Verschillende toonladders
Buiten de majeur- en de mineurladder, bestaan er nog talloze andere toonladders in de muziekwereld. Een bekend voorbeeld hiervan zijn de kerktoonladders, maar ook ander toonladders zoals de bluestoonladder worden veelvuldig gebruikt binnen de muziek.
Diatonisch en niet-diatonische toonladders
Toonladders zijn grofweg te onderscheiden in twee categorieën: de diatonische en de niet-diatonische toonladder. Het woord "diatonisch" wil zeggen dat een toonladder is opgebouwd uit zowel hele als halve toonsafstanden; dit heb je terug zien komen bij de majeur- en mineurladders. Beiden kennen een verdeling van het octaaf in vijf hele toonsafstanden en twee halve. Naast de diatonische toonladders, kent men ook de niet-diatonische toonladders; deze zijn opgebouwd uit andere combinaties van toonsafstanden.
Kerktoonladders
Kerktoonladders zijn een voorbeeld van veelgebruikte diatonische toonladders. De ladders hebben hun naam te danken aan hun voorkomen in de Gregoriaanse kerkmuziek.
Tot nu toe hebben we steeds de C als basis genomen voor het bouwen van een toonladder. Als we nu de stamtonen van C blijven gebruiken, maar op D beginnen, krijg je de volgende toonladder:
D-
E-
F-
G-
A-
B-
C-
D
Deze toonladder wordt
D- dorisch genoemd.
Je kan vanaf elke toon zo’n alternatieve toonladder maken. Hieronder zie je een afbeelding van de verschillende kerktoonladders die je vanaf de stamtonen kan bouwen.
Zoals je ziet, heeft elke kerktoonladder een eigen naam. Hoewel je bij elke toonladder de stamtonen van C gebruikt, klinkt toch elke ladder anders; dit komt door de verandering van de volgorde van de hele en halve toonsafstanden. Elke toonladder heeft hierdoor een geheel eigen karakter. De toonsafstanden van de verschillende kerktoonladders zie je hieronder.
- Ioninsch: 1 – 1 – ½ - 1 – 1 – 1 – ½
- Dorisch: 1 - ½ - 1 – 1 – 1 - ½ - 1
- Frygisch: ½ - 1 – 1 – 1 - ½ - 1 – 1
- Lydisch: 1 – 1 – 1 - ½ - 1 – 1 ½
- Myxolydisch: 1 – 1 - ½ - 1 – 1 - ½ - 1
- Aeolisch: 1 - ½ - 1 – 1 - ½ - 1 – 1
- Lokrisch: ½ - 1 – 1 - ½ - 1 – 1 – 1
Zoals je ziet zijn de toonsafstanden van de Ionische ladder hetzelfde als bij de majeurladder, en komt de aeolische ladder overeen met de mineurladder.
Witte toetsen?
Tot nu toe hebben we de toonladders steeds vanuit de stamtonen gebouwd, waardoor er geen sprake was van voortekens. Het is echter niet zo dat een Dorische kerktoonladder altijd op een D begint, de Frygische op de E, enzovoort. Je kan in principe vanaf iedere willekeurige toon een kerktoonladder bouwen, wanneer je de toonsafstanden zoals hierboven goed kent en toepast.
Een sneller trucje om te zien uit welke tonen een kerktoonladder bestaat, is om terug te tellen. In het voorbeeld hierboven, zag je dat D-dorisch geen voortekens heeft. Als je weet dat de Dorische toonladder is ontstaan op de tweede toon van C, weet je ook dat D-dorisch de voortekens van C heeft: in dit geval zijn dat er dus geen.
Een ander voorbeeld: je wil weten wat de voortekens van E-mixolydisch zijn. Mixolydisch is ontstaan op de vijfde toon van een toonladder; als we vijf tonen terugtellen komen we uit op de A. A heeft drie kruizen, dus E-mixolydisch heeft een fis, een cis en een gis.
Niet-diatonische toonladders
Een bijzondere toonladder is de
chromatische: deze toonladder is helemaal opgebouwd uit halve toonsafstanden. Dit resulteert in een ladder bestaande uit twaalf tonen; elke noot uit het octaaf komt hier dus in voor.
Chromatische toonladder /
Bron: Hyacinth, Wikimedia Commons (Publiek domein)
In tegenstelling tot de chromatische toonladder, bestaat de
heletoonstoonladder juist uit alleen maar uit hele toonsafstanden, zoals de naam al aangeeft. Deze toonladder wordt ook wel "hexatonisch" genoemd, omdat hij uit zes (
hexa) tonen bestaat. Omdat de toonsafstanden continue gelijk blijven, bestaan er in principe maar twee heletoonstoonladders: een die op C begint en een die op Cis begint. Wanneer je bijvoorbeeld op een E begint, speel je dezelfde ladder als wanneer je op C begint!
Hele toonstoonladder in C
Een combinatie van halve en hele toonsafstanden is ook mogelijk; dit zie je onder andere terug in de
octotonische ladder. Deze bestaat afwisselend uit een grote en een kleine secunde, met in totaal acht (
octa) tonen. Deze toonladder hoor je vaak in de jazz.
Een veelgebruikte niet-diatonische ladder is de
pentatonische ladder, een toonladder die uit vijf (
penta) tonen bestaat. Deze toonladder komt in vele verschillende soorten en maten: hij kan bijvoorbeeld afgeleid zijn van een majeur- of mineurladder, maar dat hoeft zeker niet.
Een toonladder die is afgeleid van de pentatonische ladder, is de
bluestoonladder. Deze bestaat in totaal uit vijf tonen (vrijwel altijd afgeleid van een majeur- of mineurladder) die wordt aangevuld met een zogenaamde "blue note": dit is een verlaagde derde, vijfde of zevende trap. Op instrumenten waar dit mogelijk is (zoals gitaar en mondharmonica) worden deze noten vaak bewust te laag geëntoneerd: dit geeft blues uiteindelijk haar kenmerkende, jankende geluid.
Majeur bluestoonladder met blue notes