Motown: het maatschappijkritische geluid
Het Amerikaanse platenlabel Motown wordt in 1959 opgericht door Berry Gordy Jr. in Detroit in de staat Michigan. De naam is een samentrekking van de bijnaam van de stad, ‘Motor city’, en het woord ‘town’. Gedurende de gehele jaren zestig is het label zeer succesvol met een kenmerkend geluid door een vaste begeleidingsgroep voor de verschillende uitvoerenden. Na de liedjes met doorgaans onschuldige teksten komen er rond 1970 in korte tijd drie nummers uit waarin een duidelijke maatschappelijke betrokkenheid is te horen. De grote problemen waarmee de Amerikaanse samenleving te kampen heeft komen er in scherpe bewoordingen aan de orde: Vietnamoorlog, rassendiscriminatie, werkloosheid.
Het maatschappijkritische geluid van Motown
De muziek van Motown, ook wel ‘The sound of young America’ genoemd, is in de jaren zestig zeer succesvol en zorgt voor de doorbraak van Afro-Amerikaanse populaire muziek naar een blank publiek. Het voor Motown kenmerkende geluid wordt verzorgd door The Funk Brothers, de huisband die op vrijwel alle nummers is te horen. Op een enkele uitzondering na zijn de nummers tekstueel niet opvallend, totdat in korte tijd drie nummers worden uitgebracht waarin de Vietnamoorlog, de rassendiscriminatie, de werkloosheid en de regering van president Nixon het onderwerp zijn. Het protestlied, dat in de loop van de jaren zestig is ontstaan, gaat ook aan Motown niet voorbij.
Ball of confusion - The Temptations
Round and around and around we go
Where the world’s headed nobody knows
Van de Amerikaanse Motowngroep The Temptations verschijnt in mei 1970 het nummer
Ball of confusion, geschreven door Barrett Strong en Norman Whitfield. De ondertitel van het nummer is
That’s what the world is today. In de tekst van
Ball of confusion komen de problemen voorbij waarmee de Verenigde Staten omstreeks 1970 hebben te maken. Het nummer met psychedelische invloeden heeft een duidelijke politieke boodschap en neemt stelling in tegen de Vietnamoorlog (‘People all over the World are shouting end of war’), de belastingverhogingen die de Nixon-regering heeft doorgevoerd (‘Politicians say more taxes will solve everything’), de oplopende werkloosheid en de almaar groeiende wereldbevolking.
Rassenscheiding
De rassenscheiding (segregatie) komt aan bod alsmede de ‘white flight’, de migratie van blanken uit stedelijke gebieden met meerdere rassen naar de welgestelde delen van een stad waar overwegend blanken wonen. Er wordt gezongen over demonstraties, drugsgebruik (‘The sale of pills are at an all time high, young folks walk around with their heads in the sky’). De enige veilige plek om te wonen is in het indianenreservaat (‘The only safe place to live is on an Indian reservation’).
The Funk Brothers
Motown’s huisorkest The Funk Brothers zorgt zoals op nagenoeg alle nummers voor de instrumentale begeleiding. Opvallend aan het nummer zijn de baseline, het gebruik van een orgel, de harmonica-solo van Stevie Wonder en de dubbele drums (één voor het linkerkanaal en één voor het rechterkanaal). Het is een funky klinkend nummer, in de stijl van Sly & The Family Stone.
War - Edwin Starr
They say we must fight to keep our freedom
But Lord, there's just got to be a better way
War, huh, yeah
What is it good for?
Absolutely nothing
War, wederom een protestlied van Strong en Whitfield tegen de Vietnamoorlog, wordt een maand na
Ball of confusion uitgebracht. Het lied is oorspronkelijk bedoeld voor The Temptations maar Motown heeft zijn bedenkingen en vreest dat de directe boodschap van het nummer de meer conservatieve luisteraars zullen afschrikken.
The Temptations
The Temptations nemen het lied in 1970 wel op voor hun album
Psychedelic shack, maar dan staat het nog redelijk onopvallend tussen de andere nummers. Veel mensen uit de protestbeweging, en met name studenten, zijn ervan overtuigd dat het nummer eenmaal uitgebracht op single veel impact zal hebben. Motownbaas
Berry Gordy durft het niet aan The Temptations een dergelijk controversieel nummer op single uit te laten brengen. De keus valt op Edwin Starr, een dan nog vrijwel onbekende zanger die niets te verliezen heeft.
War gaat over de onrust die oorlogen in het algemeen onder de mensen, en met name de jongeren, veroorzaken. Oorlog is synoniem aan vernietiging van onschuldige levens, maakt een einde aan de dromen van jonge mensen, is de vijand voor de mensheid en nergens goed voor, alleen voor de begrafenisondernemer. Het lied bereikt in augustus 1970 de eerste plaats van de Amerikaanse hitparade en is daarmee één van de bekendste ooit opgenomen protestliederen die een grote hit is geworden.
What's going on - Marvin Gaye
Mother, mother
There’s too many of you crying
Brother, brother
There’s too many of you dying
De inspiratie voor het nummer komt van Renaldo Benson, een lid van een andere populaire Motown-act The Four Tops, als hij onverwacht getuige is van het buitensporig agressieve optreden van de politie tijdens een anti-oorlogsprotest op 15 mei 1969 in People’s Park in Berkeley, California. Deze demonstratie staat in Amerika bekend onder de naam Bloody Thursday. Benson vraagt zich af: ‘What the heck is going on, what is happening here?’ Via deze vraag komt hij op andere vragen: Waarom worden de kinderen van hun families gescheiden om ver weg in een onbekend land aan de andere kant van de oceaan te moeten vechten? Waarom worden onze kinderen in eigen land op straat aangevallen?
The Four Tops
De drie andere leden van zijn groep The Four Tops zien het niet zitten een lied met een dergelijke strekking op te nemen. Benson besluit het nog titelloze lied aan Marvin Gaye aan te bieden. Tot
What’s going on, uitgebracht in januari 1971, heeft Marvin Gaye zich nooit echt bezig gehouden met het schrijfproces van de nummers die anderen voor hem hadden gecomponeerd. Gaye past hier en daar de tekst aan en voorziet deze van een melodie. Volgens Benson is door Gaye’s tekstuele aanpassingen het nummer ‘meer ghetto’ geworden, waardoor het ook meer een verhaal is dan een lied.
Marvin Gaye noemt het lied
What’s going on. De tekst is mede gebaseerd op de verhalen die zijn broer Frank hem vertelde nadat hij na een verblijf van drie jaar in Vietnam was teruggekeerd. Ook in dit nummer is een sterk politiek standpunt hoorbaar, een soort van overpeinzing over de wereldproblemen anno 1970 met een nadruk op de zinloze oorlog:
War is not the answer
For only love can conquer hate