De geschiedenis van de trompet
De trompet is het meest bekende koper blaasinstrument ter wereld. Je komt de trompet in klassieke muziek tegen maar ook in de popmuziek en alles daar tussenin. Maar waar komt de trompet eigenlijk vandaan, sinds wanneer bestaan ze en zagen ze er altijd al zo uit als tegenwoordig? Een korte blik in de geschiedenis van dit populaire instrument.
Het eerste begin is terug te voeren op uitgeholde stammen die gedateerd zijn tot zo'n tweeduizend jaar v.Chr. Ook schelpen en dierenhoornen zijn al vroeg gebruikt om op te blazen en geluid te produceren. Deze worden tot op de dag van vandaag nog gebruikt in sommige landen en bij bepaalde gelegenheden. Bijvoorbeeld op Madagaskar bij religieuze ceremonies en In Frankrijk op Pasen. Een andere nog steeds gebruikt instrument is de Didgeridoo van Aboriginals in Australië.
In die periode daarna zijn op allerlei plaatsen in de wereld trompetachtige blaasinstrumenten gebruikt. Een paar voorbeelden:
- In de Bijbel worden regelmatig bazuinen genoemd.
- Er zijn twee metalen trompetten in de piramide van Toetanchamon gevonden.
- In Pompeii zijn twee Romeinse Cornu gevonden.
Einde van de middeleeuwen
Pas aan het eind van de middeleeuwen, rond 1400, kwam de trompet in Europa op. Gedurende de middeleeuwen was de trompet in Europa eigenlijk onbekend, maar werd wel gebruikt in Azië en Afrika. Door de kruisvaarders kwam de trompet ook naar Europa. Toen werd de trompet vooral als signaalhoorn gebruikt. Bijvoorbeeld tijdens ceremonies en plechtigheden Maar ook in het leger, bijvoorbeeld op wachttorens om snel te communiceren wanneer er iets verdachts gezien werd. Zo had Koning Henry VIII vijftien trompettisten in dienst en werden er tijdens de kroning van Christian IV van Denemarken 64 trompettisten gebruikt. Deze trompetten waren nog erg beperkt vergeleken met de tegenwoordige instrumenten. Ventielen bestonden nog niet, dus was het alleen mogelijk een drie- of viertal natuurtonen te spelen.
Ontstaan van de naam koper blaasinstrument
De trompet werd sinds die tijd van messing gemaakt. Messing is een legering van koper en tin. In deze tijd was de verhouding koper/tin 70/30 of 85/15. De legering bestaat dus voornamelijk uit koper en daarom noemen we trompetten, tuba's, bugels en dergelijke nog altijd koper blaasinstrumenten. In het Engels spreekt men van brasswind instrumenten, omdat brass de vertaling van messing is.
Schuiftrompet
Doordat de techniek van metaalbewerking steeds verder ging, kwamen er nieuwe mogelijkheden. Zo ontstond er de schuiftrompet. Een veel gehoorde misvatting is dat dit een soort trombone was. Bij de schuiftrompet is het echter de buis waar het mondstuk aan zit, die uitgeschoven ka worden. Het is het hele instrument dat met de ene hand heen en weer geschoven wordt, terwijl de speler met de andere hand de buis met mondstuk vasthoudt. Op die manier kon het instrument tot wel 55 cm langer gemaakt worden en dus lager tonen gespeeld worden.
Natuurtrompet
De natuurtrompet was erg populair tijdens de Barok periode. Daarom wordt hij ook wel Baroktrompet genoemd. Het is in feite een lange cilindrische buis met twee bochten. De buis loopt uit in een beker met een doorsnede van tien tot twaalf cm. Door verbeteringen aan het instrument en de groeiende kennis en kunde waren trompettisten in staat om een hele reeks natuurtonen te spelen. Naarmate de tonen hoger worden, zijn er steeds meer natuurtonen die gespeeld kunnen worden. Daar werd vooral in deze periode veel gebruik van gemaakt.
Natuurtonen en bereik
Deze natuurtrompetten waren in een bepaalde stemming, bijvoorbeeld in F of D. Door te wisselen met buizen en bochten, kon met de totale lengte van de buis gevarieerd worden, zodat er ook in andere toonsoorten gespeeld kon worden. Maar weinig mensen waren in staat het hele bereik te spelen, en daarom werd het bereik opgedeeld in verschillende delen, genaamd Clarino, 2e Clarino, Tromba en Principal. Voor al die delen van het totaalbereik werden andere mondstukken en verschillende boringen gebruikt.
De uitvinding van het ventiel
In de negentiende eeuw zijn belangrijke veranderingen aan de trompet doorgevoerd. De exacte data en personen zijn niet geheel bekend. Maar in 1818 hebben Friedrich Bluhmel en Heinrich Stölzel een patent aanvraag gedaan voor een trompet met twee ventielen. In 1824 heeft John Shaw daar veren aan toegevoegd, zodat de ventielen na het loslaten weer terug in de normale stand komen en C.A. Miller heeft een derde ventiel toegevoegd. Door een ventiel in te drukken wordt het instrument eenvoudig langer gemaakt. Daardoor was het niet meer nodig met extra buizen en bochten te variëren om in een bepaalde toonsoort te kunnen spelen. Dankzij de ventielen is de trompet helemaal chromatisch geworden, wat betekent dat het mogelijk is om alle noten te spelen. Sinds de toevoeging van de ventielen is de trompet op alle vlakken nog wel verder verbeterd, waaronder ook de ventielen, maar het basisontwerp en principe is grotendeels gelijk gebleven. Vreemd genoeg heeft het tot in de twintigste eeuw geduurd voordat de trompet met ventielen overal gemeengoed werd.
Gebruik van de trompet in de muziek
De trompet is relatief laat een chromatisch instrument geworden. Voor die tijd moest er steeds met buizen gerommeld worden om te wisselen van toon een toonsoort, of er waren een heel stel muzikanten nodig om een stuk muziek te maken. Om die reden, maar ook vanwege de minder waardeerde klank, heeft de trompet geen grote rol gespeeld in een groot deel van de muzikale wereld van de beroemde componisten.
Twintigste eeuw
In de twintigste eeuw is de trompet erg populair geworden. Met alle moderne technieken kunnen trompetten tegenwoordig erg goed en met een mooie klank worden gemaakt. Je komt de trompet nu vaak tegen en het is het meest bekende koper blaasinstrument van allemaal. Ook in de popmuziek worden trompetten vaak gebruikt. In tijdens concerten hebben vele bands een extra blazerssectie bestaande uit trompet, trombone en saxofoon.
Lees verder