Je gitaar of harp stemmen met een digitaal stemapparaat
Waar let je op als je je gitaar of harp of ander snaarinstrument wilt stemmen met behulp van een digitaal stemapparaat? Stem je liever niet op je gehoor, maar wil je graag de snaren van je muziekinstrument met behulp van een digitale tuner snel en zo zuiver mogelijk stemmen? Hoe gaat dat in zijn werk? Wat is er aan de hand als het wijzertje alle kanten uit vliegt? Of wanneer het steminstrument de ene keer aangeeft dat een snaar te hoog is en de andere keer te laag zonder dat je iets aan de bijbehorende stemknop van je gitaar hebt gedraaid? Of wanneer de tuner in het geheel niet op een aangeslagen snaar reageert? Lees de tips voor het gebruik van een chromatische tuner voor alle muziekinstrumenten of een speciale gitaartuner.
Welk digitaal stemapparaat kies je voor jouw muziekinstrument?
Er zijn verschillende types stemapparaten te koop: met lampjes, met een wijzertje of met een combinaties daarvan, al dan niet aangevuld met cijfermatige aanduidingen over de mate waarin een toon te laag of te hoog is. Zo'n digitaal stemapparaat is feitelijk een frequentiemeter.
Sommige types digitale stemapparaten zijn specifiek bedoeld voor de zes snaren van een gitaar. Het maakt hierbij in beginsel niet uit of het gaat om een akoestische of elektrische gitaar. Andere tuners zijn geschikt voor alle muziekinstrumenten. De laatste noemen we chromatische stemapparaten. Aangezien deze stemapparaatjes tegenwoordig betrekkelijk voordelig zijn, is het handig om een chromatisch stemapparaat aan te schaffen. Een chromatisch stemapparaat geeft je namelijk veel meer mogelijkheden, bijvoorbeeld als je om een speciale reden de G-snaar van je gitaar eens als F#-snaar wilt stemmen. En zo'n chromatische tuner is ook wel zo gemakkelijk en praktisch bij het op elkaar afstemmen van verschillende muziekinstrumenten, bijvoorbeeld als je samenspeelt als met een of meer mensen die een ander soort instrument spelen.
Vaak zit er aan het stemapparaatje een oortelefoontje met een draadje naar een speciaal clipje of een ander contactelement dat je aan je gitaar kunt bevestigen, zodat je ook in een lawaaierige omgeving je gitaar kunt stemmen. In andere gevallen kun je gebruik maken van de ingebouwde microfoon.
Stemmen op een bepaalde referentietoon
Voordat je met stemmen begint, beslis je op welke referentietoon je je gitaar wilt stemmen. Meestal is dat A= 440 Hz (de officiële concertstemming), maar als je samenspeelt met iemand die bijvoorbeeld een moderne dwarsfluit of ander muziekinstrument van betrekkelijk recente datum bespeelt, is dat vaak A= 442 Hz. En speel je samen met een violist, is het niet vreemd als deze je vraagt op A= 444 Hz te stemmen. Veel violen klinken namelijk sprankelender als ze iets hoger gestemd zijn. De hoeveelheid frequenties waarop je een stemapparaat kunt kalibreren, verschilt per type of model.
Wil je een duet spelen met een blokfluitist, dan moet je je gitaar vaak wat lager stemmen. Ook als je een blokfluit zoveel mogelijk ‘induwt’, zodat die op zijn hoogst klinkt, is bij lang niet alle types en modellen een referentietoon van A= 440Hz te bereiken. Dat betekent dus dat de stemming van de gitaar moet worden aangepast. Bij samenspel met iemand die een historisch muziekinstrument bespeelt, is het soms nodig je gitaar te stemmen op A= 415 Hz, de zogenaamde 'barokstemming'. Dan klinken alle noten een halve toon lager dan je gewend bent.
Een gitaar stem je 'gelijkzwevend'. Dat is de huidige moderne stemming. Bij een dergelijke gelijkzwevende stemming of temperatuur klinken alle noten ongeveer even zuiver of misschien liever, even vals. Dat komt omdat de afstand tussen de halve tonen overal even groot is gemaakt. Ook de piano en veel andere instrumenten met ‘vaste’ tonen zijn op deze stemming gebaseerd. Als je een fretloos snaarinstrument bespeelt, kun je eventueel voor bepaalde, doorgaans historische muziek, wel kiezen voor bijvoorbeeld een ‘reine stemming’of een stemming naar Pythagoras, dat wil zeggen, als jouw stemapparaat verschillende stemmingen aankan.
