recensieFilmrecensie: La guerre des boutons van Yann Samuell (2011)
Een boek uit 1912 van Louis Pergaud. Reeds drie maal verfilmd in het verleden en nog eens twee maal op één week tijd in 2011. Reden hiervoor is dat de rechten op het boek toen vervallen zijn en er twee regisseurs op het verhaal gesprongen zijn. Resultaat: "La guerre des boutons" van Yann Samuell en "La nouvelle guerre des boutons" van Christophe Barratier. "La guerre des Boutons" van Yann Samuell is het verhaal van kinderen uit twee Franse naburige dorpen die elkaar na schooltijd regelmatig aanvallen. De oorlogsbuit? De knopen van de kleren van de verliezer!
La guerre des boutons: een boek van Louis Pergaud uit 1912
Louis Pergaud werd geboren in 1882. Hij was zelf leraar en schrijver. Omdat hij socialist en anti-klerikaal was, werd hij als leraar niet overal even graag gezien. Als schrijver deed hij het beter. Zijn boek "De Goupil à Margot, histoires de bêtes" kreeg in 1910 een Prix Goncourt. In 1912 kwam "La guerre des boutons (de knopenoorlog), roman de ma douzième année" uit. Een schot in de roos! In 1915 sterft Pergaud tijdens
WO I aan het front. Zijn lichaam werd nooit teruggevonden. Verondersteld wordt dat hij in de prikkeldraad terechtkwam en geraakt werd door Duitse kogels. Hij werd later gevonden door Duitsers en meegenomen naar een hospitaal dat korte tijd later werd verwoest door de Fransen. Zijn boek "La guerre des boutons" werd vijf maal verfilmd. In 1936 kwam "La guerre des gosses" van Jacques Daroy op het scherm, met als acteurs onder andere Mouloudji (toen 13) en Charles Aznavour (toen 11). In 1962 volgde "La guerre des boutons" van Yves Robert (zie hieronder). In 1994 was er zelfs een Ierse verfilming, met als titel "La guerre des boutons, ça recommence" (War of the Buttons). Deze verfilming werd echter een grote flop en is weinig bekend. In 2011 kwamen de rechten van het boek vrij. Twee regisseurs sprongen op de kar en konden niet tot een compromis komen om samen een film te maken. Dus kwamen er twee films uit op één week tijd. Het werd een strijd tegen de klok, want diegene die eerst zijn film uithad, had een lichte voorsprong. Het werd "La guerre des boutons" van Yann Samuell op 9 september 2011, op de voet gevolgd door "La nouvelle guerre des boutons" van Thomas Langmann op 21 september. Deze laatste is wel origineler omdat Langmann het gegeven verplaatst naar Wereldoorlog II. Van het boek van Pergaud werd ook een strip gemaakt. Deze kwam in 2005 uit in de serie Smax, en werd getekend door Christophe Bertschy en geschreven door Mathieu Gabella. In 1996 werd er zelfs een opera gemaakt over het thema onder de naam "La guerre des Boutons" (ze zijn wel origineel!) door Philippe Servain.
La guerre des boutons: film uit 1962 van Yves Robert
De bekendste van de drie eerste verfilmingen van het boek is die van Yves Robert uit 1962. La guerre des boutons van Yves Robert hernam de grote lijnen van de film uit 1936, maar de scherpe kantjes werden weggelaten (kindermishandeling, armoede, alcoholisme) en dus was deze film veel braver. Ook de periode veranderde. De oorspronkelijke film speelde zich af rond 1900, voor de film uit 1962 werd het verhaal verplaatst naar begin jaren zestig. In beide films heeft Lebrac een vader, in tegenstelling tot in de film van 2011. Yves Robert inspireerde zich voor het maken van deze film op de situatie uit zijn jeugd, waarbij de jongens van de privé-school steeds boel hadden met de jongens van de gemeenteschool. De Fransen willen deze film helemaal niet en dus gaat Yves Robert er mee naar Amerika. Het maken van de film wordt gefinancierd door Warner. De filmmuziek uit deze film werd gemaakt door José Berghmans in de Philips Studio. Er bestaan ook 33 en 44 toeren-plaatjes met deze muziek en ook een plaatje "Petit Gibus raconte: la guerre des boutons". Al gauw wordt Petit Gibus een idool in Frankrijk en de film wordt er toch een groot succes. Hij krijgt zelfs twee prijzen: de Prix Vigo en de Victoire du Cinéma français.
