Renaissancecomponist Jacob Obrecht
De Nederlanden hebben in de renaissance, een cultuurperiode die we kunnen plaatsen tussen 1400 en 1600, heel wat componisten voortgebracht, die nationale en internationale faam kregen. Eén van deze componisten was Jacob Obrecht. Het leven van Jacob Obrecht is een aaneenschakeling van korte aanstellingen.
Archieven
Archieven werden in de vijftiende en zestiende eeuw nauwelijks bijgehouden, hooguit van belangrijke en invloedrijke figuren of belangrijke posten. Dat is natuurlijk jammer, want het betekent dat van een aantal markante persoonlijkheden uit de geschiedenis belangrijke feiten uit hun leven niet zijn gearchiveerd. Ook is uit archieven niet altijd helder een familieband te achterhalen, of maakt de schrijfwijze van namen of het weglaten van familienamen het soms moeilijk precies te weten hoe het allemaal zat. We moeten soms raden naar de juiste gegevens, en soms is zelfs het raden niet goed mogelijk.
Jacob Obrecht
Jacob Obrecht werd volgens één bron geboren in Bergen op Zoon, op 22 november 1450. Een andere bron spreekt van een geboorte in Gent, in 1457 of 1458. In het eerste geval zou het een van de weinige renaissancecomponisten zijn die geboren werd in wat nu Nederland is. Veel renaissancecomponisten uit de Nederlanden stammen immers uit de Zuidelijke Nederlanden, nu België, wat destijds ook het culturele centrum was. Feit is dat er wel een band is met Bergen op Zoom in latere jaren. Aangezien zijn vader waarschijnlijk stadsmuzikant was in Gent, is een geboorte in Gent ook een goede mogelijkheid.
Studie
Jacob Obrecht studeerde vanaf 1472 theologie aan de universiteit van Leuven. Na enkele jaren, van 1476 tot 1479, als zangmeester in Utrecht gewerkt te hebben, werd hij tot priester gewijd en kreeg hij als koorleider en componist een aanstelling in Bergen op Zoom. Hij zou hier werken tot 1484. Een periode van vijf jaar, en dat blijkt voor Obrecht best een lange periode.
Kamerijk en Brugge
Jacob Obrecht kreeg in 1484 een aanstelling als leraar aan de koorschool van de kathedraal van
Kamerijk (Cambrai). Het was zijn taak om de jongens de belangrijke zaken van het leven bij te brengen, en dat was op de koorschool liturgie, zang, latijn en goed gedrag. Het was uiteraard belangrijk om ook aandacht te besteden aan opvoedingszaken buiten de directe schooltijden. Kon Obrecht met de schoolvakken prima uit de voeten, de buitenschoolse zaken lagen hem niet. Een jaar later, in 1485, kreeg Obrecht eenzelfde aanstelling als zangmeester van de Sint-Donatiuskerk in
Brugge.
Naar Ferrara en Antwerpen
Op uitnodiging van hertog
Ercole I d'Este van Ferrara ging Jacob Obrecht een half jaar naar Ferrara, van november 1487 tot mei 1488. Na zijn terugkomst verbleef Jacob eerst nog enkele maanden in Bergen op Zoom, voor hij in Brugge terugkeerde. Niet voor heel lang, want in januari 1491 vertrekt Obrecht, om koormeester te worden van de Onze-Lieve-Vrouwenkerk van
Antwerpen. Een jaar later werd hij hier kapelmeester.
Jacob Obrecht, 1450/1457-1505 /
Bron: Kimbell Art Museum, Wikimedia Commons (Publiek domein)Afwisseling
Ook in Antwerpen zou Jacob niet lang blijven. Het was waarschijnlijk nog 1492 toen Obrecht naar Frankrijk vertrok. Ook dat zou niet lang duren. In 1496 werkte hij weer in de Donatiuskerk van Brugge. Vanwege ziekte moest Jacob zijn werk een tijd neerleggen, en verbleef om te herstellen van halverwege 1497 tot eind 1498 in Bergen op Zoom. Vanaf 1499 was hij weer terug in Brugge. Ook deze keer zou dat niet lang duren. Hij kreeg opnieuw een aanstelling in Antwerpen. Medio 1500 werd hij opnieuw zwaar ziek, en was pas medio 1501 weer terug in Antwerpen, waar hij voorganger-zanger werd.
Opnieuw Ferrara
Vanaf oktober 1504 was Jacob opnieuw bij hertog Ercole I d'Este in Ferrara, waar hij
Josquin Des Prez als kapelmeester opvolgde. Na het overlijden van Ercole I in 1505, werd Jacob door diens zoon
Alfonse I d'Este ontslagen. Hij kon echter in Ferrara blijven, door als priester te werken. Helaas voor hem brak in Ferrara de pest uit. Hij raakte besmet en stierf in 1505.
Muziek
Van een kapelmeester, tevens priester, mag vooral kerkelijke muziek verwacht worden. En dat klopt, er zijn vooral missen (ongeveer 34) en motetten (ongeveer 31) van hem overgeleverd en/of aan hem toegeschreven. Zijn muziekstijl volgt de stijl van Johannes Ockeghem, maar er zijn meer invloeden in zijn werk die ofwel van anderen komen, ofwel wellicht door hemzelf bedacht. Hij gebruikte veel de
cantus firmus. Hierbij wordt de melodie door één stem gezongen, terwijl de andere stemmen in een polyfoon geheel hieromheen geschreven zijn.
Naast een groot aantal missen en motetten zijn er ook een aantal, een kleine 40, wereldlijke werken van Jacob Obrecht bekend, al of niet voorzien van tekst. Obrecht wist, al hield hij vast aan de Nederlandse stijl, invloeden van andere stijlen te integreren in zijn werk. Er zijn niet veel Nederlandse componisten die ook chansons op Nederlandse teksten schreven (uiteraard ook Italiaanse, Franse en Duitse), maar Obrecht was er één van.
Navolging
Hoewel het werk van Jacob Obrecht vernieuwend was en hij ook onder zijn tijdgenoten goed stond aangeschreven, lijkt het erop dat hij geen directe navolgers had, waardoor hij in de geschiedenis wat meer alleen lijkt te staan.
Lees verder