Als je je stemapparaat hebt aangezet en de juiste referentietoon hebt gekozen, kun je beginnen met het feitelijke stemmen.
Je gitaar stemmen op E, A, D, G, B en E
De dikste, dus laagst klinkende snaar van je klassieke of folkgitaar is de E-snaar. Dit is de bassnaar die je voor bepaalde muziek weleens omlaag stemt naar de D. Vervolgens stem je respectievelijk de A-snaar, de D-snaar, de G-snaar, de B-snaar en de hoge E-snaar. Je controleert de stemming door de tonen E, A, D, G en B in verschillende octaven aan te slaan. Controleer ook even of de akkoorden aanvaardbaar zuiver klinken. Streef niet naar perfecte zuiverheid: dat is bij de moderne, gelijkzwevende standaardstemming nu eenmaal niet bereikbaar omdat de tertsen en sexten op een akkoordinstrument zoals de piano of de gitaar altijd een heel klein beetje te hoog klinken.
Je harp stemmen van de laagste naar de hoogste snaar
Als je je harp wilt stemmen, begin je bij de laagste snaar en eindig je bij de hoogste snaar. Demp iedere snaar met je hand, voordat je de volgende snaar aanslaat. Hierna controleer je alle octaven door telkens een bepaalde snaar en dezelfde snaar, maar dan een octaaf hoger aan te slaan. Veel harpisten stemmen ook graag na in akkoorden.
Een haakjesharp stem je doorgaans in Es als het belangrijk is om in veel toonsoorten te kunnen spelen. Als alle haakjes omlaag staan, is de harp dan in Es gestemd. Om een stuk dan in de toonsoort C te kunnen spelen, zet je de haakjes van de E-, de A- en de B-snaren omhoog. Dit is de stemming die in veel muziekscholen wordt gebruikt, deels ook omdat veel 'klassieke' stukken voor de harp in Es staan.
In de Verenigde Staten, waar de haakjesharp veel meer als folkharp wordt gebruikt, is de standaardstemming in C. Daarbij staan alle haakjes omlaag als je een stuk in de toonsoort C wilt spelen. Wil je dan bijvoorbeeld een stuk in G spelen, hoef je alleen alle F-s omhoog te klappen, zodat deze als Fis klinken.
De meeste mensen vinden een snaar waarvan het halvetoonshaakje omlaag (of uit) staat, mooier klinken dan een snaar waarvan het halvetoonshaakje omhoog (of aan) staat. Of je je harp in Es of in C stemt, hangt dus grotendeels af van het soort muziek dat je speelt.
Probleem: sommige tonen klinken ook na het stemmen nog vals
Als ook na het stemmen van je gitaar sommige tonen niet goed zuiver klinken, kunnen er verschillende dingen aan de hand zijn.
Je hebt niet precies genoeg gestemd
Als je je gitaar ‘zo ongeveer’ goed hebt gestemd, kan het zijn dat een iets te laag gestemde noot op de ene snaar en een iets te hoog gestemde noot op een andere snaar een uitgesproken onzuiver resultaat opleveren. Zorg er in elk geval voor dat alle octaven op de verschillende posities van de verschillend snaren zuiver klinken. Dan geven je snaren ook de rijkste en warmste klank.
Je drukt de snaren omhoog of opzij
Als je de snaren niet recht omlaag naar de fret duwt, maar iets omhoog of opzij, klinkt de aangeslagen toon onvermijdelijk vals. De oplossing is het aanleren van een betere linkerhandtechniek.
Je gitaar is niet goed afgesteld
Soms klinken de losse snaren wel zuiver, maar de tonen die het resultaat zijn van het indrukken van een snaar niet. Je gitaar heeft dan een afstelbeurt nodig. Mogelijk dient de actie (de afstand van de snaar tot de toets) te worden gecorrigeerd. Dat is typisch werk voor de vakman.
Je hebt supergevoelige oren
Als je heel gevoelige oren hebt, hoor je dat ook na een zorgvuldige stemming sommige noten toch nog net niet helemaal zuiver klinken. Dat kan te maken hebben met het feit dat de positie van de fretten op de gitaar feitelijk een compromis vormt, net zoals de intonatie van de toetsen op de piano een compromis vormen. Onze westerse oren zijn vanaf onze jeugd aan deze gelijkzwevende stemming gewend en bijna niemand ervaart deze als onzuiver. Misschien bevalt een fretloze gitaar of 31-toonsgitaar je beter of denk anders eens aan een viool.
