De gitaar en je rechterhand: de basishouding
Wil je graag jezelf gitaar leren spelen? Of is het je bedoeling je hobby van vroeger weer op te pakken? Als je je bewust bent van de beginselen van een goede basishouding, wordt het gitaar spelen zoveel gemakkelijker en gaan je tonen zoveel beter klinken. Daarnaast voorkomt het spelen met een juiste positie van je rechterhand, je pols en de vingers ook blessures. Codes zoals p, i, m en a in de bladmuziek geven aan met welke vinger van je rechterhand je een bepaalde noot speelt.
Rechterhand: de basis
Als je een beeld hebt van de
correcte zithouding en
de wijze waarop je de linkerhand houdt, is het tijd om de basis te leggen voor een goede houding van je rechterhand.
Een juiste techniek van je rechterhand is van groot belang om snelle vorderingen te maken, een mooie toon te ontwikkelen en (chronische) blessures te voorkomen. Daarom is het van belang om vanaf het eerste begin dat je gitaar leert spelen, systematisch aandacht te schenken aan de basispositie van je rechterhand.
Hand en pols
Laat je rechter onderarm op de bovenkant van je gitaar rusten, enkele centimeters onder je elleboog. Houd je rechterhand ongeveer ter hoogte van het klankgat. Waarschijnlijk hangt (niet rust!) je onderarm en daarmee ook je hand enigszins diagonaal boven de gitaar. Het mooiste is als de zijkant van je hand bijna evenwijdig is aan de kam van de gitaar. Maar je hand mag
nooit ten opzicht van je pols naar links of rechts kantelen, want dat gaat ten koste van de kracht waarmee je kunt aanslaan.
Houd je pols een klein beetje gebogen, zodat het polsgewricht zich op een hogere plaats dan je hand bevindt. Nooit je pols knikken, want daarmee zet je je pols onder spanning en dat kan op den duur pijnklachten en blessures opleveren. De vingers van je rechterhand maken tijdens het spelen veel repeterende bewegingen. Als je de snaren zo ontspannen mogelijk aanslaat, verklein je het risico dat deze repeterende bewegingen je op den duur ongemak opleveren.
Laat je handpalm
nooit op het bovenblad rusten. Het steunpunt van je rechterhand bevindt zich feitelijk op de plek waar jouw onderarm op de bovenkant van je gitaar rust.
Vingers van je rechterhand
Maak om te beginnen een losse vuist met je rechterhand. Raak met je duim de buitenkant van je ringvinger. Ontspan je vuist, zodat alle kootjes van je vingers licht gekromd zijn.
Houd je vingers in beginsel steeds zoveel mogelijk aaneengesloten. Laat je eindkootjes elkaar lichtjes raken. De achterliggende gedachte hiervan is dat een bewust bijeenhouden van de vingers een 'zwalkende' aanslag voorkomt. Zo'n 'zwalkende' aanslag wordt veroorzaakt door het spelen met gespreide vingers. Vooral je ringvinger profiteert van het zoveel mogelijk als eenheid doen functioneren van de vingers van je hand.
Wat betekenen p, i, m en a in de gitaarmuziek?
In de bladmuziek voor gitaar wordt met
p,
i,
m en
a aangegeven met welke vingers van je rechterhand je de snaren aanslaat. De afkortingen komen uit het Spaans.
- p staat voor pulgar en betekent duim
- i staat voor indice en betekent wijsvinger
- m staat voor medio en betekent middelvinger
- a staat voor anular en betekent ringvinger
Zet nu je duim (
p) op snaar (6). Dat is de E-snaar die het laagst klinkt.
Plaats je wijsvinger (
i) op snaar (3). Dat is de G-snaar.
Plaats je middelvinger (
m) op snaar (2). Dat is de B-snaar.
Plaats je ringvinger (
a) op snaar (1). Dat is de E-snaar die het hoogst klinkt.
Deze aanduidingen zijn door de componist of door de redacteur van de bladmuziek bedacht. Als jouw handen erg klein, of juist erg groot zijn, of als de vingerzetting jou niet aanspreekt, kun je ervoor kiezen de voorgestelde vingerzetting naar je eigen inzichten aan te passen. Veel gitaristen doen zoiets met potlood, omdat dit het gemakkelijker maakt om wijzigingen aan te brengen, mocht je later tot nieuwe inzichten komen.
Nu ken je de basishouding voor de rechterhand.
Lees verder