La guerre des boutons van Yann Samuell uit 2011
Korte inhoud
Twee Franse dorpen: Longeverne en Velrans. Iedere avond na school gaan de schoolkinderen van beide dorpen tegen elkaar een robbertje vechten. Het gaat er niet mals aan toe! Hoofdpersonage Lebrac is leider van de bende van Longeverne. Hij is eerlijk en moedig en komt altijd voor zijn bendeleden op. Hij laat zelfs een meisje toe in zijn team: Lanterne (licht). Ook Gibus, een klein schattig jongetje mag meedoen. Zijn krijgsnaam wordt Tigibus (petit Gibus). Op school is Lebrac slimmer dan de rest, en zijn leraar stimuleert hem dan ook door hem te laten nablijven en hem dan extra werk te geven. Zo moet hij een werkje schrijven over onafhankelijkheid en vrijheid (een knipoog naar de oorlog in Algerije?). Dat zet Lebrac aan het denken over zijn eigen leven. Thuis heeft Lebrac het niet altijd makkelijk. Zijn pa is gestorven en dus moet hij een deel van de huishoudelijke taken uitvoeren zoals de koeien melken, de kippen verzorgen en de groenten naar de markt doen. Voor deze laatste karwei krijgt hij geregeld een centje van de marktkramer. Die centjes steekt hij weg in een spaarpotje. Zijn leven is dus allesbehalve vrijheid.
De kinderen krijgen geregeld naar hun voeten van hun ouders wanneer ze vuil en met kapotte kleren naar huis komen. Dat geeft de bendeleiders een idee: ze gaan de knopen van de kleren snijden van de gevangen tegenstanders. Zo zijn ze vernederd en krijgen ze thuis extra op hun kop. Dat geeft de bende van Langeverne dan weer een nieuw idee: zij gaan naakt strijden! Zo worden hun kleren niet vuil en kan de vijand hun knopen niet afsnijden. De vijandigheden escaleren en het gaat er niet altijd zacht aan toe.
De leraar wil dat Lebrac een beurs aanvraagt en naar de stad (Montauban) trekt om naar het college te gaan. Hij gaat zelfs met de ma van Lebrac praten. Eerst zijn moeder en zoon er tegen, elk om verschillende redenen. Lebrac wil bij zijn maten en zijn bende blijven, de moeder wil dat haar zoon blijft helpen en zelfs fulltime gaat werken om centjes binnen te brengen. De meester wint echter na een tijdje. Er komt een vrouw om Lebrac te testen en hij slaagt. Hij mag naar het college. Om zijn afscheid te vieren, beloofd hij aan zijn bende een spetterend feestje, dat hij zal financieren met zijn zuurverdiende centjes van op de markt. Het wordt niet enkel een spetterend feestje maar ook een spetterend einde!
Tijdsbepaling van het verhaal
Het verhaal speelt zich af begin jaren '60. Dit kan je afleiden uit de verwijzingen naar de onafhankelijkheidsoorlog in Algerije. Zo zie je de broer van Lanterne terugkomen voor een week permissie nadat hij één van zijn makkers heeft gevonden met afgeschoten hoofd tijdens de strijd in Algerije. Ook krijg je een stukje nieuws van Pathé uit die tijd te zien, eveneens over de oorlog in Algerije.
Plaats van opname
De film werd opgenomen in Rochechouart en Saint-Jumien, in het Departement Haute-Vienne en in het dorp Biennac.
Cast
- Lebrac: Vincent Bres
- Leraar Longeverne: Eric Elmosnino
- Leraar Velrans: Alain Chabat
- Pastoor: Fred Testot
- Lanterne: Salomé Lemire
- Tigibus: Tristan Vichard
- Moeder Lebrac: Mathilde Seigner
- Fotografie: Hirsch
Eigen mening over La guerre des boutons van Yann Samuell uit 2011
De film doet qua verhaal een beetje denken aan oude Nederlandse of Belgische familiefilms, zoals bijvoorbeeld "Kruimeltje" of "De Witte van Zichem". De beelden zijn erg mooi, met veel diffuus licht. De sfeer in kleine, Franse dorpjes van de jaren '60 is perfect weergegeven: ruraal, arm, rommelig, ruw. Er komen een paar grappige scènes in voor, zoals de pastoor die een
schoolfoto komt nemen, de jongens die naakt gaan vechten of nog de voetbalwedstrijd. Ook de scheldwoorden, de woordspelingen en de vragen en antwoorden tijdens de lessen zijn best grappig, maar dan moet je toch al een aardig mondje Frans kennen en op de hoogte zijn van de Franse geschiedenis om te kunnen volgen. Schattig is de kleine Gibus, die kinderlijk naïef is. Het verhaal zelf houdt niet veel in en er gebeurt amper iets concreet. De meeste aandacht gaat uit naar Lebrac en diens schoolresultaten. Om de titel van de film "La guerre des boutons" (de knopenoorlog) eer aan te doen, had er veel langer uit gewijd moeten worden over het afsnijden van de knopen, aan wat ze later deden met hun oorlogsbuit en aan wat de gevolgen thuis voor het slachtoffer waren. Dit is niet het geval. Door te verwijzen naar de onafhankelijkheidsoorlog in Algerije geeft de regisseur misschien aan dat de knopenoorlog slechts kinderspel is, terwijl elders een echte, gruwelijke oorlog wordt uitgevochten. Verder is het een brave, soms zelfs saaie familiefilm.