Probleem: de tuner geeft alsmaar wisselende resultaten
Soms geeft je stemapparaat als je een snaar aanslaat telkens wisselende waarden aan, ook al verander je helemaal niets aan de stemming. Dit doet zich geregeld voor bij snaarinstrumenten zoals de gitaar of de harp.
Vaak helpt het als je een snaar steeds met dezelfde kracht aanslaat om een eenduidig resultaat te krijgen. Als je een snaar erg hard aanslaat, reageert de tuner om te beginnen ook op het onvermijdelijke bijgeluid van de aanslag. Daarnaast levert een met veel kracht aangeslagen snaar ook een grotere en wat onregelmatige uitslag op. Het stemapparaat kan dan moeite hebben met het interpreteren van de bedoelde noot, wat bijvoorbeeld zichtbaar wordt door een wild heen en weer slaand wijzertje of een wijzigend beeld van de lampjes die aangeven in welke mate een toon te hoog of te laag klinkt. Soms geeft de tuner niet de aangeslagen toon aan, maar een van de (harmonische) boventonen. Sla in dat geval de snaar nog eens op een rustige manier aan. De kans is dan veel groter dat de tuner de grondtoon herkent.
Probleem: het stemapparaat reageert niet op de aangeslagen toon
Sla je een snaar op je muziekinstrument aan, maar het stemapparaat reageert niet, dan kan het batterijtje van het apparaat bijna zijn uitgeput. Zet er een vers batterijtje in en kijk of het probleem daarmee verholpen is.
Ook kan het zijn dat je de snaar al te zacht hebt aangeslagen of dat het omgevingslawaai te groot is. Als je probeert een van de hoogste snaren van je harp te stemmen, kan het zijn dat het stemapparaat geen raad weet met de hoogste frequenties. Soms bereik je in deze gevallen betere resultaten als je het microfoontje van je apparaat dichter bij je gitaar of harp houdt. Soms kun je het stemapparaat vastclippen aan je muziekinstrument voor het beste resultaat.
Probleem: een bepaalde snaar is onstembaar
Bij gitaren en harpen komt het weleens voor dat een bepaalde snaar onstembaar lijkt, hoe vaak je ook aan de stemknoppen draait.
Soms ligt het probleem aan de snaar zelf. In die gevallen zet je eenvoudigweg een andere snaar op je instrument.
In andere gevallen heeft de onstembaarheid van de snaar te maken met het het stemmechaniek of de manier waarop de snaar is bevestigd. Heeft de snaar de neiging om 'weg te glijden'? Zet de snaar opnieuw op. Als het om een harp met conische stempinnen gaat, druk dan met je stemsleutel de pin zoveel mogelijk naar binnen. Dat helpt je harp om de stemming van die snaar beter vast te houden.
Of je nu harp of gitaar speelt, nieuwe snaren rekken flink uit. Dus als je nog maar net een nieuwe snaar hebt opgezet en je slaat die snaar bijvoorbeeld al een paar minuten later opnieuw aan, is het heel normaal dat die snaar al een heel stuk in toonhoogte is gedaald.
Nieuwe carbonsnaren rekken nog een heel stuk sterker dan nylonsnaren. Je kunt eventueel de snaar heel voorzichtig in het midden pakken en wat naar buiten trekken, om de snaar eerder ‘speelklaar’ te krijgen. Meestal houden nieuwe snaren al binnen enkele dagen tot enkele weken (afhankelijk van het soort snaar en je muziekinstrument) de juiste stemming.
In metalen snaren zit veel minder rek, maar pas op: deze bassnaren reageren sterker op het aandraaien van het stemmechaniek dan de melodiesnaren. Wees dus extra voorzichtig met het draaien aan een stemknop.
Het stemapparaat en je oren
Veel mensen vinden het prettig om de snaren ‘na te stemmen’ op hun oren. Met behulp van het stemapparaat hebben ze dan het instrument theoretisch al redelijk zuiver gestemd.
Misschien ben jij ook een van die mensen die een muziekinstrument dat met behulp van een stemapparaat is gestemd, maar steriel of kaal vinden klinken en daarom op hun gevoel, op basis van wat ze horen, het instrument nog wat bijstemmen voor een nog wat rijkere klank.
Lees verder