Renaissancecomponist Johannes Ockeghem
Tijdens de renaissance vond in Europa een opleving plaats van kunst en cultuur. De renaissance wordt meestal geplaatst tussen de jaren 1400 en 1600. Johannes Ockeghem was een beroemde componist uit de vroege jaren van de renaissance. Ockeghem, was een meester in de canontechniek. Wat weten we over het leven en het werk van Johannes Ockeghem?
Johannes Ockeghem
Tussen Aalst en Ninove, tegenwoordig in België, ligt het plaatsje Ockeghem. Een familie met de naam Ockeghem, of soms geschreven als Ockegem, moet oorspronkelijk uit dit plaatsje zijn gekomen. Johannes Ockeghem werd rond het jaar 1420 geboren in Saint-Ghislain of Dendermonde, dat destijds onderdeel uitmaakte van de Bourgondische Nederlanden. Over zijn jeugd en muzikale opleiding is helaas zo goed als niets in de archieven teruggevonden.
Begin muzikale loopbaan
De oudste bron waar melding werd gemaakt van Johannes Ockeghem dateert van 1443. In dat jaar werd Johannes Ockeghem zanger aan de Onze-Lieve-Vrouwenkerk te Antwerpen. Het is zo goed als zeker, dat hij hier ook een muzikale opleiding kreeg. Het is goed mogelijk dat zijn verdere opleiding verzorgd werd door
Gilles Binchois, in die tijd een van de bekende zangers, componisten en kapelmeesters. Johannes Ockeghem bleef niet lang verbonden aan de Onze-Lieve-Vrouwenkerk, waarschijnlijk maar tot 1444.
Franse hof
Na de periode aan de Onze-Lieve-Vrouwenkerk trad Johannes Ockeghem in 1448 als zanger in dienst in de kapel van hertog Charles de Bourbon in Moulins. Van daar naar het Franse hof was, in verband met de intensieve contacten van Charles de Bourbon met dat hof, maar een kleine stap. In 1453 trad Ockeghem dan ook in dienst van de Franse koning. Ockegem zou in deze dienst blijven tot zijn overlijden in februari 1497. Ockeghem heeft in deze periode te maken gekregen met een rijtje Franse koningen: Karel VII, Lodewijk XI en Karel VIII. Dat al deze koningen hem in dienst hielden, geeft goed aan hoezeer Johannes werd gewaardeerd. Zijn beroemdste leerling was
Josquin Des Prez.
Schatmeester
Naast zijn werk aan het hof kreeg Johannes in 1459 de functie van schatmeester van de abdij Saint-Martin in Tours. Een goed betaalde baan, zonder de verplichting ook in Tours te verblijven, hoewel hij er toch veel was.
Kapelmeester
Johannes Ockeghem ging aan het werk als kapelmeester. Hoezeer hij, en ook zijn kapel, werden gewaardeerd blijkt wel, want hij ging verschillende keren met het hele gezelschap over de grenzen. Zo is hij op een diplomatieke missie geweest naar Spanje en is in Vlaanderen naar Brugge en Damme geweest (in 1484).
Talent
Ockeghem had als zanger een groot talent. Waarschijnlijk had hij een lage stem, en zong hij als contratenor of bas, voor zover dat is af te leiden uit het werk dat hij afleverde. Maar niet alleen zijn zangtalent was groot, ook als componist wist hij bijzondere dingen te doen. Hij speelde het klaar zijn muziek haast mathematisch zuiver polyfonisch te schrijven. Toch werd de muziek hier niet saai of gezocht technisch van, de muziek bleef een warme kracht uitstralen.
Muziek
Ockeghem componeerde, zoals zoveel componisten van deze tijd, geestelijke en wereldlijke muziek. Op het geestelijk, kerkelijk vlak waren het vooral missen en motetten. Op het wereldlijk vlak componeerde hij Franse chansons. Bijzonder was zijn beheersing van de canontechniek. In deze techniek imiteren de stemmen elkaar steeds, zonder dat het overigens nodig is dat de stemmen elkaar exact kopiëren. Een ander sterk punt was zijn onovertroffen beheersing van de
cantus firmus. Hierbij werd de melodiestem door één partij, vaak de tenor, gezongen, soms met kleine variaties. De andere stemmen omspeelden deze partij. Wie een partituur van muziek uit de renaissance en barok bekijkt ziet soms de letters
c.f. staan: deze letters staan voor
cantus firmus.
Nagelaten missen
Ockeghem heeft in ieder geval zo'n 20 missen geschreven. Hiervan zijn er nog 11 volledig overgeleverd, een viertal gedeeltelijk. Uit archieven weten we dat er nog vijf meer geweest moeten zijn, maar die zijn helaas verloren gegaan.
Enkele titels zijn:
- Missa L’homme armé
- Missa Ma Maistresse
- Missa Mi-Mi (Quarti toni)
- Missa Prolationum. In deze mis zijn slechts twee stemmen genoteerd. De alt en de bas zingen in canon op de sopraan en de tenor.
- Requiem. Dit is het oudste nog overgebleven meerstemmige requiem. De nog iets oudere, van Dufay, is helaas verloren gegaan.
- Missa Cuiusvis toni. Dit bijzondere werk is in een willekeurige kerktoonsoort uit te voeren, enkel door de sleutel te wijzigen.
Motetten en chansons
Er zijn nog een twaalftal motetten overgebleven, waarvan enkele titels:
- Deo Gratias. Dit werk is een voorbeeld van zijn vaardigheid: zesendertigstemmig!
- Intemerata Dei Mater
- Salve Regina
Behalve de missen en motetten zijn er nog drieëntwintig chansons overgeleverd, o.a.:
- Altre Venus estés
- Baisiés moy dont fort
- D’un aultre amer
Bekendheid
In zijn tijd was Johannes Ockeghem een begrip. Hoezeer, dat bleek vooral na zijn overlijden. Er werden door grootheden als Erasmus, Lupi en Josquin treurgedichten op hem gecomponeerd, en verschillende kroniekschrijvers en muziektheoretici zwaaiden hem de grootste lof toe.
Lees verder