redden.
Maar het theater gaan wordt meestal iets uitgebreider neergezet met mogelijk een hapje vooraf en achteraf in de foyer met een borrel nog even napraten over de voorstelling. Het theater heeft net dat beetje meer magie dan een koele filmfoyer. Met een stagnerende economie zie je dat mensen zich weer meer storten op veiligheid, gezellig samen zijn en daar hoort een avondje theater ook bij. Immers even enkele uren nergens aan denken dan je in te leven in de voorstelling en te genieten van muziek en dans is toch een prima middel.
Zitcomfort
Geestelijk zoeken we dan wel comfort op, maar lichamelijk is dat ook wel zo prettig. Dat kan in een aantal zalen prima, maar Carré is ondanks verbouwingen een “grande oude dame” met relatief kleine plaatsen en als je iets te lange benen hebt, kan je alleen in de zaal terecht. De andere plaatsen zijn dusdanig krap dat je of heel lenig moet zijn, of je voorbuur heeft last van je. In het Circustheater moet je niet voorbij de bocht in de ringen zitten, anders heb je aan het eind van de avond een stijve nek van het zijwaarts kijken.
Het Eftelingtheater heeft weliswaar meer beenruimte en worden de zijkanten van het theater leuk gebruikt in de voorstelling, maar je zit op een soort kleine bankjes waar kussentjes op vastgezet zijn. Geen enkel zitcomfort en met een lange voorstelling van 3 uur kom je gebroken uit de zaal.
Hoewel de cast hun uiterste best doet om de zaal te entertainen is de zaal directie vergeten dat het publiek ook nog graag op een lekkere stoel zit om al dat moois te aanschouwen en weg te dromen op de flow van het verhaal. Jammer, want dat zou het totaalplaatje van de avond helemaal af maken.