Renaissancecomponist Gilles Binchois
In de periode van de renaissance (ongeveer van 1400 tot 1600) vond een ware hergeboorte plaats van kunst en cultuur. De Nederlanden brachten in de renaissance verschillende componisten voort. In de vroege renaissance was een van hen Gilles Binchois. Wat weten we van het leven en het werk van Gilles Binchois?
Gilles Binchois
In Bergen (Mons), werd rond 1400
Gilles (afgeleid van Egidius)
Binchois geboren, zoon van Jean en Johanna de Binche. Hij werd ook wel Gilles de Bins genoemd. Zijn vader was ambtenaar aan het hof van de heersende graaf van Henegouwen, tevens graaf van Holland: Guillaume IV (Willem van Oostervant). In deze periode bestonden de Nederlanden enkel als afzonderlijke gewesten en vormden ze nog geen groot politiek geheel, al zou dat tijdens het leven van Gilles Binchois wel steeds meer gaan gebeuren.
Eerste muzikale stappen
Waar Gilles zijn opleiding kreeg is helaas niet meer te achterhalen, wellicht zong hij als knaap in de kathedraalschool van Cambrai. In 1419 werd hij organist in Mons, in de St. Waldrudiskerk. Enkele jaren later woonde hij in Lille, dat in het graafschap Vlaanderen lag, destijds onderdeel van het hertogdom Bourgondië. In 1424 is hij in dienst bij de hertog van Suffolk in Parijs, dat op dat moment onder Engels bestuur staat. Hij schrijft in ieder geval voor de hertog een rondeau.
Muzikale invloeden
De hertog van Suffolk had in zijn gevolg allerlei vak- en handelslieden. Onder hen bevond zich waarschijnlijk ook John Dunstable, waardoor Gilles kennis kon maken met Engelse muziek. Een andere tijdgenoot en goede vriend van Gilles Binchois was Guillaume Dufay. Het is niet onwaarschijnlijk dat ze elkaar in hun jeugd al kenden, wellicht op de eerder genoemde kathedraalschool in Cambrai (Kamerijk).
Bourgondië
Rond 1430 trad Gilles in dienst bij Filips de Goede, toenmalig hertog van Bourgondië. Onduidelijk is of hij een priesterwijding ontving, maar hij kreeg een aanstelling als kapelaan bij het hof. Daarnaast vervulde hij kerkelijke functies in Brugge en Mons. Aan het hof componeerde hij in 1431 een motet
Nove cantum melodie, waarin hij alle negentien zangers aan het hof noemde, waaronder zichzelf.
Nederlanden
Hertog Philips de Goede van Bourgondië verwierf in de dertiger jaren van de vijftiende eeuw aanzienlijke gebieden: Brabant en Limburg in 1430, Henegouwen in 1433. Hierdoor ontstond een groot aaneengesloten Bourgondisch gebied, de Nederlanden. De politieke duidelijkheid in het gebied zorgde voor opleving van handel en kunst, waarvan de opkomende componisten zoals Binchois en Dufay konden profiteren. Zij ontwikkelden de stijl van
Nederlandse Polyfonie.
Prettig leven
Binchois had bijnamen als
'le père de joyeusète', en '
le Champion des Dames', wat op blijmoedige activiteiten lijkt te duiden... Er bestaat een afbeelding, waar hij met Dufay is weergegeven. Dufay is hier met een portatief (een kerkelijk instrument) afgebeeld, Binchois met een harp, een nogal werelds instrument. Op dezelfde afbeelding is ook duidelijk dat Dufay als priester is weergegeven, Binchois lijkt dat niet te zijn.
Een leven aan het hof
Gilles Binchois is aan het Bourgondische hof verbonden gebleven. Hij werd in 1452 benoemd als proost (geestelijk leider van een roomskatholieke instelling) in Soignies (Zinnik). Hij heeft deze functie tot zijn dood op 20 september 1460 kunnen uitoefenen.
Muziek
Binchois heeft geestelijke en wereldlijke muziek gemaakt. De geestelijke muziek bouwde vooral voort op bestaande tradities. De wereldlijke muziek, de rondeaus, chansons, ballades, zijn gevoeliger en origineler. Binchois leefde eigenlijk zijn hele leven aan het hof en reisde dus niet, zoals zoveel componisten in deze tijd, naar Italië. Dat maakte dat er minder Italiaanse invloeden in zijn werk merkbaar zijn. Hij was overigens wel bekend in Italië. Het maakte alles bij elkaar ook dat er minder evolutie in zijn werk te zien is.
Bassen
Opvallend is, dat Binchois veel gebruik maakte van een diepe baspartij. Misschien een opzettelijk gebruik met een speciale bedoeling, maar misschien had hij toevallig in zijn hofkapel de beschikking over enkele diepe bassen. Je moet natuurlijk gebruik maken van de talenten die je onder je hoede hebt.
Werk
Enkele van zijn bekendste chansons zijn:
De plus en plus, Filles à marier, Triste plaisir et douloureusse joie. De teksten zijn in het Frans en meestal driestemmig. Naast de chansons is er een aantal kerkelijke werken overgeleverd, enkele misdelen, een Magnificat, een Te Deum en nog 26 andere werken. Er is helaas niet meer overgebleven dan een 55 tot 60-tal liederen, maar waarschijnlijk is er veel meer geweest. In zijn tijd was Binchois populair, veel van zijn liederen zijn binnen en buiden de Nederlanden in latere tijden gekopieerd, geciteerd of er zijn parodieën op gemaakt.
Lees verder