Hoe maken trompet en andere koperblaasinstrumenten geluid?
De trompet is een instrument met een erg herkenbaar geluid. En er zijn legio muzikanten die een prachtig stuk muziek kunnen maken met hun trompet. Er zitten echter maar drie knopjes op, terwijl op een piano meer dan honderd toetsen zitten. En er zijn zat mensen die geen geluid uit zo'n toeter kunnen krijgen als ze er een voor het eerst in handen krijgen. Hoe werkt een trompet en de andere koperen blaasinstrumenten eigenlijk?
Werking van de trompet en andere koperblaasinstrumenten
Naast de trompet zijn er nog vele andere koperblaasinstrumenten, zoals de bugel, trombone, tuba, bariton, euphonium, althoorn en waldhoorn. We praten in het vervolg van dit artikel steeds over de trompet om het verhaal eenvoudig te houden, maar alle principes gelden zonder meer ook voor deze andere instrumenten. Het verschil zit eigenlijk alleen in de exacte lengtes van het instrument en het bereik van noten waarin het instrument actief is.
Wat is geluid
Om muziek of geluid te kunnen maken moeten er trillingen worden gecreëerd. Deze trillingen verplaatsen zich vervolgens door het instrument en creëren daarmee een bepaald geluid. Op een gitaar doe je dat door een snaar te raken, zodat deze gaat trillen in een bepaalde frequentie en geluid maakt. Bij een trommel sla je op een vel dat in beweging komt. Bij een saxofoon wordt een houten rietje in het mondstuk in beweging gebracht, waardoor de lucht in het instrument begint mee te trillen.
Geluidsgolven
Geluid en dus muziek zijn golven in de lucht. Ze worden ook wel lopende golf genoemd. Deze golven moeten zich door een medium, zoals lucht verplaatsen. Deze golven worden altijd veroorzaakt door een fysieke beweging, dus iets dat beweegt. Denk bijvoorbeeld maar aan de net genoemde gitaar of trommel. Maar je kan het ook zien bij een luidspreker, waar het de conus is die beweegt. Hoe hoger de kracht of beweging, hoe luider het geluid zal zijn.
Geluid maken met een trompet
Bij de trompet is er een groot verschil met de zojuist genoemde instrumenten. Net als bij de andere koper blaasinstrument is het niet het instrument die de trilling veroorzaakt, maar zijn het de lippen van de muzikant. De trompettist plaatst de lippen tegen het mondstuk en laat deze trillen door er lucht doorheen te blazen. Op deze manier ontstaan de trillingen die zich door het instrument verplaatsen. De trompet zelf is eigenlijk een soort versterker voor het geluid dat met de lippen wordt gemaakt.
Embouchure
Dat merk je ook direct wanneer een niet trompettist of beginneling wat speelt in vergelijking met een ervaren trompettist. Er zit een groot verschil in het klankgeluid en de zuiverheid van de noten. Dat komt door het embouchure. Hiermee wordt de stand en gebruik van de lippen bedoeld. Er zijn verschillende soorten embouchures, maar belangrijker is in hoeverre een trompettist in conditie is. In die zin wordt blazen ook weleens met sport vergeleken. De spieren in de lippen moeten in goede conditie zijn om te kunnen spelen. Als een blazer een aantal weken niet heeft gespeeld, moet het embouchure vaak weer gedeeltelijk opnieuw opgebouwd worden. En na een zware oefensessie of concert, zijn de lippen soms vermoeid en moet de trompettist eerst rust nemen. Als de vermoeidheid toe begint te slaan, hebben meestal de zuiverheid en klank hier dan ook onder te lijden.
Buzzen
Veel goede trompettisten zijn in staat om te 'buzzen'. Dit betekent dat er zonder instrument en zonder mondstuk geluid gemaakt wordt. Ze kunnen veel verschillende tonen maken en op die manier hele melodieën spelen. Het klinkt natuurlijk niet geweldig, maar is wel een goede oefening. Een alternatief is om te gaan buzzen met alleen een mondstuk. Er zijn leraren die hun studenten eerst een week of zelfs langer op die manier laten oefenen. Eerst zonder mondstuk, daarna met mondstuk. Wanneer het niveau goed genoeg is, mogen ze pas met instrument spelen. Dit alles om de student goed te laten leren wat belangrijk is en geen afleiding te hebben van de rest van het instrument.
Over golflengtes en noten
De lengte van een trompet is niet zomaar gekozen maar heeft alles te maken met de geluidsgolven. Of eigenlijk met de golflengte. Een gewone lage C op de Bes trompet heeft een frequentie van 235,2 Hz en een golflengte van ~147 cm. Dit is dezelfde lengte als de lengte van de trompet, wanneer die uitgerold zou worden. Dus wanneer deze lage C gespeeld wordt, dan komt de golflengte van die toon precies overeen met de lengte van het instrument van mondstuk tot aan de beker. Doordat deze golf precies in de trompet past, wordt deze goed versterkt en klinkt er een mooie toon. De volgende toon die goed past in de trompet is de G. Van deze toon passen er precies anderhalve golflengte in de trompet en daarom klinkt ook dat goed. Een overzichtje van laag naar hoog. Omdat de Bes trompet niet in C maar een toon lager gestemd is, zal je zien dat de lage C eigenlijk een Bb3 is op een piano, of een gitaar.
