De Dorische toonladder
De Dorische mode is de tweede kerktoonladder. Eerst behandelden we al de Ionische toonladder, nu verleggen we onze blik naar de Dorische toonladder. Dit is een mineurladder met een majeur 'twist', die veel gebruikt wordt in Latijns-Amerikaanse muziek.
De kerktoonladders of modes
De zeven kerktoonladders zijn Ionisch, Dorisch, Phrygisch, Lydisch, Mixolydisch, Aeolisch en Locrisch. In deze serie gaan we de verschillende ladders én toonsoorten onder de loupe nemen. We doen dit stap voor stap, waarbij alles wordt teruggebracht naar de basis. En die basis is, dat je het thuis op de bank, met je gitaar op schoot, kunt leren met nummers die jij kent. Want bijna alle westerse muziek is modaal van karakter. Voor je het weet, komen zinnen als ‘dit is een progressie in E Lydisch’, en ‘over een G majeur 7 (Gmaj7) kun je het best soleren in G Lydisch of G Mixolydisch’ over je lippen.
Want hoewel begrippen als ‘mixolydisch’ je wellicht huilend naar je moeder doen rennen (of de dichtsbijzijnde logopedist), is de basistheorie doodeenvoudig. Het uitgangspunt is de toonladder van C majeur. Daar heb je al meteen de eerste kerktoonladder of mode te pakken: Ionisch. Dit is de ladder die je krijgt, wanneer je op een piano begint op een c, en vervolgens alleen de witte toetsen speelt: c, d, e, f, g, a, b. De eerste mode bevat dus geen kruizen (#) of mollen (b). Pfieuw. In deze les gaan we ons echter richten op de
tweede mode, de Dorische mineurtoonladder.
De formule
Een toonladder bestaat uit zeven toonafstanden. In dit geval, zijn dat een hele noot (c-d), hele noot (d-e), halve noot (e-f), hele noot (f-g), hele noot (g-a), hele noot (a-b) en een halve noot (b-c). Of, om het wat meer visueel te maken:
C (1) D (1) E (½) F (1) G (1) A (1) B (½) C
Dit is de formule (1, 1, ½, 1, 1, 1, ½) van de Ionische toonladder. De tweede kerktoonladder is degene die we in dit artikel uitgebreid gaan behandelen: de dorische toonladder. De
dorische mode gaat uit van hetzelfde principe als de Ionische toonladder: je speelt alleen de witte toetsen op een piano. Wat is dan het verschil? In dit geval ga je uit van de D, in plaats van de C. Je handhaaft wel de toonafstanden, maar je gaat uit van de tweede interval. Die schuiven, heel simplistisch gesteld, gewoon één stap mee. Zie het als een trap, waarop je niet op de eerste, maar tweede trede begint.
In C Ionisch, het uitgangspunt, ga je met een hele stap van c naar d en met nog een hele stap van d naar e. Als derde volgt dan de halve stap van e naar f. Als je vanuit d rekent, krijg je een hele stap van d naar e, een halve stap van e naar f. Zoals je ziet: de hele formule schuift op. Dus heeft D Dorisch dezelfde noten als C Ionisch. Zie maar:
- C Ionisch: c d e f g a b
- D Dorisch: d e f g a b c
Nu weet je dus de formule van de dorische toonladder:
D (1) E (½) F (1) G (1) A (1) B (½) C (1) D
[1 ½ 1 1 1 ½ 1]
Vanaf hier is het slechts een kleine stap om de dorische toonladder in andere toonsoorten toe te passen. Als je toonafstanden aanhoudt, krijg je bijvoorbeeld:
- A dorisch: a b c d e f# g a
- E dorisch: e f# g a b c# d
- G dorisch: g a bes c d e f
De dorische toonladder is een mineurtoonladder. Dit komt door de kleine terts (immers, de tweede stap is een halve noot). Hét belangrijkste kenmerk van de dorische toonladder is echter de verhoogde sext. In combinatie met de kleine terts zorgt dit voor een mineurladder met een vrolijk slot. De ladder wordt gezien als minder ‘verdrietig’ dan de gewone mineurtoonladder (die geen verhoogde sext heeft). Om dit te illustreren, kun je de eerst de toonladder van e mineur spelen (e f# g a b c d e) en dan die van e dorisch (e f# g a b c# d e).
