'Die Schöpfung' van Joseph Haydn
Het ontstaan van het oratorium ‘Die Schöpfung’ is onlosmakelijk verbonden met Haydns verblijf in Engeland. In 1791 bezocht hij het grote Handel- festival in Westminster Abbey. Hij werd tot tranen toe geroerd door de prachtige uitvoering van Händels meesterwerk 'Messiah'. Tijdens zijn tweede bezoek aan Londen in 1794/95 werd hem het libretto ‘The Creation’ aangeboden ter verklanking. Bij aankomst in Wenen bevond dit tekstboek zich in zijn bagage.
Die Schöpfung (1798)
De tekst
Baron Gottfried van Swieten maakte een Duitse bewerking van 'The Creation' en verzorgde bovendien een Engelse vertaling van deze bewerking. De tekst is ontleend aan de bijbel (Genesis 1,2 en enkele psalmverzen) en het epos ‘Paradise Lost’ (1674) van John Milton. Hierdoor is er een afwisseling van bijbelse vertelling (Genesis), beschrijvend of lyrisch commentaar hierop (Paradise lost) en lofprijzingen (psalmen). Het oratorium bestaat uit drie delen waarvan de eerste twee gewijd zijn aan de schepping. In het derde deel wordt het eerste mensenpaar voorgesteld. In totaal zijn er 34 nummers: deel I 1-13, deel II 14-28, deel III 29-34.
De invloed van de 18e eeuw (humanisme en Verlichting) is duidelijk merkbaar. Het mensbeeld is opvallend positief: ‘Mit Würd’ und Hoheit angetan, mit Schönheit, Stärk’ und Mut begabt, gen Himmel aufgerichtet steht der mensch, ein Mann und König der Natur.’ Slechts in een terzijde worden Adam en Eva gewaarschuwd voor de mogelijke zondeval. Ook de ‘hemelburgers’, zoals van Swieten de engelen noemt, weerspiegelen de tijdgeest.
De muziek
Bezetting
Die Schöpfung is geschreven voor koor, orkest en drie solostemmen n.l. sopraan (Gabriel, Eva), tenor (Uriel) en bas (Raphael, Adam). Het orkest is rijk bezet: strijkersgroep, 2 fluiten, 2 hobo’s, 2 klarinetten, 2 fagotten, 2 hoorns, 2 trompetten, 3 trombones, contrafagot en 2 pauken.
Het scheppingsverhaal wordt voorgedragen door de aartsengelen Gabriel, Uriel en Raphaël. Daarnaast zijn deze solisten te horen in aria's, al dan niet met koor. Adam en Eva horen we alleen in het derde deel. Zij zingen een duet en een duet met koor.
Het orkest klinkt vaak verrassend modern. Net als in de Londense symfonieën heeft Haydn zelfstandige partijen voor de blazers geschreven. Er wordt veelvuldig gebruik gemaakt van de trombones, er zijn prachtige partijen voor de klarinetten en Haydn maakt voor het eerst gebruik van de contrafagot.
De muziek bestaat uit 17 recitatieven, 7 aria's, twee daarvan met koor, 2 duetten, 2 terzetten, 6 koren, drie daarvan met soli. Al deze verschillende muziekstukken vormen een prachtig uitgebalanceerd geheel waar een indrukwekkende instrumentale inleiding aan voorafgaat.
De inleiding
In de instrumentale inleiding, een klankvisioen van de Chaos, brengt Haydn de troosteloze leegte en chaotische toestand voorafgaand aan de schepping tot uitdrukking door middel van afgebroken melodieën en onopgeloste harmonieën in een duister c mineur. Het effect van de uitbarsting van het koor in c majeur, bij de woorden 'Es werde Licht' overtreft alle verrassende wendingen die in zijn oeuvre voorkomen.
De recitatieven
Voor de toonzetting van de beschrijvende gedeeltes kiest Haydn soms de vorm van de aria maar meestal het accompagnato recitatief. Deze recitatieven zijn ware toonschilderingen. Mooie voorbeelden zijn onder meer nr. 3, nr. 12 en nr. 21. In nr. 3 loopt de muziek steeds vooruit op de tekst en illustreert op die manier storm, onweer regenbuien et cetera die even later genoemd worden. Nr. 12 wordt geroemd vanwege de stralende zonsopgang die het orkest schildert. De maan komt daarna op in een zachte strijkersklank. Nr. 21 is een aaneenschakeling van muzikale portretten van verschillende dieren waaronder de brullende leeuw, de lenige tijger, het snelle hert et cetera.
Aria's, terzetten
Er zijn vijf solo aria’s, twee in deel I en drie in deel II. Nr. 6 en 15 zijn beschrijvend van aard. In de nummers 8, 18 en 22 is het zuivere musiceren veel belangrijker dan de uitbeelding van de tekst. Nr. 8 'Nun beut die Flur das frische Grün' is een natuur idylle. Deze sopraanaria is het prototype van een klassieke aria. De melodie in zes achtste maat is mooi gevormd en eenvoudig, de begeleiding opvallend helder georkestreerd.
Van de twee terzetten nr. 18 en 27 is vooral het laatste bijzonder fraai. Op plechtige toon, poco adagio, zingen de aartsengelen ‘Zu dir, o Herr, blickt alles auf’. De blazersbegeleiding (fluit, hobo, 2 klarinetten, 2 fagotten en hoorn) verleent de muziek een bijzondere klankkleur.
De koren
De indrukwekkende scheppingskracht van Haydn blijkt vooral uit zijn koren. Volkomen nieuw is de manier waarop hij koor- en solostemmen met elkaar verweeft. Nr. 19 is een bijzonder mooi voorbeeld van deze vervlechting. Het beroemdste koor uit de ‘Schöpfung’ is ongetwijfeld nr. 13 'Die Himmel erzählen die Ehre Gottes'. De tekst, ontleend aan psalm 19, wordt afwisselend door het koor en de drie solisten (aartsengelen) voorgedragen. Na een tempoversnelling (più allegro) moeten koor en orkest alle krachten verzamelen voor de uitvoering van de machtige fuga die het eerste deel besluit. Haydns meesterlijke beheersing van de fugatische stijl komt zo mogelijk nog sterker naar voren in de koren nr. 28 en 34.
De première van ‘Die Schöpfung’ vond plaats op 30 april 1798 in het paleis van prins Schwarzenberg. De eerste openbare uitvoering was op 19 maart 1799 in het Burgtheater.