Noot op trompet | Noot op piano | Golflengte | Aantal golflengtes |
Lage C | Bb3 | 146,68 | 1 |
G op tweede lijn | F4 | 97,90 | 1,5 |
C2 | Bb4 | 73,34 | 2 |
E2 | D5 | 58,21 | 2,5 |
Hoge G | F5 | 48,95 | 3 |
Hoge Bes | Ab5 | 36,67 | 3,5 |
Hoge C | Bb5 | 32,67 | 4 |
D3 | C6 | 32,67 | 4,5 |
E3 | D6 | 29,11 | 5 |
F3 | Eb6 | 27,47 | 5,5 |
G3 | F6 | 24,47 | 6 |
As3 | Gb6 | 23,10 | 6,5 |
Bb3 | Ab6 | 20,58 | 7 |
B3 | A6 | 19,43 | 7,5 |
C4 | Bb6 | 18,34 | 8 |
Wat opvalt, is dat hoe hoger de tonen hoe vaker er natuurtonen voorkomen. Van die eigenschap werd honderden jaren geleden ook gebruik gemaakt. In die tijd waren er geen ventielen en konden er alleen deze natuurtonen worden gespeeld. In het hogere bereik zijn er dan voldoende noten beschikbaar om een melodie te kunnen spelen. Overigens komen al die natuurtonen niet perfect klinkend uit de trompet. Dat kun je zelf ook zien, omdat het aantal golfengtes keer de golflengte niet altijd perfect overeen komt met de lengte van de trompet. De muzikant zal extra moeite moeten doen met behulp van intonatie om het goed te laten klinken.
Intonatie
Een gevolg van al deze natuurtonen is dat wanneer een trompettist de hoogte ingaat de kans groter wordt dat er net de verkeerde noot gespeeld wordt. Als de intonatie niet perfect is, wordt er zomaar een andere toon gespeeld, omdat ze zo dicht bij elkaar liggen. Bij de lagere noten is dat minder het geval, omdat de verschillen veel groter worden. De intonatie is dan nog steeds van belang, maar een minder goede intonatie zal niet meteen in een verkeerde noot resulteren, maar de noot zal wel minder zuiver klinken.
Functie van de ventielen
In het begin van de negentiende eeuw is het ventiel uitgevonden. Tot die tijd werd er soms gewerkt met uitschuifbare delen, of vervangbare buizen om de stemming van het gehele instrument te veranderen. Door de komst van de ventielen was het mogelijk om veel simpeler verschillende tonen te spelen. Moderne trompetten hebben drie ventielen waardoor de lengte van het instrument gevarieerd kan worden. Door het indrukken van de ventielen wordt de buis langer en de toon lager. Op die manier kan de trompettist een natuurtoon uit bovenstaande tabel spelen en daarbij de juiste ventielen indrukken om op de juiste toon uit te komen.
De toon verlagen met de ventielen
Ieder ventiel leidt de lucht door een eigen omleiding. Het tweede ventiel zorgt ervoor dat de gespeelde toon een halve noot lager wordt. Het eerste ventiel verlaagt de toon een hele noot en het derde ventiel verlaagt de toon anderhalve noot. De ventielen kunnen ook gecombineerd worden. Zo zal het combineren van het eerste en tweede ventiel hetzelfde effect hebben als alleen het derde ventiel. Als de natuurtoon C2 gespeeld wordt in combinatie met het eerste en derde ventiel, zal de gespeelde toon tweeënhalve noot lager zijn en dus hetzelfde klinken als de G1, die ook los gespeeld kan worden.
Golflengte
Door de ventielen in te drukken verander je eigenlijk de natuurtoon van de trompet. Zonder dit te doen, kun je die tonen wel intoneren, maar de trillingen zullen niet door het instrument opgepakt worden. Door de lengte aan te passen zal de golflengte van de toon die gespeeld moet worden wel precies in het instrument passen en zullen die noten daardoor goed klinken.
Trompetgeluid
Naast de juiste tonen te versterken geeft het instrument zelf natuurlijk ook een bepaald klank of timbre aan het geluid. Daardoor klinken een bugel, kornet en trompet niet hetzelfde. Zo klinkt ook niet iedere trompet hetzelfde. Het verschil zit onder andere in het materiaal, en rondingen van de bochten, maar ook in het cilindrisch of conisch zijn van de buizen. Daarnaast kan de trompettist zelf ook met zijn mond en lippen invloed uitoefenen op het geluid.
Hoe kun je hoger of lager spelen?
Om een hogere natuurtoon te spelen, moet de frequentie van de trilling hoger worden. Of anders gezegd: de golflengte moet korter worden. Dit doet een trompettist door de lucht sneller door de lippen te persen, waardoor de lippen sneller gaan trillen.
Luider
Zoals gezegd moet de kracht worden verhoogd om meer geluid te produceren. Bij een trompet betekent dit dat er meer lucht door de lippen het instrument geblazen moet worden. Het is niet zo dat de lucht ook daadwerkelijk aan de voorkant van de trompet naar buiten komt, of dat je veel meer lucht voelt wanneer je luider speelt. De lucht reist niet zo ver, maar de trillingen die gecreëerd worden wel. Een leuk experiment daarvoor is rook het instrument in te blazen en te kijken hoe lang het duurt voordat het eruit komt. Het geluid is echter direct hoorbaar.
Lees verder