De dorische ladder wordt veel gebruikt door vocalisten (Chris Cornell, ex-Soundgarden en ex-Audioslave, is een groot fan van deze mode) en in jazzmuziek. De dorische toonladder is bijzonder geschikt om te soleren over een mineur 7 akkoord. De Em7 heeft als noten e, g, b, d en die noten zitten ook in de dorische ladder. Het gebruik van de c# (cis, de verhoogde sext) kan in deze context voor een muzikale frisse wind zorgen. Als lijtoon (noot tussen de belangrijke noten die de toonsoort bepalen of het akkoord vormen) is deze zeer bruikbaar om een stuk een andere wending te geven. So what van Miles Davis is een goed voorbeeld van de dorische toonladder in een jazzcontext.
Leuk, maar ik heb nog steeds geen liedje gespeeld
Een bekend nummer dat gebruik maakt van deze mode, is Light my fire, van The Doors. Het couplet staat in A mineur en de akkoorden zijn Am7 en F#m en F#m7. De F# is de verhoogde sext van A.
- [Am7] You know that it would be [F#m7] untrue
- [Am7] You know that I would be [F#m7] a liar
- [Am7] If I was to say [F#m7] to you
- [Am7] Girl we couldn’t get much [F#m7] higher
hierna breekt het refrein mooi open met de akkoorden G A D (en later) B
[G] Come on baby [A] light my [D] fire.
Modaal schrijven
Als je nu een nummer wilt schrijven met een sterk modaal karakter, dan moet je akkoorden kiezen die de specifieke aspecten van deze toonsoort belichten, dus in ieder geval de terts (III) en de verhoogde sext (VI). Dit wat jazzy, zwoele voorbeeld in E dorisch (e f# g a b c# d) maakt gebruik van de sext (de cis).
Em9 | Bm7 | C#m7b5 | Gmaj7 :||
Je kunt de gebruikelijke grepen nemen, maar degene die ik hiervoor gebruik geven het een wat moderner karakter:
Em9 Bm7 C#m7b5 Gmaj7
e --2-----0-----0------2--
B --3-----3-----0------3--
G --0-----2-----6------0--
D --2-----0-----5------0--
A --2-----2-----4------3--
E --0-----------------------
Als je zelf aan de slag wilt met schrijven, ga dan in eerste instantie uit van deze akkoorden, die uitsluitend noten uit de toonladder bevatten:
- Em7
- F#m7
- Gmaj7
- A7
- Bm7
- C#m7b5
- Dmaj7
Fretboardracers opgelet
Okee, nu we de toepassing en theorie voor songwriters hebben gehad, gaan we ons richten op de toepassing voor solisten, voor de mensen die over het fretboard willen racen of melodielijnen willen creëeren (misschien als basis voor zanglijnen).
We gaan voor het gemak even uit van E Dorisch en het akkoordenschema dat we net hebben geleerd. De toonladder van E Dorisch bestaat uit e f# g a b c# d. Dat ziet er op een gitaarhals zo uit:
e ---------------------------------0-2-3--
B ---------------------------0-2-3--------
G ---------------------0-2-4--------------
D --------------0-2-4---------------------
A --------0-2-4---------------------------
E –-0-2-3---------------------------------
e -------------------------7-9-10--
B -------------------7-8-10--------
G ---------------7-9----------------
D --------7-9-11-------------------
A --7-9-10-------------------------
E -----------------------------------
N.B.: de nummers corresponderen met de fretten (vakjes) op de gitaarhals. Het eerste getal in het eerste diagram betekent dat je de e-snaar open moet aanslaan.
Je kunt deze toonladder gebruiken om gedurende het hele nummer te soleren. Een bekende gitarist die veel (en goed) gebruikt maakt van de dorische toonladder is Carlos Santana.
Hulp op het web
Als je geen mogelijkheid hebt thuis akkoordenprogressies op te nemen en er niemand beschikbaar is om ze als begeleiding te spelen (jammen is nog altijd de beste manier om te leren soleren), kun je je vervoegen bij de gratis website www.wholenote.com. In de navigatiebalk bovenaan vindt je de GrooveBuiler, alwaar je akkoordenprogressies in kunt voeren (in dit artikel staan er een aantal). Vervolgens kies je een ritme (van jazz, tot rock tot latin), een tempo en je bent ready to go. Oh ja, vergeet niet op ‘loop forever’ te klikken, zodat je je uren kunt uitleven met deze pasgeleerde theoretische kennis.