Alles over rockmuziek

Het ontstaan van de rockmuziek
Amerika, Memphis, eind 1953. Een opvallende knaap loopt de opnamestudio van Sam Philips binnen. Hij heeft enorme bakkebaarden en draagt een roze vest met groene broek. Een markante verschijning, met name omdat de jongeman zelf een bedeesde en verlegen indruk maakt. Hij neemt in de studio twee liedjes op, bij wijze van verjaardagscadeau voor zijn moeder.Studiobaas Philips is dan al tijden op zoek naar een manier om de swingende rhythm-and-blues van de zwarte muzikanten aan de blanke man te brengen. Bij hen zit tenslotte het geld, zo meent Philips. De apartheid heerst nog volop in Amerika destijds. En alleen de zwarten kopen zwarte muziek, terwijl die wel degelijk ook blanke jongeren aanspreekt. Regelmatig verzucht Philips: 'Als ik een blanke vind die zingt als een zwarte, word ik steenrijk'. In 1954 zoekt Philips iemand om een demo op te nemen, en hij geeft de jongen met de bakkebaarden een kans. De sessie is weinig succesvol, totdat de jongeman in de pauze zijn gitaar oppakt. Hij vertolkt een lied uit de zwarte achterbuurten, 'That's Allright Mama' van Arthur Crudup. Hij swingt erop los. Philips is wild enthousiast, want eindelijk heeft hij wat hij zocht: een blanke met een zwarte strot. De rock-'n-roll is geboren! Het succes is ongekend. De naam van de jongen? Elvis Presley. Waarom werd Elvis zo succesvol? En wat bracht deze nieuwe muziek teweeg?
Leve de revolutie!
Rock-'n-roll sloeg in als een bom. En het bleek meer dan zomaar een muziekstroming, precies zoals Sam Philips dacht. Een blanke muziek met een zwarte sound laten maken was een ware revolutie. Rock-'n-roll ontstond uit de combinatie van twee raciale muziekstromingen. Elvis Presley was niet de eerste die zich eraan waagde, maar wel de succesvolste. Hij zong niet alleen als een zwarte, maar hij bewoog en praatte ook zo. Met zijn muziek sloeg hij een brug tussen de twee bevolkingsgroepen.De Amerikaanse tieners vonden in Elvis en zijn muziek precies wat ze zochten. Rock-'n-roll was de muziek waaromheen zich voor het eerst, vooral in de Verenigde Staten, op massale schaal een jeugdcultuur ontwikkelde. Voor jongeren was het een middel om zich van hun ouders te onderscheiden. De ouderen vonden de rock-'n-roll vooral te hard, te rauw, te seksueel en/of te zwart. En ze moesten helemaal niets hebben van de wellustige sensualiteit van die Elvis: veel te vulgair en te obsceen.
De Rock-'n-rollrage trof in 1956 ook Nederland, via de film Rock Around the Clock met Bill Haley. Het waren de jaren van de wederopbouw na de Tweede Wereldoorlog. Nederlanders kregen het financieel eindelijk beter, en ze konden zich meer luxe veroorloven. De jeugd zat precies tussen twee uitersten in. Aan de ene kant de sobere en spaarzame kerk, ouders en staat, en aan de andere kant de lonkende consumptiemaatschappij. De vrijgevochten rock sprak de jongeren aan. Al in de bioscoop begonnen ze met hun heupen te schudden en te dansen. Dat hadden bioscopen liever niet. En ook ouders zagen hun ergste nachtmerrie over losgeslagen jeugd uitkomen. Politieagenten, die buiten de bioscoop de orde moesten handhaven, werkten als een rode lap op een stier. In een aantal steden braken relletjes uit. De burgemeester van Apeldoorn verbood de film, en in Breda draaide hij alleen zonder geluid. Of de jeugd zo beschermd werd tegen de rock? Nee, de ophef maakte juist de weg vrij voor deze muziek.
Muziek was verzet
Rock betekende met name dat jongeren in het weekend eindelijk eens lol konden hebben met andere jongeren. Het vrijetijdsleven was vóór die tijd beperkt en nog ingekaderd in verzuilde vormen. Met rock werd het uitgaansleven een stuk toegankelijker. Er werd wild gedanst, en de teksten waren vrijmoedig voor die tijd. Ze gingen over uitgaan, dansen en zoenen, en er werden hints gegeven voor nog veel meer. Toch liepen niet alle jongeren uit de verschillende maatschappelijke groepen achter elkaar aan. Rock-'n-roll 'infecteerde' vooral de arbeidersjeugd. Studenten luisterden bijvoorbeeld liever naar Franse chansons. De wijdverbreide revolutie liet nog even op zich wachten.Het waren de Engelsen die de rockmuziek in de jaren zestig over de hele wereld verspreidden. The Beatles waren toen de universele boodschappers. Met The Beatles was de invasie van de rock niet meer tegen te houden. Het was een manier om verzet uit te drukken tegen de al bestaande verhoudingen. De Rolling Stones brachten daar, in vergelijking met de wat bravere Beatles, nog een flinke portie rebellie bij. Een ware culturele revolutie was het gevolg. Eindelijk was in het leven plaats voor genieten. Seksualiteit hoefde niet meer in het geheim, en seks werd gezien als iets dat prettig en aangenaam is. De gezagsverhoudingen werden aan de kaak gesteld, waardoor je niet langer vanzelfsprekend naar je ouders of je leraren luisterde. En drugs waren een uitstekend middel om de oude mentaliteit af te werpen.