Zelf muziek schrijven: Maak je muziek spannend en catchy
Soms komt het voor dat een nummer in principe voltooid is, maar dat het nog niet 'af' voelt. Het kan dan zijn dat het nummer niet genoeg blijft hangen in het hoofd van de luisteraar, of dat het nog te saai is. Als je overtuigd bent dat het nummer wel 'catchy' en 'spannend' genoeg is, kan het zijn dat deze letterlijk nog te leeg is, wat verholpen kan worden door meer lagen toe te voegen. Maak jouw muziekstuk compleet, want de details maken van een aardig nummer een goed nummer.
Spanning
Iedereen heeft het weleens gehoord: een saai nummer of een saaie passage in een nummer. De aandacht van de luisteraar verslapt halverwege, mensen lopen de zaal uit tijdens het optreden, of men is geneigd om de opname van het liedje een stuk door te spoelen. In dat geval kan het zijn dat een bepaalde passage zoals de intro, te lang duurt of simpelweg niet spannend genoeg is. Wat kun je hier eventueel aan doen? Indien je zelf wél volledig tevreden bent: vooral zo laten! Indien je zelf ook je twijfels hebt over je muziekstuk, kan het helpen om meer
variatie aan te brengen door bijvoorbeeld te experimenteren met de
akkoordprogressie; zo kan het zijn dat de zanglijn of melodielijn in jouw liedje ineens heel anders gaat klinken omdat er andere akkoorden onder zitten.
Zoek de juiste balans tussen voorspelbaar, onvoorspelbaar en wat een beetje 'wringt'. Het (bewust!) toepassen van dit wringen of
'dissonantie', houdt mensen scherp en kan meer spanning bieden in je muziek. Een goed voorbeeld hiervan is het gebruik van de 'tritonus', ook wel de 'duivelsinterval' of 'blue note' genoemd. Deze toon staat gelijk aan een verlaagde kwint of een verhoogde kwart, inhoudend dat als A de grondtoon is, de tritonus op de D# zit. Deze noot 'trekt' richting de 'aangename' kwart of de kwint, waardoor er spanning opwekt wordt door (kort) te blijven hangen op deze noot, en voor opluchting gezorgd kan worden als deze noot vervolgens zakt of stijgt naar een kwart of kwint. Met name veel jazz- en rockbands zijn niet onbekend met deze interval, en ook in de popmuziek wordt deze regelmatig op subtielere wijze toegepast.
Een andere manier om te zorgen voor meer spanning, is door middel van volume- en tempowisselingen. Dit wordt ook wel
spelen met dynamiek genoemd.
Catchy
Een term die vaak voorbij komt is
'catchy' of
'catchiness'. Letterlijk: pakkend. Het gaat hier om de mate waarop een nummer in je hoofd blijft zitten, en is afhankelijk van verschillende factoren zoals
ritme, melodie en tekst. Als je merkt dat jouw nummer snel een plekje weet te vinden in de hoofden van de luisteraars, dan is jouw liedje wel degelijk catchy. Twijfel je hierover, dan kun je jezelf en je vrienden of familie de volgende vragen stellen:
- Is het ritme sterk? Nodigt de ritmesectie uit tot dansen of (lichte) beweging zoals hoofdknikken?
- Is de melodie sterk? Nodigt het liedje uit tot meezingen, neuriën of fluiten?
- Werken jouw melodietje en 'beat' of 'groove' wel goed met elkaar samen? Ofwel, vullen deze elkaar aan en is het plaatje kloppend?
- Weet je nog precies hoe het liedje klinkt als je er een paar dagen of weken niet naar hebt geluisterd?
Lagen toevoegen
Is jouw liedje nog niet catchy, of is het liedje wél catchy maar klinkt deze nog te 'leeg', dan biedt het toevoegen van extra lagen/instrumenten mogelijk de uitkomst. Dat catchiness niet altijd hoeft te komen van de zang, laat Nederlandse rockband De Staat vaak horen,
zoals in het nummer Peptalk. Het is een mogelijkheid dat dit nummer vooral blijft hangen vanwege de herkenbare melodie die de gitaar speelt, en niet vanwege de zanglijn. Dit houdt in, dat wanneer de zanger zichzelf zou begeleiden met akkoorden en erbij zou zingen, dit nummer waarschijnlijk een stuk minder catchy zou zijn. Kortom, geen nood als jouw nummer nog niet pakkend genoeg is met (bijvoorbeeld) alleen gitaar en zang; je kunt altijd nog een zangpartij of instrumentale partij toevoegen die een melodietje bovenop de basis van het nummer speelt. Ditzelfde geldt natuurlijk voor het toevoegen van percussie-instrumenten zoals een tamboerijn of het toevoegen van meerstemmige koortjes. Let wel:
richting is hierbij heel belangrijk: waar wil je heen met je muziek? Heb je de ambitie om in een
band te spelen, of ga je alleen met je stem en gitaar de bühne op? In dat laatste geval is het aan te raden om niet teveel lagen toe te voegen, omdat je deze live niet waar kunt maken. Zéker als het gaat om melodisch of ritmisch belangrijke lagen die de catchiness van het nummer bepalen, kan een 'uitgepakte' versie de plank misslaan.
Tip: Een handige manier om extra 'lagen' of instrumenten over elkaar te horen, is door deze op te nemen met een opnameprogramma. Hiervoor is echter al snel een externe geluidskaart en goede microfoon voor nodig. Een alternatief hiervoor is het programma Guitar Pro, waarin het mogelijk is om alle lagen tegelijkertijd terug te luisteren zonder deze op te nemen. Je kunt zelf je gewenste instrument selecteren. Let wel: een nummer te vol maken kan weer ten koste gaan van de dynamiek van het nummer!
Lees verder